In deze zaak gaat het om een geschil tussen een huurder en verhuurder over de uitleg van een exclusiviteitsbepaling in een huurovereenkomst. De huurder, aangeduid als [eiseres], heeft een sportkantine gehuurd van de gemeente en stelt dat de verhuurder, [gedaagde], in strijd met de huurovereenkomst een koffieautomaat heeft geplaatst in de keuken van het sportcomplex. De huurovereenkomst geeft de huurder het exclusieve recht op het uitoefenen van horeca-activiteiten binnen het complex. De kantonrechter heeft op 10 juli 2024 geoordeeld dat de plaatsing van de koffieautomaat niet in strijd is met de huurovereenkomst, omdat deze niet wordt aangemerkt als een horeca-activiteit. De kantonrechter heeft de vorderingen van de huurder afgewezen en de huurder veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M.D.R. Joppe en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.