In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag en zware mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 januari 2023 in Arnhem een mes heeft gebruikt tegen de aangever, maar dat er geen aanmerkelijke kans op de dood van de aangever is geweest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet met opzet heeft geprobeerd de aangever van het leven te beroven, maar eerder handelde uit zelfverdediging. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en getuigen in overweging genomen, evenals de letselinterpretatie van een forensisch arts. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich in een noodweersituatie bevond en dat zijn handelen niet disproportioneel was. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, maar werd wel vastgesteld dat hij zich schuldig had gemaakt aan poging tot zware mishandeling. Uiteindelijk werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging op grond van noodweer.