2.1.In de huurovereenkomst uit 2019 staan, naast de bepalingen die zijn weergegeven in het tussenvonnis van 10 november 2023, nog de volgende artikelen:
“
(…)
Artikel 1 Object
1 Deze overeenkomst heeft betrekking op het object, plaatselijk bekend als het Afrika Museum, Postweg 6 te Berg en Dal, gemeente Groesbeek, omvattende het museumgebouw, alsmede de in 2005 gerealiseerde nieuwbouw ten behoeve van het museum; kantoorgebouw, restaurant en parkeerterrein, het geheel waarop en waarin thans het Afrika Museum is gehuisvest (hierna: het gehuurde).
2. (…)
3. (…)
Artikel 5 Wijzigingen of voorzieningen door NMvW
1. Het is NMvW niet toegestaan zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van CHG bouwkundige/constructieve veranderingen aan te brengen aan het gehuurde. Onder veranderingen worden in dit artikel ook voorzieningen verstaan.
2. CHG zal in geen geval toestemming verlenen, wanneer zwaarwichtige bezwaren van CHG zich tegen de verandering verzetten.
3. CHG is bevoegd aan de in dit artikel bedoelde toestemming voorschriften voor NMvW te verbinden, met name met betrekking tot de te gebruiken materialen, de toe te passen constructie en de te volgen werkwijze, in het bijzonder met het oog op de mogelijkheid voor toekomstig onderhoud en veiligheid.
4. CHG zal bij het verlenen van toestemming kenbaar maken of de veranderingen bij het einde van de huurovereenkomst wel of niet ongedaan gemaakt moeten worden.
5. Veranderingen die NMvW zonder voorafgaande toestemming van CHG heeft aangebracht, zullen op eerste aanzegging van CHG door NMvW ongedaan worden gemaakt.
6. Een door CHG gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen.
(…)
Artikel 9 Tuin, erf, erfafscheidingen
1. NMvW is verplicht de tuin aan te leggen, te gebruiken en te handhaven en het erf en de tuin niet te bezigen voor de opslag van zaken van welke aard ook, of voor het stallen van auto’s. (…)
2. Het is NMvW niet toegestaan zonder toestemming van CHG, erfafscheidingen, schuren of andere opstallen te plaatsen, te wijzigen of te verwijderen, anders dan die, welke deel uitmaken of zullen gaan uitmaken van het buitenmuseum.
3. Het bepaalde onder artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Onderhoud
1. CHG is verplicht het gehuurde aan de buitenzijde en NMvW is verplicht het gehuurde aan de binnenzijde in goede staat van onderhoud te houden en daartoe tijdig en op deugdelijke wijze - ieder voor eigen rekening - die voorzieningen (vernieuwingen daaronder begrepen) te treffen of te doen treffen die daarvoor nodig zijn en waartoe de wet of enig wettelijk voorschrift een of beide partijen verplicht.
2. Ter verduidelijking dan wel in afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid dan wel in aanvulling daarop wordt in het aanhangsel bij deze overeenkomst bepaald welke partij de kosten van het onderhoud dient te voldoen.
3. (…)
4. (…)
Artikel 11 Schade en aansprakelijkheid
1. Wanneer in of aan het gehuurde schade is ontstaan of dreigt te ontstaan, dient NMvW CHG terstond daarvan in kennis te stellen. (…)
2. Indien er onmiddellijke schade dreigt of ontstane schade zich dreigt uit te breiden, dient NMvW dit terstond bij CHG te melden en is NMvW verplicht om onverwijld passende maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van (verdere) schade in of aan het gehuurde. (…)
3. Indien NMvW nalaat onderhoud, herstel of vernieuwing te haren laste uit te voeren of te doen uitvoeren, dan wel indien deze op onoordeelkundige of slechte wijze zijn uitgevoerd, is CHG gerechtigd die werkzaamheden voor rekening en risico van NMvW te (doen) verrichten, nadat NMvW in de gelegenheid is gesteld om onderhoud, herstel of vernieuwing alsnog zelf te (laten) doen. Die gelegenheid wordt NMvW geboden door een schriftelijke aanmaning, waarin zij in gebreke wordt gesteld en waarbij haar een redelijke termijn voor nakoming wordt verleend. (…)
4. (…)
5. (…)
6. (…)
7. (…)
8. NMvW is aansprakelijk voor schade aan het gehuurde, die is ontstaan door haar toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting uit deze overeenkomst. Alle schade, behalve brandschade, wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan. (…)”