Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 22 augustus 2024,
- de pleitnota van de man.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 22 augustus 2024, betreft het een kort geding waarin de vrouw, hierna aangeduid als eiseres, vorderingen heeft ingesteld tegen de man, hierna aangeduid als gedaagde, met betrekking tot de terugverhuizing naar Arnhem met hun minderjarige dochter. De vrouw had eerder met de dochter naar Den Helder verhuisd zonder toestemming van de man, wat leidde tot een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland op 14 augustus 2024, waarin de vrouw werd bevolen om terug te verhuizen naar Arnhem. De vrouw heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en vordert in het kort geding schorsing van de uitvoerbaarheid van het vonnis van de rechtbank Noord-Holland, evenals een wijziging van de zorg- en contactregeling. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de belangen van de man bij de tenuitvoerlegging van het vonnis zwaarder wegen dan de belangen van de vrouw. De voorzieningenrechter heeft de uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis van 14 augustus 2024 geschorst tot 30 augustus 2024, zodat de vrouw meer tijd heeft om met de dochter terug te keren naar Arnhem. De voorlopige zorg- en contactregeling is eveneens geschorst tot dezelfde datum. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.