ECLI:NL:RBGEL:2024:5788
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van poging tot zware mishandeling en mishandeling met onvoldoende bewijs
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 augustus 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte en zijn medeverdachte, die beiden werden beschuldigd van poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat de verklaringen van de aangever en de verdachten op essentiële punten niet overeenkwamen en onvoldoende ondersteund werden door getuigenverklaringen. De aangever had op 5 mei 2023 aangifte gedaan van mishandeling door de verdachte en medeverdachte, waarbij hij beweerde dat hij met een kettingslot en een boksbeugel was geslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de betrokken partijen haaks op elkaar stonden en dat er onvoldoende bewijs was om de schuld van de verdachte vast te stellen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen bewezenverklaring was van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van consistente en ondersteunende getuigenverklaringen in strafzaken.