ECLI:NL:RBGEL:2024:6471

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 augustus 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
136065-24 + 16/207139-21 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne wegens gebrek aan wetenschap en beschikkingsmacht

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 augustus 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 2 kilogram cocaïne. De verdachte, geboren in 1984 in Libanon en zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door raadsman mr. M. Broere. De tenlastelegging omvatte verschillende feiten, waaronder het rijden met een Audi en een Peugeot in een achtervolging door de politie, waarbij de Audi als smokkelvoertuig werd beschouwd.

Tijdens de zitting werd vastgesteld dat op 20 april 2024, bij een controle, in de Audi twee blokken cocaïne werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten vereist is dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de cocaïne en dat hij daarover beschikkingsmacht had. De verdachte ontkende kennis te hebben van de cocaïne en er waren geen overtuigende bewijzen die zijn betrokkenheid konden aantonen.

De rechtbank concludeerde dat het enkel achter elkaar rijden met de voertuigen niet voldoende was om de wetenschap van de verdachte met een voldoende mate van zekerheid aan te nemen. Ook was er geen bewijs dat de verdachte beschikkingsmacht had over de cocaïne, die immers in een andere auto was aangetroffen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf afgewezen, aangezien er geen bewezenverklaring was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team Strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/136065-24 + 16/207139-21 (tul)
Datum uitspraak : 13 augustus 2024
Tegenspraak (art. 279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] (Libanon),
zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats.
Raadsman: mr. M. Broere, advocaat in Roosendaal.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 april 2024 te Andelst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2 kilogram gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 20 april 2024 te Andelst, althans in Nederland, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 2 kilogram gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 20 april 2024 te Andelst, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
(als bestuurder van de Peugeot)
- continue samen en met korte tussenafstand met de Audi te rijden en/of
- continue voor de Audi te rijden en/of
- samen met de Audi met (te) hoge snelheid op de linkerrijbaan te rijden en/of
- ten tijde van de achtervolging te bellen met medeverdachte [medeverdachte] en/of
- te pogen weg te rijden van de politie,
althans te fungeren als (bestuurder van het) 'decoyvoertuig' en/of zo te zorgen voor afleiding en verkenning ten behoeve van de Audi, het smokkelvoertuig;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 20 april 2024 te Andelst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 20 april 2024 te Andelst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, op een of meer tijdstippen, op of omstreeks 20 april 2024 te Andelst, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
(als bestuurder van de Peugeot)
- continue samen en met korte tussenafstand met de Audi te rijden en/of
- continue voor de Audi te rijden en/of
- samen met de Audi met (te) hoge snelheid op de linkerrijbaan te rijden en/of
- ten tijde van de achtervolging te bellen met medeverdachte [medeverdachte] en/of
- te pogen weg te rijden van de politie,
althans te fungeren als (bestuurder van het) 'decoyvoertuig' en/of zo te zorgen voor afleiding en verkenning ten behoeve van de Audi, het smokkelvoertuig.

2.De standpunten

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van de feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De rechtbank stelt op basis van het dossier het volgende vast.
Aantreffen cocaïne
Op 20 april 2024 kwamen bij verbalisanten twee ANPR-hits binnen. Het ging om de kentekens van twee Duitse auto’s, een Peugeot en een Audi. Uit de reisbewegingen bleek dat beide voertuigen om 11:22 uur Nederland in kwamen rijden vanuit Duitsland. De voertuigen reden vervolgens steeds met een korte tussenafstand achter elkaar. De Peugeot reed steeds voorop. De verbalisanten hebben de bestuurders van beide auto’s laten stoppen. Verdachte [verdachte] reed in de Peugeot. Zijn medeverdachte en tevens broer [medeverdachte] reed in de Audi. Beide voertuigen werden door de verbalisanten onderzocht. In de Peugeot werd niets relevants aangetroffen. In de Audi werden in een verborgen ruimte onder de stoelen op de achterbank twee blokken cocaïne aangetroffen van 998,87 gram en 1002,65 gram.
Wetenschap en beschikkingsmacht
Voor een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten is vereist dat bij verdachte sprake was van wetenschap van de aanwezigheid van de cocaïne en dat hij daarover de beschikkingsmacht had.
Verdachte heeft verklaard niets te weten van de cocaïne in de Audi. Hij zou vrienden hebben afgezet op Schiphol. Er zijn geen berichten in zijn telefoon aangetroffen die wijzen op wetenschap van de cocaïne. De betrokkenheid van verdachte blijkt ook niet uit de verklaringen van zijn broer [medeverdachte] . Bij zowel verdachte als [medeverdachte] is DNA afgenomen ter vergelijking met sporen die zijn aangetroffen op de twee blokken cocaïne.
Op basis van dat DNA-onderzoek kan niet worden vastgesteld dat DNA van verdachte aanwezig is op de blokken. Het enkel en alleen telkens achter elkaar rijden door Nederland is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om de hier bedoelde wetenschap met een voldoende mate van zekerheid aan te nemen.
Verder blijkt uit het dossier ook niet wettig en overtuigend dat verdachte beschikkingsmacht over de cocaïne had. De cocaïne lag immers in een verborgen ruimte in een andere auto. Ook is niet gebleken van enige rolverdeling tussen verdachte en [medeverdachte] . De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Gelet op het voorgaande kan ook niet het voor medeplichtigheid vereiste opzet op het gronddelict en de hulp van verdachte hierbij wettig en overtuigend worden bewezen.
De rechtbank spreekt verdachte daarom van alle tenlastegelegde feiten vrij.

4.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 16/207139-21)

De politierechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft verdachte op 15 april 2022 veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaren voor het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straf (parketnummer 16/207139-21).
Dit vonnis is gewezen door mr. E.S.M. van Bergen (voorzitter), mr. J.S.W. Lucassen en E.H.T. Rademaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Duis – van Grol, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 augustus 2024.
mr. Van Bergen en mr. Duis – van Grol zijn niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.