ECLI:NL:RBGEL:2024:5984

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 september 2024
Publicatiedatum
2 september 2024
Zaaknummer
AWB - 23 _ 2462
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M. Emaus - Visschers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering omgevingsvergunning voor buitensportlocatie met padelbanen vanwege strijd met goede ruimtelijke ordening

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de weigering van een omgevingsvergunning voor een buitensportlocatie met padelbanen. Eiseres had op 5 april 2022 een aanvraag ingediend voor een tijdelijke inrichting van de locatie tot 3 oktober 2032, maar het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen heeft op 17 maart 2023 de eerder verleende vergunning herroepen. De rechtbank behandelt het beroep op 5 juli 2024 en concludeert dat het college in redelijkheid de vergunning heeft kunnen weigeren vanwege strijd met de goede ruimtelijke ordening, met name door de te verwachten geluidseffecten van de padelbanen. De rechtbank oordeelt dat de geluidsbelasting niet voldoet aan de normen van het Activiteitenbesluit milieubeheer en dat de parkeerplaatsen in strijd zijn met het bestemmingsplan. Eiseres had niet de gelegenheid om het ecologisch onderzoek aan te vullen, wat ook een reden was voor de weigering. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/2462

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. B. van Treijen)
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen

(gemachtigde: mr. A. Ok).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de in de beslissing op bezwaar geweigerde omgevingsvergunning.
1.1.
Het college heeft op 3 oktober 2022 een omgevingsvergunning verleend. In de beslissing op bezwaar van 17 maart 2023 heeft het college de eerder verleende omgevingsvergunning alsnog geweigerd.
1.2.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 5 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens eiseres [persoon A] met gemachtigde en de gemachtigde van het college.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiseres heeft op 5 april 2022 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het tijdelijk inrichten, tot 3 oktober 2032, van een buitensportlocatie met vijf padelbanen, buitensporttoestellen en receptie op het adres [locatie] in [plaats] . Het college heeft op 3 oktober 2022 de gevraagde omgevingsvergunning verleend. In de beslissing op bezwaar van 17 maart 2023 heeft het college naar aanleiding van bezwaarschriften van omwonenden het besluit van 3 oktober 2022 herroepen en de gevraagde omgevingsvergunning alsnog geweigerd omdat volgens het college de padelbanen in strijd zijn met het bestemmingsplan en voor het afwijken van het bestemmingsplan sprake moet zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarvan is volgens het college geen sprake omdat de geluidsbelasting van de beoogde padelbanen niet voldoet aan de geluidsgrenswaarden die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het college heeft ook beslist dat de parkeerplaatsen in het bouwplan die op een groenbestemming zijn gelegen, in strijd zijn met het bestemmingplan en heeft een vergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan geweigerd omdat geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Het college stelt ter onderbouwing (onder meer) dat de parkeerplaatsen niet zijn meegenomen in het ecologisch onderzoek (Quickscan natuur aanleg padelbanen [locatie] te [plaats] van 17 januari 2022; hierna: de quickscan) dat door [adviesbureau 1] is uitgevoerd, wat betekent dat de effecten van het bouwplan op de natuurwaarden, soorten, gebieden en plant- en diersoorten niet voldoende en zorgvuldig zijn onderzocht.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de weigering van de aangevraagde omgevingsvergunning. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
4. Het beroep is ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Heeft het college in heroverweging de omgevingsvergunning alsnog kunnen weigeren?
5. Eiseres voert aan dat het erop lijkt dat het college onterecht en onzorgvuldig onder druk van de publieke opinie de reeds verleende omgevingsvergunning heeft ingetrokken zonder eiseres in de gelegenheid te stellen de aanvraag aan te vullen door (onder andere) het ontbrekende ecologisch onderzoek voor het deel van het perceel dat gebruikt wordt voor parkeren op eigen terrein alsnog aan de aanvraag toe te voegen of te doen herstellen.
5.1.
Het college stelt zich op het standpunt dat padel qua ruimtelijke uitstraling overeenkomt met tennis, maar qua geluidsbelasting wezenlijk andere ruimtelijke gevolgen veroorzaakt dan tennisbanen. Daarom past padel volgens het college bij nader inzien niet binnen de functieaanduiding “tennisbanen” zoals opgenomen in het bestemmingsplan “ Nijmegen Goffert-Winkelsteeg 2017”. Dit betekent dat het college in heroverweging heeft moeten beoordelen of kan worden afgeweken van het bestemmingsplan. [1] Daarvoor moest het college beoordelen of sprake is van een goede ruimtelijke ordening [2] en moest het college beoordelen of een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik kan worden verleend als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Het college stelt zich op het standpunt dat onvoldoende duidelijk is of de padelbanen in overeenstemming zijn met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij is het volgende van belang. Uit het door eiseres overgelegde akoestisch onderzoek van adviesbureau [adviesbureau 2] van 6 september 2022 (hierna: het akoestisch onderzoek) blijkt dat de geluidsbelasting van de beoogde padelbanen niet voldoet aan de geluidsgrenswaarden die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Er zouden geluidsreducerende maatregelen genomen kunnen worden, maar dat vereist een nader akoestisch onderzoek. Daarnaast is de haalbaarheid van deze maatregelen afhankelijk van de medewerking van omwonenden.
Wat betreft het voorstel van eiseres om op het terrein een experimentele padelbaan te realiseren, stelt het college dat deze experimentele padelbaan geen onderdeel uitmaakt van de aanvraag en dat daarvoor een ruimtelijke afweging moet worden gemaakt, een nieuw akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd en dat een melding in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer moet worden gemaakt en er bovendien opnieuw moet worden getoetst aan de Wet Natuurbescherming.
Omdat nader onderzoek moet worden verricht is heeft het college in heroverweging besloten de omgevingsvergunning te weigeren en heeft het college eiseres niet in de gelegenheid gesteld een en ander te repareren.
5.2.
De beroepsgrond slaagt niet. Anders dan eiseres betoogt heeft het college in redelijkheid kunnen besluiten de omgevingsvergunning vanwege strijd met een goede ruimtelijke ordening te weigeren. De bezwaarschriftenprocedure biedt het college de mogelijkheid om, voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, het bestreden besluit te herroepen en voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit te nemen. [3]
5.3.
Zoals onder 5.1 overwogen, heeft het college de geluidsbelasting die de padelbanen veroorzaken in heroverweging (alsnog) getoetst aan de geluidsgrenswaarden die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Artikel 2.17, in samenhang gelezen met tabel 2.17a, van het Activiteitenbesluit Milieubeheer bepaalt dat voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,Lt ter plaatse van gevoelige gebouwen een standaardgeluidnorm geldt van 50, 45 en 40 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode. Voor het maximale geluidniveau LAmax geldt op grond van dezelfde bepaling een standaardgeluidnorm van 70, 65 en 60 dB(A) voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.
5.4.
Uit het akoestisch onderzoek (zie onder 5.1) blijkt dat de geluidsbelasting van de beoogde padelbanen niet voldoet aan deze geluidsgrenswaarden. Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) is maximaal 53 dB(A) in de dagperiode en 54 dB(A) in de avondperiode. Daarbij is rekening gehouden met een impulstoeslag van +5 dB voor impulsgeluid, zoals voorgeschreven in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. Dit betekent dat het college in redelijkheid het standpunt heeft kunnen innemen dat het inrichten van de buitensportlocatie met vijf padelbanen in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en alleen al om die reden de omgevingsvergunning heeft kunnen weigeren.
5.5.
Dit oordeel brengt mee dat aan het verzoek van eiseres om te beoordelen of de voor het overige deel van het perceel gemaakte quickscan (zie onder 2) voldoende is voor een vergunning in tijdelijke vorm om een oordeel te kunnen geven over het te verwachten milieueffect op de gehele locatie niet kan worden voldaan. Het college kan immers alleen al hierom de omgevingsvergunning weigeren.
Moet het college aan eiseres een groter deel van de leges terugbetalen dan het college tot nu toe heeft gedaan?
6. Eiseres betoogt dat door het alsnog weigeren van de omgevingsvergunning schade is ontstaan. [persoon A] heeft op de zitting toegelicht dat eiseres een groter deel van de leges die zij voor de geweigerde omgevingsvergunning heeft voldaan terug wil ontvangen dan zij tot nu toe heeft terugontvangen. Eiseres heeft van het college het dringende advies gehad om een nieuwe aanvraag te doen. Eiseres heeft daaraan voldaan maar diende daarvoor opnieuw leges te betalen. [persoon A] stelt dat eiseres in totaal voor de beide aanvragen (ongeveer)
€ 30.000,- aan leges heeft betaald. Voor de geweigerde omgevingsvergunning heeft zij slechts een bedrag van € 3.050,- terug ontvangen, dat is te weinig en betekent dat de risico’s van de procedure niet eerlijk zijn gedeeld.
6.1.
De beroepsgrond slaagt niet. Het betoog van eiseres over de al dan niet ten onrechte betaalde leges kan in de voorliggende procedure niet aan de orde komen. Hier ligt uitsluitend de beoordeling van de geweigerde omgevingsvergunning voor. Eiseres had kunnen opkomen tegen het door de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen genomen legesbesluit.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Emaus - Visschers, rechter, in aanwezigheid
van mr. M.H. Dijkman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wabo.
2.Op grond van artikel 2.12, eerste lid, sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo).
3.Dit staat in artikel 7:11, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).