Uitspraak
1.De procedure
- de producties van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord;
- de producties van [gedaagde] ;
- de mondelinge behandeling van 11 juli 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 5.000,00 per overtreding. Het plaatsen van een tussenmeter valt niet onder dringende renovatiewerkzaamheden. Tussen partijen geldt verder dat bij gewone renovatiewerkzaamheden een redelijk voorstel moet worden gedaan door [eiser] (artikel 5.2. van de huurovereenkomst). De manier waarop [eiser] heeft geopereerd voldoet niet aan dat vereiste. [eiser] heeft namelijk eenzijdig bepaald in haar brief van 29 september 2023 dat de werkzaamheden ‘worden uitgevoerd op maandag 27 november 2023’. Omdat die werkzaamheden raken aan de bedrijfsvoering van [gedaagde] (het plaatsen van een tussenmeter zal invloed hebben op de stroomvoorziening), is het begrijpelijk dat [gedaagde] heeft verzocht om hierover overleg te hebben, zoals volgt uit door hem overlegde correspondentie uit november 2023.
[eiser] zal in conventie worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde] . [gedaagde] procedeert zonder professioneel gemachtigde. In beginsel geldt dan de aanbeveling dat bij het verschijnen op een zitting een forfaitair bedrag van € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten wordt toegekend. In dit geval worden die kosten evenwel in redelijkheid vastgesteld op een bedrag van € 750,00 in verband met de omvang en complexiteit van het geschil. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing. Door de samenhang tussen conventie en reconventie worden de proceskosten van [gedaagde] in reconventie op nihil bepaald.