ECLI:NL:RBGEL:2024:6424
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf in strafzaak met bijzondere voorwaarden
In deze strafzaak heeft de rechtbank Gelderland op 28 mei 2024 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 19 maanden, die eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was opgelegd. De veroordeelde, die niet ter terechtzitting verscheen, had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. De officier van justitie vorderde de volledige tenuitvoerlegging van de niet uitgevoerde gevangenisstraf, terwijl de verdediging vroeg om een verlenging van de proeftijd of om een gedeelte van de straf om te zetten in een taakstraf. De rechtbank overwoog dat de veroordeelde, door zonder overleg naar Turkije te vertrekken, het hulpverleningstraject had gestaakt en niet meer in contact stond met de reclassering. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk was om de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toe te wijzen, als signaal dat de veroordeelde zich aan de voorwaarden moet houden. Uiteindelijk gelastte de rechtbank de tenuitvoerlegging van 10 maanden gevangenisstraf en wees de vordering voor het overige af.