Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks4 mei 2023 te [woonplaats] ,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres]
)een hoeveelheid van
(in totaal) ongeveer118
, althans een groot aantalhennepplanten
en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, en/of (een) middel(en) als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub d van de Opiumwet vermeld op de bij die wet behorende lijst II, zulks terwijl verdachte
vanhet plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend,
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel (te weten 250 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);
of omstreeksde periode van 21 juni 2021 tot en met 4 mei 2023, te [woonplaats] ,
althans in Nederland,tezamen en
/ofin vereniging met een
of meerander
en, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit/stroom,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [bedrijf] , waarbij
verdachte en/ofzijn mededader
s,
zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft en/ofhet weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak en/ofverbreking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
120 (honderdtwintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
1 (één) maand;