ECLI:NL:RBGEL:2024:6578
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in geschil over eenvoudige gemeenschap van een paard
In deze zaak vordert eiser, [eiser], betaling van een bedrag van € 16.500,77 van gedaagde, [gedaagde], in verband met de verkoop en kosten van een gezamenlijk eigendom, [paard 2]. De partijen hebben een affectieve relatie gehad en zijn gezamenlijk eigenaar van [paard 2], dat door eiser is gekocht voor € 22.500,00. Gedaagde heeft het paard zonder toestemming van eiser verkocht aan een Franse koper. Eiser stelt dat hij recht heeft op de helft van de verkoopopbrengst en de kosten die hij heeft gemaakt voor het paard. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij al een bedrag van € 7.500,00 aan eiser heeft betaald. De rechtbank heeft in een tussenvonnis gedaagde een bewijsopdracht gegeven, maar gedaagde is er niet in geslaagd te bewijzen dat deze betaling heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt dat eiser nog een bedrag van € 11.250,00 van gedaagde te vorderen heeft uit hoofde van de aankoop van [paard 2]. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar tegenvorderingen. De rechtbank heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.