ECLI:NL:RBGEL:2024:6541

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
05.183795.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oud-militair veroordeeld voor meermalen mishandelen van levensgezel

In deze zaak heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 23 september 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen een oud-militair, die beschuldigd werd van het meermalen mishandelen van zijn levensgezel gedurende een periode van vijf jaar. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 160 uren. De mishandelingen vonden plaats in de periode van 14 mei 2017 tot en met 12 mei 2022 en omvatten verschillende gewelddadige incidenten, waaronder het slaan en het gooien van heet water over de aangeefster. De militaire kamer oordeelde dat de verklaring van de aangeefster betrouwbaar was en dat deze voldoende steun vond in ander bewijsmateriaal, waaronder getuigenverklaringen en WhatsApp-berichten. De verdediging betwistte de bewijswaarde van de aangifte, maar de militaire kamer achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd als niet schuldbewust beschouwd, wat leidde tot de beslissing om een voorwaardelijke straf op te leggen, met als doel hem te laten inzien dat zijn gedrag onacceptabel is. De zaak benadrukt de ernst van huiselijk geweld en de impact daarvan op de slachtoffers, vooral wanneer kinderen betrokken zijn.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/183795-22
Datum uitspraak : 23 september 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
raadsman: mr. M.F.M. Geeratz, advocaat in Venlo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 mei 2017 tot en met 12 mei 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland zijn levensgezel, [slachtoffer] , heeft mishandeld door:
- meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer] te slaan/stompen en/of
- meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) die [slachtoffer] bij de armen vast te pakken en/of
- meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) die [slachtoffer] in het gezicht te grijpen en/of vast te pakken en/of
- meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) aan de benen van die [slachtoffer] te trekken en/of
- champignons en/of kokend, althans heet water over het hoofd van die [slachtoffer] te gooien en/of (vervolgens) de pan tegen het lichaam van die [slachtoffer] te gooien en/of
- meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) tegen het lichaam van die [slachtoffer] aan te duwen en/of die [slachtoffer] tegen de trap aan te duwen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te komen tot een bewezenverklaring voor de ten laste gelegde periode. De aangifte van aangeefster is door de door haar opgestelde brief en het geluidsfragment twijfelachtig, zo niet, leugenachtig. Dit tast de bewijswaarde aan en hierdoor vraagt het meer steunbewijs dan normaal gesproken het geval zou zijn.
De ondersteunende getuigenverklaringen berusten niet op de waarheid en de foto’s die aangeefster aan haar aangifte heeft toegevoegd zijn te herleiden naar een periode, maar niet naar een specifiek incident, waardoor er geen verband is tussen de foto’s en de ten laste gelegde gedragingen.
Beoordeling door de militaire kamer
Aangeefster [slachtoffer] (hierna: aangeefster) heeft op 12 mei 2022 aangifte gedaan tegen verdachte. Zij heeft verklaard dat zij op 14 mei 2017 op haar eerste Moederdag is mishandeld door verdachte. Aangeefster had haar zoontje op schoot toen zij ruzie kreeg met verdachte. Verdachte sloeg haar opzettelijk en met kracht met zijn gebalde rechterhand in haar gezicht. Zij heeft hierop samen met haar zoon de woning verlaten. Aangeefster hield aan deze mishandeling een blauw oog over, waarvan zij foto’s heeft gemaakt. Hierna is zij nog meerdere keren mishandeld door verdachte. In juli 2018 kreeg aangeefster een naheffing van de Belastingdienst, waardoor zij een groot bedrag moest betalen. Hierdoor stapelden de rekeningen en schulden zich op. Toen verdachte erachter kwam dat hij zelf ook schulden had, doordat aangeefster en hij getrouwd waren, werd hij boos en mishandelde hij aangeefster. De vader van verdachte was hiervan getuige. Aangeefster stond achter de bank. Verdachte liep richting de bank en sloeg haar opzettelijk en met kracht met zijn gebalde rechterhand in haar gezicht. In deze periode heeft aangeefster ook hulp gezocht bij de praktijkondersteuner. 27 april 2021 was voor aangeefster de druppel. Zij was aan het koken en had een pan met champignons op het vuur staan. Aangeefster en verdachte kregen een verhitte discussie. Verdachte liep naar aangeefster toe, haalde de pan met champignons van het vuur en gooide de champignons op haar hoofd, waarna hij vervolgens de pan tegen haar lichaam gooide. Aangeefster liep naar de woonkamer en verdachte liep haar achterna. Toen hij haar wilde vastpakken ontstond er een worsteling. Aangeefster is vervolgens met verdachte naar de gang gelopen. Verdachte had haar van achteren stevig bij haar bovenarmen vast. Aangeefster voelde dat verdachte haar opzettelijk en met kracht tegen de trap duwde, waarbij zij met haar hoofd tegen de trap aan butste. Het zoontje van aangeefster was hierbij aanwezig. Aangeefster heeft foto’s van het letsel bij haar aangifte gevoegd. Eind juni 2021 heeft aangeefster verdachte verteld dat zij bij hem wegging. Twee maanden later zat zij met haar zoontje in de auto. Verdachte kwam naar haar toe en aangeefster stapte uit. Verdachte schreeuwde tegen haar en hij sloeg haar vervolgens opzettelijk en met kracht met zijn tot vuistgebalde rechterhand tegen haar gezicht. Haar zoontje dat net uit de auto stapte heeft dit gezien. Op 12 april 2021 haalde aangeefster haar zoontje op bij verdachte. Toen zij haar zoontje in de auto zette, wilde verdachte hem weer uit de auto halen. Op het moment dat aangeefster zei dat dat niet ging gebeuren, werd verdachte boos en sloeg hij aangeefster opzettelijk en met kracht met zijn tot vuist gebalde rechterhand tegen haar neus. [2]
Op 18 mei 2022 heeft aangeefster een klacht ingediend, waarin zij uitdrukkelijk verzoekt om vervolging. De inhoud van de klacht is gelijkluidend met de aangifte, behalve dat aangeefster bij het doen van de klacht nog heeft verklaard over een incident eind 2021. Aangeefster haalde haar zoontje op bij verdachte. Aangeefster liep naar binnen, waarop verdachte de deur achter haar op slot deed. Het zoontje van aangeefster en verdachte bleek op dat moment niet bij verdachte te zijn. Verdachte zei: "ik zal jou weleens een kopje kleiner maken en laten zien wie hier de baas is, met mij worden er geen grappen gemaakt, vriend". Verdachte wilde hierop in haar telefoon kijken en zij kwamen in een worsteling terecht. Toen aangeefster uit de worsteling kwam is zij naar boven gerend. Omdat verdachte achter haar aan kwam, is zij weer naar beneden gerend en heeft zij geprobeerd om uit een klein raampje in de woonkamer te klimmen. Verdachte trok aangeefster aan haar been, waardoor de haak van het raam in haar linker kuit terecht kwam. Aangeefster heeft hier een litteken aan overgehouden, waarvan zij foto’s heeft gemaakt. [3]
De militaire kamer acht de verklaring van aangeefster betrouwbaar, nu deze verklaring consistent, gedetailleerd en authentiek is. Daarbij komt dat de verklaring niet op zichzelf staat, maar op wezenlijke onderdelen steun vindt in de volgende bewijsmiddelen.
Steunbewijs
Het dossier bevat meerdere WhatsApp-berichten tussen aangeefster en verdachte. Hieruit blijkt dat de volgende berichten zijn gestuurd [4] :
14 mei 2017
Verdachte, 22:48:21: Hallo
Verdachte, 22:48:22: Wat denk jij ervan?
Verdachte, 22:48:41: Er tussen uitnaaien met ons kind…
Verdachte, 22:51:15: gemist videogesprek
Verdachte, 22:52:28: HALLOOOOO
Verdachte, 22:56:29: Eyyy gvd als jij niet opneemt moet ik zo de politie belle
Verdachte, 22:56:38: Ik weet niet waar jullie zijn
Verdachte, 22:56:42: En wat je van plan bent
Verdachte, 22:57:18: gemist video gesprek
Aangeefster, 22:58:30: Laat me met rust
Aangeefster, 23:00:49: Enda moet ik vertellen da jij me duwt en slaat
Aangeefster, 23:00:55: Terwijl ik onze zoon trots
(…)
Aangeefster, 23:04:21: Hij is bij zn moeder die weg gaat als papa mama slaat met [zoon]
Aangeefster, 23:05:14: Mn eerste Moederdag. Zal ik nooit meer vergeten.
(…)
Verdachte,23:05:29: Ok
Verdachte, 23:05:49: 2 kijke 2 schuld
(…)
Aangeefster, 23:09:57: JIJ BENT TE VER GEGAAN. Woorden zijn niks. Met het slaan van mij met Mn zoon In me armen aan het troosten van de buikpijn kontje pijn. Op Moederdag.
(…)
Verdachte, 23:11:14: Ja klopt
Verdachte, 23:11:17: Zeker
Verdachte, 23:11:31: Maar ik wordt gewoon ze geirriteerd van jou
Verdachte, 23:11:36: Te*
(…)
Aangeefster, 23:28:57: Duss daarom sla je mij met [zoon] vast ben hem notabene aan het troosten…
Aangeefster, 23:29:14: Dus jij denk dat alles wat je hebt getypt dat rechtervaardigt.
(…)
Verdachte, 23:29:19: Is zeer verkeerd dat weet ik
Verdachte, 23:29:22: nee
Verdachte, 23:29:25: Zeker niet
(…)
Aangeefster, 23:30:51: Ik ben een slechte moeder door een lamp moet ik je dan slaan
Verdachte, 23:30:57: Ja ik ben er niet zo handig mee
Verdachte, 23:21:12: Nee moet zoiezo me pote thuis houde
(…)
Aangeefster, 23:31:50: Ik wil geen kind die met ruzie te maken heeft
Aangeefster, 23:31:57: En helemaal niet met huiselijk geweld
(…)
Aangeefster, 23:34:12: Wa je allemaal zegt maakt Nie uit… is helemaal niks om je handen nie thuis te houden
Verdachte, 23:34:26: Klopt
Verdachte, 23:34:29: En nu?
Verdachte, 23:34:38: Heb je gelijk in
28 april 2021:
Aangeefster, 09:43:31: We staan echt lijnrecht tegenover elkaar
Verdachte, 09:43:35: Ik wil niet zonder mn gezin
Aangeefster, 09:43:54: Ik heb je 4 weken geleden zoo gewaarschuwd
Aangeefster, 09:44:00: Ben zoooooo duidelijk geweest
Aangeefster, 09:44:05: En toen was je het met me eens
Verdachte, 09:44:07: Je hebt volkomen gelijk
Verdachte, 09:44:14: Valt niks op aan te merken
Aangeefster, 09:44:16: En dan laat je dit allemaal gebeuren in de tussentijd
12 april 2022:
Verdachte, 19:25:11: Prima ik wacht net zolang tot ik mijn zoon zie of spreek
Verdachte, 19:25:14: Geen probleem [slachtoffer]
Verdachte, 19:25:24: Dit bedoel ik dus met dat claimen
Aangeefster, 19:25:36: [verdachte] je trekt je zoon uit de auto
Verdachte, 19:25:39: Moeder die doet alsof ze alles voor elkaar heeft bij [zoon]
Aangeefster, 19:25:42: Slaat mij op mijn gezicht
Aangeefster, 19:25:47: Maakt me auto kapot
Verdachte, 19:25:48: Ik zei 10x geef hem aan mij
Verdachte, 19:25:51: Flikker toch op
Aangeefster heeft foto’s toegevoegd aan haar aangifte, waarvan in een proces-verbaal van bevindingen een vergelijking is gemaakt tussen de incidenten en de foto’s. [5]
In een verhoor op 15 juni 2022 heeft aangeefster deze foto’s geduid.
Afbeelding 1 betreft haar kuit, waarbij het gaat om letsel door het incident eind 2021, waarbij aangeefster een worsteling heeft gehad met verdachte. Het letsel is afkomstig van de haak van het raam die in haar been terecht is gekomen.
Afbeelding 2, 4, 10, 11, 14, 15 en 25 zijn foto’s met letsel naar aanleiding van een incident in 2019 toen ze bij het festival Harmony of Hardcore waren en waar ze ruzie hebben gekregen. Verdachte heeft aangeefster toen bij haar armen gepakt en meegenomen. Op de foto’s zijn blauwe plekken te zien. Op afbeelding 3 is letsel te zien van de dag waarop verdachte aangeefster in haar gezicht heeft gegrepen en haar een klap heeft gegeven. Het letsel op afbeelding 6, 8 en 12 is afkomstig van het incident op 27 april 2021, waardoor aangeefster een tand door haar lip had, blauwe borsten en blauwe plekken op haar armen. Het letsel op afbeeldingen 16 en 17 is waarschijnlijk afkomstig van de keren dat aangeefster met verdachte in een worsteling is gekomen. Afbeeldingen 18 en 19 zijn veroorzaakt door verdachte, maar aangeefster weet niet meer door welk incident. Op afbeelding 22 is te zien dat aangeefster een tand door haar lip had. Zij weet niet meer wanneer dit letsel is ontstaan, maar zij had dit met regelmaat, doordat verdachte haar sloeg of greep bij haar lip. [6]
De moeder van aangeefster, [getuige 1] , is gehoord als getuige. Zij heeft verklaard dat zij twee jaar geleden (de rechtbank leest: 2020) blauwe plekken zag bij aangeefster op haar armen en benen. Zij heeft een keer vingerafdrukken gezien op de bovenarm van aangeefster. Aangeefster zei dat dit kwam doordat zij was gevallen of omdat zij zich had gestoten. Getuige maakte zich zorgen, omdat zij aangeefster niet geloofde. Op koningsdag 27 april 2021 is getuige gebeld door verdachte, waarbij hij zei dat getuige meteen moest komen. Getuige hoorde [slachtoffer] en [zoon] op de achtergrond in paniek schreeuwen. Toen getuige met haar dochter bij aangeefster en verdachte aankwam, zei [zoon] : “papa heeft mama van de trap getrokken. Hij heeft aan de haren getrokken en geschopt.” Toen getuige binnenkwam zag zij dat er overal champignons in vet lagen. [7]
De broer van aangeefster, [getuige 2] , is eveneens als getuige gehoord. Hij heeft verklaard dat zijn moeder op koningsdag, 27 april 2021 werd gebeld door verdachte, waarop zijn moeder en zijn zus naar verdachte en aangeefster zijn gegaan. Zijn moeder vertelde getuige achteraf dat verdachte een pan eten naar aangeefster had gegooid. Getuige heeft naderhand blauwe plekken bij aangeefster gezien, haar benen en armen waren bont en blauw. Haar gezicht was ook blauw, vlakbij haar oog. Getuige heeft tevens verklaard dat aangeefster en verdachte in 2019 ruzie hebben gehad op het festival Harmony of Hardcore. Verdachte heeft aangeefster hierbij heel hard vastgepakt. Getuige heeft dit zelf niet gezien, maar zijn vrienden zagen het wel. [8]
[getuige 3] , een vriendin van aangeefster, heeft verklaard dat zij aangeefster wel eens met blauwe ogen heeft gezien. Aangeefster heeft haar ook verteld dat verdachte haar een klap had verkocht. Ook op koningsdag heeft aangeefster verschillende klappen en een knietje gehad van verdachte. Vaak is het een blauw oog, dat hij een keertje uithaalt, zo verklaart getuige. Getuige denkt dat aangeefster zeker wel zeven keer bij haar is gekomen met een blauw oog of dat zij vertelde dat verdachte haar pijn had gedaan of had opgesloten. [9]
De zus van aangeefster, [getuige 4] , heeft verklaard dat zij op koningsdag 2021 samen met haar moeder naar aangeefster en verdachte is gegaan. Zij zag dat in de woning een pan met champignons op de grond lag. Ook heeft getuige verklaard dat zij heeft gezien dat aangeefster regelmatig blauw plekken had op haar armen. [10]
Uit de medische verklaring van de huisartsenpraktijk van aangeefster blijkt dat aangeefster sinds juli 2018 op het spreekuur komt in verband met psychische klachten ten gevolge van huiselijk geweld. Zij is hiervoor ook bij de praktijkondersteuner GGZ in behandeling geweest. [11]
Conclusie
Al het voorgaande overziend en afwegend, is de militaire kamer van oordeel dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. De militaire kamer gaat voorbij aan het standpunt van de raadsman, waarin hij heeft gesteld dat de aangifte van aangeefster twijfelachtig is en dat deze verklaring extra onderbouwing behoeft. De militaire kamer is van oordeel dat de verklaring van aangeefster op wezenlijke onderdelen voldoende overtuigende steun vindt in ander bewijsmateriaal. Hoewel het steunbewijs niet ziet op alle onderdelen van de tenlastelegging, acht de militaire kamer ook die ten laste gelegde mishandelingen wettig en overtuigend bewezen, nu zij ook op die onderdelen geen enkele reden heeft te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster.
Voorafgaand aan de terechtzitting heeft de raadsman van verdachte een brief van aangeefster en een geluidsfragment toegezonden aan de militaire kamer, waarnaar hij heeft verwezen in zijn pleidooi. De militaire kamer is van oordeel dat deze ‘stukken’ niet tot een ander oordeel leiden. Zowel de brief als het geluidsfragment, daargelaten de vraag of dit fragment als bewijsmiddel in de zin van artikel 339 van het Wetboek van Strafvordering kan worden aangemerkt (quod non), doen immers, mede in het licht van het opportuniteitsbeginsel, niet af aan de aangifte van 12 mei 2022 en de klacht van 18 mei 2022.
Tevens is de militaire kamer van oordeel dat de ‘stukken’ waarnaar de raadsman verwijst in zijn pleidooi niet afdoen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster. De ‘stukken’ zijn na de tenlastegelegde periode opgemaakt, (in ieder geval deels) in het bijzin van de verdachte, waardoor de militaire kamer niet kan beoordelen onder welke feiten en omstandigheden een en ander is opgemaakt. De militaire kamer acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn levensgezel heeft mishandeld gedurende de ten laste gelegde periode.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
een ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 14 mei 2017 tot en met 12
april2022 te [plaats] ,
in elk geval in Nederlandzijn levensgezel, [slachtoffer] , heeft mishandeld door:
- meerdere malen,
althans eenmaal(met kracht) in/
op/tegen het gezicht
/hoofd, althans het lichaamvan die [slachtoffer] te slaan/stompen en
/of
- meerdere malen,
althans eenmaal(met kracht) die [slachtoffer] bij de armen vast te pakken en
/of
- meerdere malen,
althans eenmaal(met kracht) die [slachtoffer] in het gezicht te grijpen en
/ofvast te pakken en
/of
-
meerdere malen, althanseenmaal (met kracht) aan de benen van die [slachtoffer] te trekken en
/of
- champignons
en/of kokend, althans heet waterover het hoofd van die [slachtoffer] te gooien en
/of (vervolgens
)de pan tegen het lichaam van die [slachtoffer] te gooien en
/of
-
meerdere malen, althanseenmaal (met kracht) tegen het lichaam van die [slachtoffer] aan te duwen en
/ofdie [slachtoffer] tegen de trap aan te duwen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn levensgezel, meermaals gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en voorts tot het verrichten van 160 uren werkstraf subsidiair 80 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering is doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de eis van de officier van justitie moeilijk te begrijpen is, gezien het gaat om feiten van twee jaar geleden. Deze eis past niet bij de overschrijding van de redelijke termijn. De geëiste taakstraf wordt door de raadsman buitensporig geacht en deze past niet bij het feit. Alhoewel het gaat om een lange tenlastegelegde periode, gaat het daarentegen maar over vier incidenten. De raadsman verzoekt dan ook om bij een bewezenverklaring de eis van de officier van justitie te matigen.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode van vijf jaar schuldig gemaakt aan het meermalen mishandelen van zijn inmiddels ex-partner. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De militaire kamer neemt het verdachte extra kwalijk dat de mishandelingen meer dan eens hebben plaatsgevonden in het bijzijn van hun jonge zoontje en dat de mishandelingen veelal hebben plaatsgevonden in de woning waar verdachte en aangeefster toentertijd woonden. De woning zou altijd een plek moeten zijn waar men zich veilig kan voelen. Verdachte heeft met zijn handelen deze veiligheid aangetast. De militaire kamer heeft ter terechtzitting een verdachte gezien die in het geheel niet schuldbewust is.
Uit het uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte in 2015 een strafbeschikking opgelegd heeft gekregen wegens mishandeling van een politieagent. Echter, de militaire kamer weegt de justitiële documentatie van verdachte gelet op het tijdsverloop niet in strafverzwarende zin mee.
De militaire kamer heeft daarnaast kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 4 maart 2024. Hieruit volgt dat er geen zorgen zijn. Verdachte heeft geen financiële problemen en hij heeft een dagbesteding in de vorm van werk. Verdachte is niet meer werkzaam bij Defensie, aan hem is eervol ontslag verleend. Het risico op recidive kan door de reclassering niet worden ingeschat en zij kunnen tevens geen advies geven over interventies en/of toezicht. Er worden geen contra-indicaties gezien voor het opleggen van een taakstraf of een financiële sanctie.
Alles overwegend is de militaire kamer van oordeel dat de eis van de officier van justitie passend en geboden is. Verdachte lijkt de ernst van zijn handelen volstrekt niet in te zien, integendeel, hij meet zichzelf de rol van slachtoffer toe. De militaire kamer acht daarom een voorwaardelijke straf als stok achter de deur noodzakelijk.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
1 (één) maand;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van
160 (honderdzestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. van Wezel (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en Kapitein ter Zee (LD) mr. F.E. Venema (militair lid), rechters, in tegenwoordigheid van L. Willems, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 september 2024.
Mr. Y. van Wezel is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PV -063 (onderzoek 27CONWAY), gesloten op 25 november 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte, p. 32-36.
3.Ontvangst klacht door hulpofficier van justitie, p. 42-49.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 53-74.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 75-82.
6.Proces-verbaal van verhoor klaagster, p. 167-170.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 180-184.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 186-190.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 191-197.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 223-228.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 237-238.