Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
f.2.000 (€ 907,44) per maand.
3.Het verzoek en het verweer met zelfstandig verzoek
4.De beoordeling
- nadien door een wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen (lid 1), of
- indien zij van de aanvang af aan niet aan de wettelijke maatstaven heeft beantwoord doordat bij die uitspraak van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan (lid 4).
bovendiensprake is geweest van niet-verwijtbaar en niet voor herstel vatbaar inkomensverlies. Integendeel, tijdens de mondelinge behandeling is – daar naar gevraagd door de rechter - namens de man verklaard dat hij in 2004 vrijwillig zelf ontslag heeft genomen bij zijn toenmalige werkgever en dat daar nu niets meer aan te doen is. Namens de man is verder kort toegelicht dat hij destijds de verwachting had dat hij weer aan het werk zou komen, maar dat dat niet is gelukt. Waarom de man geen inkomen meer heeft kunnen verwerven, dan wel waarom dat niet van hem kon worden gevergd is niet verder door de man onderbouwd. Bij deze stand van zaken is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 1:401, vierde lid, BW. De rechtbank wijst het verzoek van de man daarom af.