ECLI:NL:RBGEL:2024:6328
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van arbeidsovereenkomst en loonvordering na opzegging via WhatsApp
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 20 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en haar werkgever, aangeduid als [gedaagde]. De werknemer had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd als vakkracht en vorderde betaling van achterstallig loon, een transitievergoeding en wettelijke verhogingen na de opzegging van haar arbeidsovereenkomst door de werkgever. De werknemer stelde dat zij op 24 september 2023 via een WhatsApp-bericht haar ontslag had ingediend, maar dat dit bericht voortkwam uit frustratie over de werkomstandigheden en niet als een definitieve opzegging van haar dienstverband moest worden beschouwd.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet zomaar op het WhatsApp-bericht mocht vertrouwen als een duidelijke en ondubbelzinnige opzegging van de arbeidsovereenkomst. De rechter benadrukte dat de werkgever een onderzoeksplicht heeft om te verifiëren of de werknemer daadwerkelijk haar ontslag wilde indienen. Aangezien de werknemer na het versturen van het bericht niet meer opgeroepen werd om te werken en de werkgever geen goede redenen had om het loon niet te betalen, werd de vordering van de werknemer toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat het dienstverband van de werknemer doorliep en dat de werkgever verplicht was om het loon en de transitievergoeding te betalen.
De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 5.933,31 aan de werknemer, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de werkgever opgelegd. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.