Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De zaak in het kort
3.De beoordeling
Artikel 9.1
“airco door het gehele schip”.
In normaal spraakgebruik wordt daarmee bedoeld een systeem dat energie gebruikt om een ruimte te koelen. [eiser] mocht op basis van deze mededeling in de verkoopbrochure verwachten dat het jacht was uitgerust met (verkoelende) airconditioning. Tijdens de mondelinge behandeling is ook namens [gedaagde] bevestigd dat onder airco een verkoelend systeem wordt verstaan, dat dit niet hetzelfde is als het ventilatiesysteem dat in het jacht aanwezig is en dat het jacht in zoverre niet voldoet aan de mededeling in de verkoopbrochure.
“in zeer goede staat”verwachten. In deze staat is het jacht namelijk aan [eiser] in de verkoopbrochure gepresenteerd. Omdat de omvang van de schade in dit geval niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal de rechtbank de schade op de voet van artikel 6:97 BW schatten. Ervan uitgaande dat het € 24.600,00 inclusief btw kost om het jacht te voorzien van een nieuwe airconditioning, schat de rechtbank dat het aircosysteem in zeer goede staat een prijs vertegenwoordigt van € 20.000,00 inclusief btw. Dit bedrag heeft [eiser] door de tekortkoming van [gedaagde] te veel betaald, zodat dit bedrag in mindering dient te komen op de totale koopprijs en door [gedaagde] aan [eiser] terugbetaald dient te worden.
De rechtbank is het met [gedaagde] eens. Dit licht de rechtbank hierna toe (3.16 tot en met 3.22).
erkenningvan aansprakelijkheid en uitvoering van een herstelverplichting, maar ook als een definitieve
ontkenningvan aansprakelijkheid en weigering om na te komen. Beide uitleggen staan haaks op elkaar en zijn onverenigbaar. Zij vinden bovendien beide geen steun in de e-mail van [verkoopmakelaar] van 16 mei 2023, waarin [verkoopmakelaar] slechts schrijft dat [bedrijf 2] mogelijk een aanvullende verklaring kan geven over de motorstoring, omdat zij eerder voor een groot deel het onderhoud aan het jacht heeft uitgevoerd. De twijfel over de strekking van die doorverwijzing had aanleiding voor [eiser] moeten zijn om nader onderzoek te doen naar de ware bedoeling van [gedaagde] (via zijn verkoopmakelaar). [eiser] kon er onder die omstandigheden niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat [gedaagde] akkoord ging met vervanging van de bakboordmotor. De rechtbank passeert zodoende het bewijsaanbod van [eiser] om een medewerker van [verkoopmakelaar] als getuige te horen over de hoedanigheid waarin zij heeft gehandeld na de overdracht van het jacht. Die bewijslevering kan geen verandering brengen in het oordeel dat [gedaagde] niet in verzuim verkeert en is daarmee niet ter zake dienend.
Voor-Werk II in samenhang met rapport BGK-integraal.
De wettelijke rente over dit bedrag zal vanaf de datum van de dagvaarding (als datum van verzuim) worden toegewezen.