ECLI:NL:RBGEL:2024:5951
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verwijzing naar andere rechtbank in gezags- en adoptiezaken
In de zaak met zaaknummer C/05/439632 / FA RK 24-2639, waarin de moeder verzoekt om eenhoofdig gezag, en de zaak met nummer C/05/439565 / FA RK 24-2626, waarin de stiefvader verzoekt om stiefouderadoptie, heeft de rechtbank Gelderland op 30 augustus 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter van de woonplaats van de kinderen bevoegd is. De moeder en de stiefvader hebben aangegeven geen doorverwijzing te wensen, maar de vader heeft in zijn referteverklaring onvoldoende duidelijk gemaakt dat hij geen doorverwijzing wenst. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de vader geen bezwaar heeft tegen een andere rechtbank. Daarom heeft de rechtbank Gelderland ambtshalve besloten de zaken te verwijzen naar de rechtbank Rotterdam. De rechtbank verklaart zich onbevoegd om van de verzoeken kennis te nemen en verwijst de zaken in hun geheel in de staat waarin zij zich bevinden naar de rechtbank Rotterdam. Deze beschikking is gegeven door mr. dr. E.L. de Jongh, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren als griffier en is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2024.