ECLI:NL:RBGEL:2024:6651

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
241961-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor belaging en bedreiging van medewerkers van Achmea met gevangenisstraf en contactverbod

Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 26-jarige man, die werd beschuldigd van belaging en bedreiging van medewerkers van Achmea. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is hem een taakstraf van 120 uur opgelegd en een vrijheidsbeperkende maatregel in de vorm van een contactverbod van vijf jaar met medewerkers van Achmea B.V. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 21 september 2023 meerdere medewerkers van Achmea heeft bedreigd en stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer. De bedreigingen waren van ernstige aard en hadden een grote impact op de slachtoffers, die zich onveilig voelden. De rechtbank verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging voor een deel van de tenlastelegging en sprak de verdachte vrij van een derde feit. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers, en legde een contactverbod op om herhaling te voorkomen. De maatregel is dadelijk uitvoerbaar, wat betekent dat de verdachte onmiddellijk aan het contactverbod moet voldoen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/241961-23
Datum uitspraak : 2 oktober 2024
Tegenspraak (279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1998 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres] ( [postcode] ) [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. C. Car, advocaat in 's-Gravenhage.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2022 tot en met 21 september 2023 te
Apeldoorn en/of Arnhem en/of Rotterdam, althans in Nederland, een of meerdere
malen (telkens) een of meerdere medewerkers van Achmea - te weten onder andere
medewerker(s) van klantcontactcentra van diverse afdelingen en/of
(bedrijfs)onderdelen en/of dochterondernemingen binnen Achmea en/of [slachtoffer]
[slachtoffer] (Raad van Bestuur) - heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen
of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstond, en/of
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling,
door – onder andere – (telkens) die medewerkers en/of die [slachtoffer] meerdere
malen en/of op grote schaal te mailen met diverse mailadressen en/of te bellen
en/of te whatsappen en/of op enig andere wijze te benaderen en/of met/richting
voorgenoemde perso(o)n(en) te communiceren en/of (daarbij) diverse teksten
en/of mediabestanden toe te sturen en/of (telkens)
aan die medewerkers van klantcontactcentra van diverse afdelingen en/of
(bedrijfs)onderdelen en/of dochterondernemingen binnen Achmea onder meer
dreigend de woorden en/of teksten en/of afbeeldingen toe te voegen
- “ik sla jullie letterlijk met me ballen” en/of
- “ik doe jou tanden” en/of
- “ik doe martelen” en/of
aan die [slachtoffer] onder meer dreigend de woorden en/of teksten en/of
afbeeldingen toe te voegen
- “ik poep dagelijks in je mond je bent walgelijk smerige vrouw ik sla jou met me
ballen kk hoer” en/of
- “nu ga ik je oprecht neuken” en/of
- “ik weet waar je woont en je fam ook” en/of
- “het ergste dreigen was alleen dat ik hun banden lek ga prikken maar dreigen voor
vernieling van goederen is niet eens strafbaar” en/of
- “je bent echt gevaarlijk ik poep op jou. Of betaal me kk snel uit” en/of
- “ [slachtoffer] t je weet als ik de mogelijkheid heb poep ik in je gezicht”,
althans (telkens) woorden en/of teksten en/of afbeeldingen en/of video’s en/of
berichten van gelijke (dreigende) aard en/of strekking.
2
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2022 tot en met 21 september 2023 te
Apeldoorn en/of Arnhem en/of Rotterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer, te weten die van een of meerdere medewerkers van Achmea – te weten
onder meer medewerker(s) van klantcontactcentra van diverse afdelingen en/of
(bedrijfs)onderdelen en/of dochterondernemingen binnen Achmea en/of [slachtoffer]
[slachtoffer] (Raad van Bestuur) -, door op (zeer) grote schaal (telkens) te bellen en/of
berichten te (ver)sturen en/of te mailen en/of te whatsappen en/of
contactformulieren in te vullen en/of diverse (nep)account(s) aan te maken op
diverse social media (waaronder Linkedin) en/of met deze (nep)account(s)
berichten te plaatsen op social media (te weten onder meer Linkedin) en/of
(contact)formulieren in te vullen en/of op enig andere wijze die medewerker(s) te
benaderen en/of met/richting voornoemde perso(o)nen) te communiceren, met
het oogmerk de medewerker(s) van klantcontactcentra van diverse afdelingen en/of
(bedrijfs)onderdelen binnen Achmea en/of [slachtoffer] en/of een of meerdere
(andere) medewerkers van Achmea te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen.
3
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 maart 2023 tot en
met 22 september 2023 te Apeldoorn en/of Arnhem en/of Rotterdam, althans in
Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot en/of het gebruik van een
geautomatiseerd werk heeft belemmerd, door daaraan gegevens aan te bieden
en/of toe te zenden door
(zonder redelijk doel en/of (deels) in de nachtelijke uren) herhaaldelijk en/of in een
kort tijdsbestek en/of op (zeer) grote schaal diverse telefoonnummers van diverse
afdelingen en/of (bedrijfs)onderdelen en/of dochterondernemingen van Achmea te
bellen – waaronder telefoonnummers van klantenservice(s) en/of alarmcentrale(s)
– en/of diverse telefoonlijnen (en/of medewerkers) van Achmea bezet te houden
en/of diverse telefoonnummers (en/of medewerkers) van Achmea aan elkaar door
te verbinden en/of onbereikbaar te laten zijn, althans het gebruik van de
telefoons/telefoonlijnen van (de diverse medewerkers van) Achmea te belemmeren.

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie (feit 2)

De rechtbank stelt vast dat namens (een medewerker van) Achmea B.V. op 24 mei 2023 aangifte, en uitdrukkelijk een klacht, is gedaan van belaging door verdachte, gepleegd in de periode vanaf juli 2022.
Naar aanleiding van de klacht is door de politie een onderzoek ingesteld naar verdachte, waarbij niet alleen de periode vanaf 24 mei 2023 is onderzocht, maar waarbij het onderzoek zich tevens heeft gericht op verdachtes gedrag in de periode daaraan voorafgaand en, als gevolg van aanvullende verklaringen, in de periode erna. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in dagvaarding van de verdachte – en dus een daad van vervolging – voor belaging gepleegd in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 21 september 2023.
Artikel 285b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) bepaalt dat vervolging van belaging niet plaatsvindt dan op klacht van hem of haar tegen wie het misdrijf is begaan.
Voor de periode is van belang hetgeen in artikel 66, eerste lid, Sr is bepaald over de termijn waarbinnen een klacht dient te worden ingediend, namelijk gedurende drie maanden na de dag waarop de tot klacht gerechtigde kennis heeft genomen van het gepleegde feit.
Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake van een rechtsgeldige klacht ten aanzien van de periode die is gelegen vóór 24 februari 2023.
De rechtbank zal het Openbaar Ministerie daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging ten aanzien van de onder feit 2 ten laste gelegde periode van 1 augustus 2022 tot 24 februari 2023.
3a. Vrijspraak (feit 3)
Verdachte wordt onder feit 3 verweten dat hij de toegang tot/gebruik van een geautomatiseerd werk heeft belemmerd, door gedurende een langere periode (met name in de nachtelijke uren) honderden keren te bellen naar diverse afdelingen en/of (bedrijfs)onderdelen en/of dochterondernemingen van Achmea. Niet ter discussie staat dat verdachte degene is geweest die heeft gebeld. Naar het oordeel van de rechtbank kan een telefooncentrale echter niet worden beschouwd als een ‘geautomatiseerd werk’ in de zin van artikel 138b lid 1 Sr, te weten: een apparaat of groep van onderling verbonden of samenhangende apparaten, waarvan er één of meer op basis van een programma automatisch computergegevens verwerken (artikel 80sexies Sr). De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit feit.
3b. Overwegingen ten aanzien van het bewijs (verkort)
De rechtbank acht feit 1 en 2 wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 2 (belaging) overweegt de rechtbank als volgt. De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte niet de opzet had om inbreuk te maken op de
persoonlijke levenssfeervan de medewerkers van Achmea en tot de onderneming behorende (gelieerde) bedrijven. De berichten van de verdachte waren er enkel op gericht om aandacht voor zijn claim te krijgen en mensen te waarschuwen en waren niet zodanig dat daadwerkelijk vrees werd aangejaagd.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de telefoontjes, berichten en e-mails van verdachte vrijwel zonder uitzondering een (zeer) dreigende en intimiderende toon hadden. De manier waarop verdachte contact heeft gezocht en de inhoud, aard, frequentie, duur en intensiteit van de berichtenstroom, waarbij door getuigen zelfs wordt gesproken over terreur, passen niet bij een normale communicatie met
medewerkers van Achmea en gelieerde ondernemingen. Daaruit volgt tevens dat het bestanddeel ‘opzettelijk’ is vervuld. Getuigen verklaren over de grote impact die het heeft gehad op de medewerkers en de angst die was ontstaan. Medewerkers voelden zich onveilig. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de bewezen verklaarde gedragingen van verdachte daarom wel worden aangemerkt als belaging in de zin van artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dat de medewerkers via hun zakelijke e-mailadres en contactgegevens werden benaderd in plaats van via hun persoonlijke emailadres en/of telefoonnummer, maakt dit oordeel niet anders.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder de feiten 1 en 2 ten laste gelegdeheeft begaan, te weten dat:
1
hij in
of omstreeksde periode van 1 augustus 2022 tot en met 21 september 2023 te
Apeldoorn en/of Arnhem en/of Rotterdam,
althans in Nederland,een of meerdere
malen
(telkens
)een of meerdere medewerkers van Achmea - te weten onder andere
medewerker(s) van klantcontactcentra van diverse afdelingen en
/of(bedrijfs)onderdelen en
/ofdochterondernemingen binnen Achmea en
/of[slachtoffer]
[slachtoffer] (Raad van Bestuur) - heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen
of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstond, en
/of- verkrachting, en
/of- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en
/of- enig misdrijf tegen het leven gericht, en
/of- zware mishandeling,
door – onder andere –
(telkens
)die medewerkers en
/ofdie [slachtoffer] meerdere
malen en
/ofop grote schaal te mailen met diverse mailadressen en
/ofte bellen
en
/ofte whatsappen en
/ofop enig andere wijze te benaderen
en/of met/richtingvoorgenoemde perso(o)n(en) te communicerenen
/of (daarbij) diverse teksten
en/of mediabestanden toe te sturen en/of
(telkens
)aan die medewerkers van klantcontactcentra van diverse afdelingen en
/of(bedrijfs)onderdelen en
/ofdochterondernemingen binnen Achmea onder meer
dreigend de woorden
en/of teksten en/of afbeeldingentoe te voegen
- “ik sla jullie letterlijk met me ballen” en
/of- “ik doe jou tanden” en
/of- “ik doe martelen” en
/ofaan die [slachtoffer] onder meer dreigend de woorden
en/of teksten en/ofafbeeldingentoe te voegen
- “ik poep dagelijks in je mond je bent walgelijk smerige vrouw ik sla jou met me
ballen kk hoer” en
/of- “nu ga ik je oprecht neuken” en
/of- “ik weet waar je woont en je fam ook” en
/of- “het ergste dreigen was alleen dat ik hun banden lek ga prikken maar dreigen voor
vernieling van goederen is niet eens strafbaar” en
/of- “je bent echt gevaarlijk ik poep op jou. Of betaal me kk snel uit” en
/of- “ [slachtoffer] t je weet als ik de mogelijkheid heb poep ik in je gezicht”,
althans (telkens) woorden en/of teksten en/of afbeeldingen en/of video’s en/ofberichten van gelijke (dreigende) aard en/of strekking.
2
hij in
of omstreeksde periode van
1 augustus 202224 februari 2023tot en met 21 september 2023 te
Apeldoorn en/of Arnhem en/of Rotterdam,
althans in Nederland,wederrechtelijk
stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer, te weten die van een of meerdere medewerkers van Achmea – te weten
onder meer medewerker(s) van klantcontactcentra van diverse afdelingen en
/of(bedrijfs)onderdelen en
/ofdochterondernemingen binnen Achmea en
/of[slachtoffer]
[slachtoffer] (Raad van Bestuur) -, door op (zeer) grote schaal (telkens) te bellen en
/ofberichten te (ver)sturen en
/ofte mailen en
/ofte whatsappen
en/ofcontactformulieren in te vullenen
/ofdiverse (nep)account(s) aan te maken op
diverse social media (waaronder Linkedin) en
/ofmet deze (nep)account(s)
berichten te plaatsen op social media (te weten onder meer Linkedin)
en/of(contact)formulieren in te vullenen
/ofop enig andere wijze die medewerker(s) te
benaderen
en/of met/richting voornoemde perso(o)nen) te communiceren, met
het oogmerk de medewerker
(s
)van klantcontactcentra van diverse afdelingen en
/of(bedrijfs)onderdelen binnen Achmea en
/of[slachtoffer]
en/of een of meerdere(andere) medewerkers van Achmeate dwingen iets te
doen, niet te doen,te dulden
en/of vrees aan te jagen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 2:
een eendaadse samenloop van
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling, met verkrachting en met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
en
belaging, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

8.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot:
  • een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar;
  • een (maximale) taakstraf van 240 uur;
  • de maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van 5 jaar, inhoudende een contactverbod met medewerkers van Achmea B.V., waaronder ook Centraal Beheer, Zilveren Kruis en Eurocross. Per overtreding van dit verbod acht de officier van justitie één week hechtenis op zijn plaats. Daarbij heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van de vrijheidsbeperkende maatregel gevorderd; en
  • verbeurdverklaring van de twee inbeslaggenomen telefoons.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de gevangenisstraf te matigen. Verdachte heeft één maand in voorarrest gezeten en kampt nog met de gevolgen ervan. Bovendien doet de geëiste straf geen recht aan wat er feitelijk is gebeurd.
Ten aanzien van het contactverbod en het beslag is gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging en belaging van medewerkers van Achmea en gelieerde ondernemingen, door hen op zeer indringende en bedreigende manier onder meer - veelvuldig te bellen, te mailen en berichten te sturen. Daarbij heeft verdachte niet alleen digitaal contact gezocht, maar heeft hij ook een aantal keer een fysieke locatie van Achmea bezocht. Belaging, in het normale spraakgebruik ook wel stalking genoemd, is een zeer hinderlijk en angstaanjagend feit. Stalking heeft een grote impact op slachtoffers, die zich daardoor ernstig beperkt voelen in hun bewegingsvrijheid en constant geconfronteerd worden met ongewenst (en in dit geval onbehoorlijk) contact. In dit geval is de impact niet alleen groot geweest op de slachtoffers, maar ook op de gehele bedrijfsvoering van Achmea en de aan haar gelieerde ondernemingen. Achmea heeft allerlei maatregelen getroffen om enerzijds het gedrag van verdachte te doen stoppen en anderzijds de veiligheid van haar werknemers te waarborgen, omdat zij zich ook bedreigd voelden door de uitlatingen van verdachte.
Wat in positieve zin wordt meegewogen, is dat verdachte geen contact meer heeft gezocht met de slachtoffers, nadat een contactverbod is opgelegd in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis. Anderzijds volgt uit het voortgangsverslag van de reclassering dat het toezicht moeizaam is verlopen. Ondanks diverse pogingen om doelen te bereiken, zoals verbetering in financiën, middelengebruik en psychosociaal functioneren, heeft verdachte hieraan geen actieve bijdrage geleverd. Zijn houding bleef passief, met frequente afzeggingen van afspraken en weigering om mee te werken aan noodzakelijke diagnostiek en hulpverlening, aldus de reclassering. Bij deze stand van zaken blijft het recidiverisico onverminderd hoog en ziet de rechtbank aanleiding om een groot gedeelte van de straf voorwaardelijk op te leggen, als spreekwoordelijke stok achter de deur.
Alles afwegende zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen van 5 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast vindt de rechtbank het passend om aan verdachte een taakstraf van 120 uur op te leggen. Deze straf is lager dan geëist, vanwege de eendaadse samenloop van de feiten 1 en 2, de vrijspraak van feit 3 en omdat de rechtbank met betrekking tot feit 2 een fors kortere periode bewezen acht. Het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis zal worden opgeheven.
Vrijheidsbeperkende maatregel
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van herhaling van de strafbare feiten door de verdachte zal de rechtbank een vrijheidsbeperkende maatregel opleggen. Deze maatregel houdt in dat verdachte gedurende 5 jaren op geen enkele manier contact zal leggen of laten leggen met de medewerkers van Achmea B.V., waaronder ook Centraal Beheer, Zilveren Kruis en Eurocross.
De rechtbank zal daarbij bevelen dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor iedere keer dat verdachte niet aan de maatregel voldoet. De vervangende hechtenis bedraagt één week hechtenis per overtreding, met een totale duur van maximaal zes maanden, en heft de verplichtingen op grond van de maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen, zal de rechtbank bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Beslag
De rechtbank zal de twee telefoons (merk Apple, Iphone) die aan verdachte toebehoren en met behulp waarvan de feiten zijn begaan, verbeurd verklaren.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22b, 22c, 33, 33a, 38v, 38w, 57, 63, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart het Openbaar Ministerie ter zake van het onder feit 2 ten laste gelegde niet-ontvankelijk in zijn vervolging ten aanzien van de periode van 1 augustus 2021 tot 24 februari 2022;
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 3 ten laste gelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het overige dat is tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten vier (4) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende dat verdachte op geen enkele manier contact zal leggen of laten leggen met de medewerkers van Achmea B.V., waaronder ook Centraal Beheer, Zilveren Kruis en Eurocross voor een periode van vijf jaar;
 beveelt dat vervangende hechtenis van één week hechtenis wordt toegepast voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
 beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis en
 verklaart verbeurd:
- 1 telefoon (PL0600-2023122885-G3057423, zwart, merk: Apple);
- 1 telefoon (PL0600-2023122885-G3057419, Apple).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L. Braaksma (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. M.M. Klaasen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 oktober 2024.