ECLI:NL:RBGEL:2024:6064

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
10509038 CV EXPL 23-1610
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak over bewijslevering in geschil tussen garagebedrijf en eigenaar auto

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft het garagebedrijf Auto Rima B.V. een vordering ingesteld tegen de eigenaar van een auto, H.O.D.N. [bedrijf 1], met betrekking tot een reparatieopdracht. De procedure is gestart in conventie, waarbij Auto Rima stelt dat de eigenaar de opdracht voor de reparatie heeft gegeven. In reconventie heeft de eigenaar een verklaring voor recht gevorderd dat er geen overeenkomst bestaat tussen hem en Auto Rima. De kantonrechter heeft op 21 augustus 2024 uitspraak gedaan.

In de uitspraak heeft de kantonrechter vastgesteld dat Auto Rima niet is geslaagd in het bewijs dat de eigenaar de opdracht voor de reparatie heeft verstrekt. Diverse getuigen zijn gehoord, waaronder medewerkers van Auto Rima, maar geen van hen kon met zekerheid bevestigen dat de eigenaar de opdracht had gegeven. De verklaringen waren vaag en er was onvoldoende bewijs om de stelling van Auto Rima te onderbouwen. De kantonrechter concludeert dat de vorderingen van Auto Rima moeten worden afgewezen.

In reconventie heeft de kantonrechter de gevorderde verklaring voor recht toegewezen, waarmee is vastgesteld dat er geen overeenkomst bestaat tussen Auto Rima en de eigenaar. De vordering van Auto Rima om de auto kosteloos te retourneren is afgewezen, omdat hiervoor geen rechtsgrond is gesteld. De proceskosten zijn toegewezen aan de eigenaar, waarbij de kosten in reconventie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer: 10509038 \ CV EXPL 23-1610
Vonnis van 21 augustus 2024
in de zaak van
AUTO RIMA B.V.,
te Druten,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Auto Rima,
gemachtigde: mr. drs. J.J.F.M. Konings (Invorderingsbedrijf B.V.),
tegen
[ged in conv/eis in reconv],
H.O.D.N. [bedrijf 1] ,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [ged in conv/eis in reconv] ,
gemachtigde: M.T.M. Fluitman LLB.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 24 januari 2024;
- de akte uitlaten bewijslevering van Auto Rima, ingekomen ter griffie op 26 maart 2024;
- de rolbeschikking van 27 maart 2024;
- de akte van [ged in conv/eis in reconv] van 10 april 2024;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor en tegengetuigenverhoor van 27 juni 2024;
- de conclusie na getuigenverhoor van beide partijen van 7 augustus 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie
2.1.
Volhard wordt bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van
24 januari 2024.
2.2.
Auto Rima is in het tussenvonnis toegelaten tot het leveren van bewijs – door alle middelen rechtens – van haar stelling dat de opdracht voor de reparatie van de auto door of namens [ged in conv/eis in reconv] is verstrekt.
2.3.
Auto Rima heeft ter uitvoering van de bewijsopdracht vijf getuigen laten horen: haar bestuurder [naam 1] , haar werknemers [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] en [ged in conv/eis in reconv] . [ged in conv/eis in reconv] heeft in het tegengetuigenverhoor [naam 5] laten horen.
2.4.
Hierna wordt eerst de inhoud van de getuigenverklaringen weergegeven, voor zover die van belang is voor de bewijsbeoordeling.
a.
[naam 1]heeft onder meer verklaard:
Ik heb de reparatie aangenomen, telefonisch, dat wil zeggen dat ik dus contact heb gehad met degene die de opdracht gaf. Ik weet niet meer wie de opdracht heeft gegeven, het is 2 jaar geleden en ik heb 800 klanten per dag. (…) U toont mij productie 1 bij de conclusie van repliek in conventie. Dit zijn twee briefjes. (…) Het kleine briefje op de tweede productie is van mijn hand. (…) Het 06-nummer dat linksboven op de printscreen staat heb ik ook genoteerd. U vraagt mij wat de aanleiding is geweest om dat nummer te noteren. Hierop antwoord ik dat dit kennelijk het nummer is van de meneer die ik aan de telefoon heb gehad. De werkzaamheden zijn vervolgens uitgevoerd. Ik heb daarna twee keer gebeld naar de opdrachtgever. Ik heb toen gebeld naar het nummer van [ged in conv/eis in reconv] en ook naar het 06-nummer dat op de notitie staat. Ik heb iemand aan de telefoon gehad, ik weet niet meer bij welk telefoonnummer dat was. (…) Ik ken meneer [naam 6] niet, ik heb hem ook nooit gezien. Meneer [ged in conv/eis in reconv] ken ik ook niet en die heb ik ook nooit gezien.
b.
[naam 2]heeft onder meer verklaard:
Ik heb de auto destijds in Apeldoorn opgehaald met een auto-ambulance. Ik heb dit gedaan in opdracht van Auto Rima, mijn werkgever. Ik meen mij te herinneren dat de auto op een soort binnenplaatsje stond met wat garageboxen, maar het is wel twee jaar geleden. Ik houd niet bij naar welke adressen ik allemaal rijd. Ik neem aan dat we van iemand de sleutels hebben gekregen, maar wie dat was weet ik niet. (…) Meneer [ged in conv/eis in reconv] , hier aanwezig, komt mij niet bekend voor. Ik ken ook geen meneer [naam 6] . (…)
c.
[naam 3]heeft onder meer verklaard:
U vraagt mij wie de opdracht heeft verstrekt voor het repareren en mijn antwoord daarop is dat dit meneer [ged in conv/eis in reconv] is geweest. Ik heb meneer [ged in conv/eis in reconv] nooit gezien. Ik heb tien tot twaalf keer telefonisch contact gehad. Ik heb zowel naar het 06-nummer als het 055-nummer gebeld. Ik kan niet met honderd procent zekerheid zeggen of ik met beide nummers contact heb gehad, anders zou ik liegen. Alle keren heb ik een meneer aan de telefoon gehad. Deze meneer heeft ook meerdere malen heel duidelijk aangegeven dat hij meneer [ged in conv/eis in reconv] was. Ik heb nooit van meneer [naam 6] gehoord. (…) Zoals meneer [ged in conv/eis in reconv] nu naar mij doet, dat herken ik. (…) Meneer Fluitman houdt mij voor hetgeen ik aan hem heb verklaard in een telefoongesprek van 10 oktober 2023. Hierin zeg ik dat ik niet weet wie de opdracht heeft gegeven. Ik heb zojuist verklaard dat dat meneer [ged in conv/eis in reconv] is geweest. U vraagt mij hoe dat kan? Hierop antwoord ik dat ik telkens contact heb gehad met een meneer die zei dat hij [ged in conv/eis in reconv] was. Verder is het correct wat ik tegen meneer Fluitman heb gezegd, dat ik de opdracht niet heb aangenomen en zijn naam niet heb opgeschreven. (…)
d.
[naam 4]heeft onder meer verklaard:
Ik ken deze meneer [ged in conv/eis in reconv] , hier aanwezig, niet. Van [naam 6] had ik ook nooit gehoord totdat deze zaak begon. (…) Ik heb telefoontjes gekregen van een man over de Volvo. Ik kan mij niet herinneren dat deze man een naam heeft genoemd. Ik kan ook niet zeggen of het elke keer dezelfde man was. (…) Ik heb zelf twee keer telefonisch contact gelegd vanuit Auto Rima. Ik kreeg daarbij iemand aan de telefoon. Ik weet niet meer welk nummer ik gebeld heb. Ik weet ook niet of degene die de telefoon beantwoordde zijn naam heeft genoemd. Ik kan mij herinneren dat er een telefoongesprek is gevoerd tussen meneer [naam 3] en de opdrachtgever van de autoreparatie. Ik was in dezelfde ruimte als meneer [naam 3] en de telefoon stond op luidspreker. (…) Ik kan niet zeggen of er in dit telefoongesprek een naam genoemd is van de opdrachtgever.
e. [ged in conv/eis in reconv] heeft – zakelijk weergegeven – volhard in zijn stelling dat niet hij maar [naam 6] de opdracht heeft gegeven aan Auto Rima.
2.5.
Op grond van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen komt de kantonrechter tot het oordeel dat Auto Rima het verlangde bewijs niet heeft geleverd. Zo verklaart [naam 1] dat hij niet weet wie de opdracht heeft gegeven en kent hij [ged in conv/eis in reconv] en [naam 6] beiden niet. [naam 1] verklaart dat hij zowel met het 055-nummer als met het 06-nummer heeft gebeld, maar hij weet niet via welk nummer hij contact heeft gelegd. Over het 06-nummer, dat toebehoort aan [naam 6] , verklaart [naam 1] bovendien dat dit kennelijk het nummer van de opdrachtgever is. Ook [naam 4] heeft verklaard dat zij [ged in conv/eis in reconv] en [naam 6] niet kent en dat zij de naam niet weet van degene die haar heeft gebeld over de auto. Verder heeft [naam 4] verklaard dat zij zelf twee keer heeft gebeld, maar weet zij niet meer naar welk nummer en weet zij de naam niet van degene met wie zij contact had. Ook weet zij de naam niet van degene met wie [naam 3] in haar bijzijn een telefoongesprek heeft gevoerd. [naam 3] verklaart weliswaar dat het [ged in conv/eis in reconv] is geweest die de opdracht heeft gegeven, maar uit zijn verklaring blijkt verder dat hij dit alleen baseert op het feit dat degene met wie hij contact had, verklaarde dat hij [ged in conv/eis in reconv] was. [naam 3] heeft [ged in conv/eis in reconv] nooit gezien en weet ook niet via welk nummer hij contact had met de persoon die stelde [ged in conv/eis in reconv] te zijn. De verklaring van [naam 3] dat hij het gedrag van [ged in conv/eis in reconv] tijdens het getuigenverhoor wel herkent, is onvoldoende voor de conclusie dat hij met [ged in conv/eis in reconv] telefonisch contact heeft gehad. Uit voormelde verklaringen blijkt dus niet dat het contact over de uit te voeren reparatie is gevoerd met (het telefoonnummer van de onderneming van) [ged in conv/eis in reconv] terwijl [naam 1] met zijn verklaring dat het 06-nummer ‘kennelijk van de opdrachtgever is’ juist [naam 6] aanwijst als opdrachtgever.
2.6.
Ook de verklaring van [naam 2] levert het verlangde bewijs niet. [naam 2] weet immers niet van welk adres hij de auto heeft opgehaald en van wie hij de sleutels toen heeft gekregen. Dat [naam 2] heeft verklaard dat de auto op ‘een soort binnenplaatsje stond’ en [naam 5] heeft verklaard dat het adres van [ged in conv/eis in reconv] ‘een klein hofje’ betreft, betekent ook niet dat de auto is opgehaald van het adres van [ged in conv/eis in reconv] . [naam 5] heeft namelijk ook verklaard dat in dat hofje geen auto past. Maar als al juist is dat de auto van het adres van [ged in conv/eis in reconv] is opgehaald, betekent dat niet dat [ged in conv/eis in reconv] daar zelf bij is geweest. Dat kan ook een derde zijn geweest. [naam 5] herkent [ged in conv/eis in reconv] tijdens het getuigenverhoor in elk geval niet, zo heeft hij eveneens verklaard. Aldus is niet gebleken dat [naam 2] [ged in conv/eis in reconv] heeft gesproken en, zoals in het tussenvonnis is overwogen, is een mededeling van een derde ( [naam 6] ?) dat de factuur op de bedrijfsnaam van [ged in conv/eis in reconv] gesteld moet worden onvoldoende voor de conclusie dat Auto Rima mocht aannemen dat er een volmacht was.
2.7.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen van Auto Rima moeten worden afgewezen.
2.8.
Auto Rima is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [ged in conv/eis in reconv] worden vastgesteld en begroot op:
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
813,00
in reconventie
2.9.
Gelet op de uitkomst in conventie, zal de gevorderde verklaring voor recht in reconventie worden toegewezen.
2.10.
Voor het kosteloos retourneren van de auto door Auto Rima aan [ged in conv/eis in reconv] is geen rechtsgrond gesteld of gebleken. De vordering zal in zoverre dan ook worden afgewezen.
2.11.
In de uitkomst van de procedure in reconventie en gelet op de samenhang met de procedure in conventie wordt aanleiding gezien de proceskosten in reconventie te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
3.1.
wijst de vorderingen af;
3.2.
veroordeelt Auto Rima in de proceskosten van € 813,00, te vermeerderen met de kosten van betekening als Auto Rima niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
in reconventie
3.3.
verklaart voor recht dat er geen overeenkomst bestaat tussen Auto Rima en [ged in conv/eis in reconv] uit hoofde waarvan [ged in conv/eis in reconv] een bedrag verschuldigd is aan Auto Rima;
3.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij met de eigen kosten belast blijft;
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C.J.I.M. van Dorp en in het openbaar uitgesproken op
21 augustus 2024.
ds