ECLI:NL:RBGEL:2024:6495

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
10971399 \ CV EXPL 24-1978
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen verstekvonnis in huurkoopzaak met aansprakelijkheid van beherend vennoot

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, die oorspronkelijk gedaagde was, heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 17 januari 2024, waarbij hij was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.395,13 aan de besloten vennootschap Playmusic.NL B.V. en tot teruggave van een kassasysteem en een bonprinter. De opposant betwistte de aansprakelijkheid, stellende dat hij geen contractspartij was, maar als bedrijfsleider handelde voor de commanditaire vennootschap [bedrijf 1]. De kantonrechter oordeelde dat de opposant als beherend vennoot hoofdelijk aansprakelijk was voor de verplichtingen van de commanditaire vennootschap. De rechter heeft vastgesteld dat de huurkoopovereenkomsten rechtsgeldig zijn en dat de betalingsverplichtingen niet zijn nagekomen. De kantonrechter heeft het verstekvonnis vernietigd en de opposant veroordeeld tot betaling van de openstaande huurkooptermijnen, teruggave van de goederen en betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de geldwaarde van de terug te geven zaken vastgesteld op € 1.316,57 en de proceskosten op € 981,73. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10971399 \ CV EXPL 24-1978
Vonnis van 28 augustus 2024
in de zaak van
[opposant],
wonende te [woonplaats] ,
opposant in verzet,
oorspronkelijk gedaagde partij,
hierna te noemen: [opposant] ,
gemachtigde: mr. A.F.J. Huigens,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLAYMUSIC.NL B.V.,
gevestigd te Utrecht,
geopposeerde in verzet,
oorspronkelijk eisende partij,
hierna te noemen: Playmusic,
gemachtigde: Van den Berg, De Rie & Uyterlinde Incasso-Gerechtsdeurwaarders.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 maart 2024 en de daarin genoemde processtukken
- de akte overlegging producties van Playmusic
- de mondelinge behandeling van 26 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 9 februari 2022 en 13 maart 2022 hebben Playmusic en de inmiddels opgeheven commanditaire vennootschap [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ) twee huurkoopovereenkomsten gesloten, waarbij Playmusic aan [bedrijf 1] een EasyKassa FEC POS (hierna: het kassasysteem) en een STAR Netwerk Bonprinter (hierna: de bonprinter) onder eigendomsvoorbehoud heeft geleverd. [bedrijf 1] betaalt daarvoor een huurkoopsom van 24 maandelijkse termijnen van € 146,41 (inclusief btw) voor het kassasysteem en 12 maandelijkse termijnen van € 38,72 (inclusief btw) voor de bonprinter.
2.2.
Beide overeenkomsten zijn door [opposant] ondertekend.
2.3.
Op enig moment is een betalingsachterstand ter hoogte van een bedrag van € 1.395,13 ontstaan, waarvan 9 openstaande termijnen met betrekking tot het kassasysteem en 2 termijnen met betrekking tot de bonprinter.
2.4.
Bij brief van 9 juni 2023 heeft Playmusic [opposant] gesommeerd een bedrag van € 947,24 te voldoen, bij gebreke waarvan [opposant] het kassasysteem en de bonprinter uiterlijk op 20 juni 2023 dient in te leveren.
2.5.
[opposant] is niet tot betaling dan wel tot afgifte van het kassasysteem en de bonprinter overgegaan.
2.6.
Productie 4 bij akte overlegging producties van Playmusic omvat de volgende e-mail van 18 mei 2021 van [naam 1] :
“Geachte mevrouw [naam 2] ,
Sinds 1 mei 2021 hebben wij ons restaurant verkocht.
De nieuwe eigenaar Meneer en Mevrouw [opposant] blijven bij jullie voor software support. Hierbij hun kvk nummer: [nummer] .
Het mail adres en telefoonnummer blijft zelfde. (…)”

3.Het geschil

3.1.
Playmusic vordert, samengevat, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
i. de veroordeling van [opposant] tot betaling van € 1.652,11, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 1.395,13 vanaf 9 november 2023;
ii. de veroordeling van [opposant] tot teruggave binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis van het kassasysteem en de bonprinter op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag met een maximum van € 5.000,00;
iii. de vaststelling van de geldwaarde van het kassasysteem en de bonprinter, welke waarde bij daadwerkelijke teruggave in mindering kan strekken op de vordering van Playmusic op [opposant] ;
iv. de veroordeling van [opposant] tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Playmusic legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [opposant] in hoedanigheid van beherend vennoot van [bedrijf 1] hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van de (betalings)verplichtingen die [bedrijf 1] jegens Playmusic heeft.
3.3.
De vorderingen van Playmusic zijn (grotendeels) door de kantonrechter toegewezen bij verstekvonnis van 17 januari 2024 (zaaknummer 10821391 CV EXPL 23-8737, hierna: het verstekvonnis).
3.4.
Bij verzetdagvaarding van 21 februari 2024 vordert [opposant] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- ontheffing van de veroordeling tegen hem uitgesproken bij verstekvonnis van 17 januari 2024 onder zaaknummer 10821391 CV EXPL 23-8737 door de rechtbank Gelderland;
- veroordeling van Playmusic in de proceskosten van beide instanties.
3.5
[opposant] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat hij geen contractspartij is van Playmusic. De huurkoopovereenkomsten heeft hij namelijk ondertekend in zijn hoedanigheid van bedrijfsleider van [bedrijf 1] en derhalve namens de eigenaar van het restaurant, de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ). Voor het overige beroept [opposant] zich op schuldeisersverzuim en overmacht.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling relevant, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Verzet
4.1.
[opposant] heeft onweersproken gesteld dat hij op 6 februari 2024 bekend is geworden met het verstekvonnis van 17 januari 2024, derhalve is de kantonrechter van oordeel dat [opposant] tijdig verzet heeft ingesteld en aldus ontvankelijk is in het verzet.
4.2.
Omwille van de leesbaarheid van het dictum zal het verstekvonnis van 17 januari 2024 worden vernietigd en zal de kantonrechter opnieuw uitspraak doen in het onderhavige geschil.
Kwalificatie overeenkomst
4.3.
Vooropgesteld wordt dat sprake is van twee huurkoopovereenkomsten met betrekking tot een kassasysteem en een bonprinter zijn gesloten. Deze overeenkomsten worden gekwalificeerd als goederenkrediet, zodat de bepalingen van de eerste afdeling van titel 2B van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (BW) op die overeenkomsten van toepassing zijn.
Aansprakelijkheid [opposant]
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat de huurkoopovereenkomsten tot stand zijn gekomen tussen Playmusic en [bedrijf 1] . Playmusic stelt zich op het standpunt dat [opposant] als beherend vennoot van [bedrijf 1] hoofdelijk aansprakelijk is voor de nakoming van verplichtingen van [bedrijf 1] . [opposant] betwist dat hij beherend vennoot van [opposant] is geweest.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft te gelden dat [opposant] beherend vennoot van [bedrijf 1] was. Hiertoe is het volgende redengevend. Playmusic heeft op de mondelinge behandeling een Kamer van Koophandel-uittreksel over de bedrijfshistorie van [bedrijf 1] getoond, waaruit onbetwist volgt dat [opposant] vanaf 1 mei 2021 een vennoot was van [bedrijf 1] en dat hij per 1 december 2022 als vennoot is uitgetreden toen [bedrijf 1] werd omgezet naar een vennootschap onder firma. Op de vraag van de kantonrechter of [opposant] ook beherend vennoot was van [bedrijf 1] ten tijde van de totstandkoming van de huurkoopovereenkomsten heeft hij verklaard dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij eigenaar van [bedrijf 1] zou worden. Hoewel het uiteindelijk niet daarvan is gekomen, heeft hij naar zijn zeggen wel het restaurant beheerd en geëxploiteerd.
4.6.
Het oordeel dat [opposant] beherend vennoot van [bedrijf 1] was, brengt mee dat hij op grond van artikel 18 van het Wetboek van Koophandel (WvK) naast de commanditaire vennootschap hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden van de commanditaire vennootschap, in dit geval [bedrijf 1] . In zoverre heeft Playmusic dan ook terecht [opposant] in deze procedure betrokken. Onweersproken staat vast dat [bedrijf 1] de betalingsverplichtingen uit hoofde van de twee huurkoopovereenkomsten niet geheel is nagekomen en dat Playmusic gerechtigd is tot ontvangst van alle nog resterende termijnen. Hierna zal de kantonrechter de verweren van [opposant] bespreken.
De verweren van [opposant]
4.7.
heeft aangevoerd dat Playmusic in schuldeisersverzuim verkeert, omdat een heldere berekeningsgrondslag van haar vordering ontbreekt. [opposant] beroept zich op het bepaalde in artikel 6:58 BW. Dit verweer wordt gepasseerd, nu naar het oordeel van de kantonrechter niet is gebleken dat [opposant] bereid en in staat was de openstaande huurkooppenningen te voldoen dan wel het kassasysteem en de bonprinter terug te geven en dat hij daartoe het nodige heeft gedaan. Bereidheid tot nakoming is een kernvereiste voor intreding van schuldeisersverzuim op grond van artikel 6:58 BW.
4.8.
[opposant] heeft daarnaast aangevoerd dat hem schadevergoeding op grond van artikel 6:95 BW toekomt, nu Playmusic niet heeft voldaan aan de vereisten van ontbinding van de overeenkomsten ingevolge artikel 6:265 BW. Een betalingsachterstand op zichzelf rechtvaardigt nog geen contractbreuk, aldus [opposant] . Deze schade dient volgens hem verrekend te worden met de vorderingen van Playmusic. Ook dit verweer wordt verworpen bij gebreke van adequate onderbouwing.
4.9.
Verder heeft [opposant] zich ten aanzien van het inleveren van het kassasysteem en bonprinter beroepen op overmacht, omdat naar zijn zeggen hem de toegang tot het restaurant (thans: [bedrijf 2] ) waar volgens hem de zaken staan, wordt geweigerd. Naar het oordeel van de kantonrechter dient deze omstandigheid voor zijn rekening te blijven, zodat hij in beginsel gehouden is om de zaken af te geven aan Playmusic.
De vorderingen
4.10.
Playmusic vordert zowel betaling van de resterende huurkooppenningen en teruggave van het kassasysteem en de bonprinter. Toewijzing van beide vorderingen heeft, naar het oordeel van de kantonrechter, tot gevolg dat Playmusic in een betere vermogenstoestand komt dan bij het in stand blijven van de huurkoopovereenkomsten. Op grond van artikel 7:92 BW dient in dergelijke gevallen volledige verrekening plaats te vinden. In het verlengde hiervan bepaalt artikel 7:93 lid 2 BW dat de kantonrechter bij het vonnis waarin teruggave van de roerende zaken wordt bevolen, op vordering van één van partijen de geldwaarde van de terug te geven zaak vaststelt.
4.11.
Gelet op dit wettelijke kader komt de kantonrechter tot het volgende oordeel. [opposant] zal worden veroordeeld tot betaling van de resterende huurkooptermijnen van € 1.395,13 en tot afgifte van het kassasysteem en de bonprinter binnen twee weken na betekening van dit vonnis. Indien [opposant] het kassasysteem en de bonprinter aan Playmusic afgeeft, maakt [opposant] aanspraak op een waardevergoeding van € 1.316,57. Deze waardevergoeding is gebaseerd op de door Playmusic op de mondelinge behandeling verstrekte toelichting dat de waarde van het kassasysteem € 1.699,00 bedraagt en € 349,00 voor de bonprinter. Deze waardes zijn door [opposant] niet weersproken. De totale waarde van deze zaken bedraagt aldus € 2.048,00. Playmusic heeft, eveneens onweersproken, verklaard dat rekening moet worden gehouden met een levensduur van ongeveer 7 jaar van de voornoemde apparaten en met het gegeven dat 2,5 jaren zijn verstreken. Aldus wordt de geldwaarde van het kassasysteem en de bonprinter vastgesteld op € 2.048,00 – (€ 2.048,00/7*2,5) = € 1.316,57.
4.12.
De kantonrechter ziet aanleiding om de gevorderde dwangsom bij gebrek aan belang af te wijzen. [opposant] beschikt reeds over een voldoende prikkel om tot afgifte over te gaan wegens de vastgestelde geldwaarde.
4.13.
Playmusic maakt verder aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter acht voldoende aannemelijk gemaakt dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De hoogte van het gevorderde bedrag van € 209,26 is in overeenstemming met de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en die geacht worden redelijk te zijn. De vordering is daarom toewijsbaar.
4.14.
[opposant] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Playmusic worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
365,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2,00 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
981,73

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart het verzet grotendeels ongegrond;
5.2.
vernietigt het verstekvonnis van 17 januari 2024 met kenmerk 10821391 CV EXPL 23-8737;
5.3.
veroordeelt [opposant] om aan Playmusic te betalen een bedrag van € 1.395,13, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 1.395,13 vanaf 9 november 2023 tot aan de dag van algehele betaling;
5.4.
veroordeelt [opposant] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de EasyKassa FEC POS met serienummer PP9635COpr62200567 en de STAR Netwerk Bonprinter met serienummer 2550621070601162 aan Playmusic af te geven;
5.5.
stelt de geldwaarde van de EasyKassa FEC POS met serienummer PP9635COpr62200567 en de STAR Netwerk Bonprinter met serienummer 2550621070601162 vast op € 1.316,57;
5.6.
veroordeelt [opposant] om aan Playmusic te betalen een bedrag van € 209,26 aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.7.
veroordeelt [opposant] in de proceskosten van € 981,73 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [opposant] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.
51588 / 46409