Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van 27 juni 2024, met 2 bijlagen;
- de brief van de rechtbank van 11 juli 2024 aan verzoeker;
- de brief van de rechtbank van 26 juli 2024 aan verzoeker.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. Verzoeker had een verzoek ingediend tot heropening van de vereffening van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, alsook tot benoeming van een vereffenaar, op basis van artikel 2:23c lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Het verzoekschrift was gedateerd op 27 juni 2024 en vergezeld van twee bijlagen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het verzoek niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in het procesreglement. In een brief van 26 juli 2024 is verzoeker geïnformeerd over de tekortkomingen van zijn verzoek en is hem een termijn van twee weken gegeven om het verzuim te herstellen. Verzoeker heeft echter geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om zijn verzoek aan te passen.
Gelet op het bovenstaande heeft de rechtbank besloten verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. I.W.M. Olthof op de zitting van 4 september 2024.