ECLI:NL:RBGEL:2024:6458

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
AWB 24_440
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van bezwaar tegen watersysteemheffing in samenhang met WOZ-beschikking

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 10 maart 2023. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende voor het jaar 2022 een aanslag watersysteemheffing opgelegd voor een object in [plaats]. Het bezwaar van belanghebbende werd door de heffingsambtenaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 18 juni 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende aanwezig was, maar de heffingsambtenaar niet.

De heffingsambtenaar stelde dat de kwestie feitelijk betrekking had op de WOZ-waarde van het object. Belanghebbende bevestigde dat er nog een procedure loopt over de WOZ-beschikking en dat hij geen gronden heeft tegen de aanslag watersysteemheffing, behalve dat deze samenhangt met de WOZ-beschikking. De rechtbank constateerde dat er inderdaad een beroepsprocedure loopt over de WOZ-waarde, en dat de heffingsambtenaar ten onrechte uitspraak op bezwaar heeft gedaan voordat de WOZ-beschikking onherroepelijk was.

De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar had moeten wachten met het doen van uitspraak op bezwaar totdat de WOZ-beschikking definitief was. Aangezien dit niet is gebeurd, verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en droeg de heffingsambtenaar op om opnieuw uitspraak te doen op het bezwaar, rekening houdend met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/440

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van

in de zaak tussen

[belanghebbende], in [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [naam gemachtigde]),
en
de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Rivierenland, de heffingsambtenaar.

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 10 maart 2023.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2022 een aanslag watersysteemheffing opgelegd voor het object gelegen aan de [locatie] in [plaats].
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 18 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van belanghebbende deelgenomen. De heffingsambtenaar is met voorafgaande aankondiging niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

1. De heffingsambtenaar heeft aangevoerd dat het feitelijk gaat om de WOZ-waarde van het object. Belanghebbende heeft ter zitting bevestigd dat hierover nog een procedure loopt en dat hij tegen de aanslag watersysteemheffing geen gronden heeft, behalve dat deze aanslag samenhangt met de WOZ-beschikking.
2. Uit de gegevens die de rechtbank ambtshalve ter beschikking staan is gebleken dat er een beroepsprocedure loopt ter zake van de WOZ-waarde. De WOZ-beschikking is met dagtekening 30 september 2022 aan belanghebbende bekendgemaakt. Zij heeft daartegen op 6 oktober 2022 bezwaar gemaakt. Niettemin heeft de heffingsambtenaar met dagtekening 30 oktober 2022 de onderhavige aanslag opgelegd. Gelet op artikel 131 van de Waterschapswet had hij moeten wachten met het doen van uitspraak op bezwaar tot de WOZ-beschikking onherroepelijk is geworden. Dit heeft hij niet gedaan. Op 10 maart 2023 was er namelijk nog niet beslist op het bezwaar tegen de WOZ-beschikking. Momenteel loopt de beroepsprocedure nog.
3. Omdat de heffingsambtenaar ten onrechte al uitspraak op bezwaar heeft gedaan, is het beroep gegrond. De rechtbank zal de zaak terugwijzen naar de heffingsambtenaar zodat deze op het bezwaar kan beslissen nadat de procedure ter zake van de WOZ-beschikking is geëindigd.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • draagt de heffingsambtenaar op opnieuw uitspraak op bezwaar te doen met inachtneming van deze uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Eskes, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Zeldenrust, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (belastingkamer), Locatie Arnhem, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.