ECLI:NL:RBGEL:2024:6416

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
20 september 2024
Zaaknummer
C/05/439962 / HA ZA 24-422
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekverlening in personen- en familierechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 18 september 2024, is een vordering ingeleid door de eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Molenaar, tegen de gedaagde die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding, en op 21 augustus 2024 is er verstek verleend tegen de gedaagde. Echter, de rechtbank heeft geconstateerd dat de grondslag van de vordering niet een handelszaak betreft, maar een zaak van personen- en familierecht. Dit vereist volgens de wet een verzoekschriftprocedure in plaats van een dagvaardingsprocedure.

De rechtbank heeft op basis van artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) besloten om de vordering ambtshalve te verwijzen naar de sector Familie- en jeugdrecht. Dit houdt in dat de procedure voortgezet zal worden volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er op 21 augustus 2024 geen grond was om verstek te verlenen, en heeft daarom de eerder verleende verstekverlening vervallen verklaard.

De beslissing van de rechtbank houdt in dat het verstek vervalt, de procedure wordt voortgezet volgens de regels van de verzoekschriftprocedure, en de zaak wordt verwezen naar de juiste sector binnen de rechtbank. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/439962 / HA ZA 24-422
Vonnis van 18 september 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats]
eiser,
advocaat mr. B. Molenaar te Wijchen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiser heeft gevorderd zoals is vermeld in de dagvaarding waarmee deze procedure is ingeleid. De inhoud van deze dagvaarding moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
2.2.
Eiser heeft een exploot van dagvaarding van 9 augustus 2024 aangebracht op de rolzitting van 21 augustus 2024. Gedaagde is niet verschenen en vervolgens is tegen haar verstek verleend.
2.3.
Na de verstekverlening heeft de rechtbank echter geconstateerd dat de grondslag van de vordering niet een handelszaak betreft, maar een zaak van personen- en familierecht volgens Boek 1 BW, waarvoor het volgen van een verzoekschriftprocedure dwingend voorgeschreven is. Dit leidt ertoe dat de rechtbank de vordering op grond van artikel 69 Rv ambtshalve zal verwijzen naar de sector Familie- en jeugdrecht van deze rechtbank, locatie Arnhem. De rechtbank zal bevelen dat de procedure in de stand waarin zij zich bevindt zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure.
2.4.
Het voorgaande betekent ook dat er op 21 augustus 2024 geen grond was om tegen gedaagde verstek te verlenen. Daarom zal de rechtbank die verstekverlening vervallen verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart het op 21 augustus 2024 tegen gedaagde verleende verstek vervallen,
3.2.
beveelt dat de procedure zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure,
3.3.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de sector Familie- en jeugdrecht van deze rechtbank, locatie Arnhem.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2024.