Uitspraak
1.de rechtspersoon naar buitenlands recht[eiser 1 in conventie, verweerder 1 in reconventie] ,
2.
[eiser 2 in conventie, verweerder 2 in reconventie],
1.[gedaagde 1 in conventie] ,
2.
[gedaagde 2 in conventie],
3.
[gedaagde 3 in conventie],
4.
[gedaagde 4 in conventie en eiser 1 in reconventie],
5.
[gedaagde 5 in conventie],
6.
[gedaagde 6 in conventie, eiser 2 in reconventie],
1.De procedure
2.De verdere beoordeling in conventie
7.Conclusie
waarschijnlijker wanneer hypothese 2 waar is(de betwiste handtekeningen zijn vervalsingen van de handtekening van [gedaagde 5 in conventie] ) dan wanneer hypothese 1 waar is.
ongeveer even waarschijnlijk │iets
3.De verdere beoordeling in reconventie (tussen [gedaagde 4 in conventie en eiser 1 in reconventie] – [eisende partijen in conventie gezamenlijk] )
- het door [eisende partijen in conventie gezamenlijk] gelegde beslag wordt opgeheven,
- primair: [eisende partijen in conventie gezamenlijk] wordt veroordeeld om de drie kunstwerken ( [kunstwerk 3] , [kunstwerk 1] en [kunstwerk 2] ) af te geven dan wel te doen afgeven,
subsidiair: (voor zover afgifte onmogelijk is omdat de kunstwerken niet (meer) in het bezit zijn van [eisende partijen in conventie gezamenlijk] ) [eisende partijen in conventie gezamenlijk] wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding van € 2.555,72, een en ander te vermeerderen met wettelijke handelsrente, en dat - [eisende partijen in conventie gezamenlijk] in de proceskosten en nakosten wordt veroordeeld, te vermeerderen met wettelijke rente.