Op 20 september 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van zware mishandeling en mishandeling van het slachtoffer, geboren in 1997. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 30 oktober 2021 in een café in Ede, waar de verdachte het slachtoffer zou hebben geslagen en gebeten, wat leidde tot ernstig lichamelijk letsel. Tijdens de rechtszittingen op 19 september 2023 en 6 september 2024 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging gepleit voor vrijspraak van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte strafrechtelijk verantwoordelijk te houden voor de verwondingen van het slachtoffer. De getuigenverklaringen waren niet eenduidig en de rechtbank concludeerde dat de identificatie van de verdachte door een getuige niet betrouwbaar was. Bovendien was er geen bevestiging dat de persoon die het slachtoffer had geslagen ook degene was die hem had gebeten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen bewezenverklaring was.