ECLI:NL:RBGEL:2024:5713

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
22 augustus 2024
Zaaknummer
196580.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en diefstal met bankhelpdeskfraude gericht op kwetsbare ouderen

Op 22 augustus 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting en diefstal. De verdachte heeft in de periode van 16 september 2022 tot en met 28 november 2022, samen met anderen, acht kwetsbare ouderen opgelicht door zich voor te doen als bankmedewerkers. Via leugens en bedrog wisten zij de slachtoffers te overtuigen om hun bankpassen, pincodes en in sommige gevallen ook sieraden af te geven. De verdachte speelde een cruciale rol in deze criminele constructie door de passen en sieraden bij de slachtoffers op te halen en vervolgens grote geldbedragen van hun rekeningen op te nemen of goederen aan te schaffen met de gestolen passen.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de geraffineerdheid van de oplichting en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafmaat. Ondanks de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn blanco strafblad, oordeelde de rechtbank dat een gevangenisstraf van 11 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, passend was. De verdachte moet ook schadevergoeding betalen aan de slachtoffers die dat hadden gevorderd. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de schadevergoeding voor de benadeelde partij [slachtoffer 6] is vastgesteld op € 4.600,00 en voor [slachtoffer 3] op € 1.000,00. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om de wettelijke rente te betalen over deze bedragen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.196580.23
Datum uitspraak : 22 augustus 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsman: mr. F.H.J. van Gaal advocaat in Wijchen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2022 tot en met 28
november 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal en/of Malden, gemeente Heumen en/of
Wijchen en/of Nijmegen en/of Weurt, gemeente Beuningen en/of Overasselt, gemeente Heumen
en/of Duizel, gemeente Eersel en/of Veldhoven, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, personen heeft bewogen tot de afgifte van een of meerdere geldbedrag(en) van (in totaal) €20585,63, althans enig geldbedrag en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een juwelenkist (met inhoud) en/of meer bankpas(sen) en/of creditcard(s), althans enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten bij voornoemde bankpas(sen) en/of creditcard(s) behorende pincode(s) toebehorende aan:
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of
[slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of
[slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 8] ,
althans aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s) door (telkens)
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde aangevers en zich daarbij voor te doen als
medewerker van de [bank 1] en/of de [bank 2] en/of [bank 3] , althans van een bank en/of
- voornoemde aangevers te vertellen dat er fraude was gepleegd met hun bankrekening en/of dat hun bankrekening was gehackt en/of dat sprake was van (een) ongebruikelijke transactie(s) op de bankrekeningen van die aangevers en/of
- voornoemde aangevers te melden dat zij de fraude en/of hack en/of de ongebruikelijke transactie(s) konden (doen) stoppen door hun bankpas(sen) en/of creditcard(s) met (bijbehorende) pincode(s) in een enveloppe te doen en/of
- deze enveloppe met inhoud te overhandigen aan een medewerker van de bank die bij voornoemde aangevers aan de deur zou komen en/of (daarbij) een code zou geven ter verificatie
en/of
- voornoemde aangevers te vragen of zij contant geld en/of een of meer siera(a)d(en) in huis hadden liggen die getaxeerd en/of veiliggesteld konden worden in een kluis van de [bank 1]
en/of [bank 2] en/of [bank 3] , althans van een bank en/of
- naar de woning van voornoemde aangevers te gaan en zich daarbij voor te doen als medewerker van de [bank 1] en/of de [bank 2] en/of [bank 3] , althans van een bank en/of de verificatiecode door te geven en/of
- de enveloppe(n) met daarin de bankpas(sen) en/of creditcard(s) met (bijbehorende) pincode(s) en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een juwelenkist (met inhoud) in ontvangst te nemen
waardoor voornoemde aangevers werden bewogen tot bovengenoemde afgifte;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2022 tot en met 28
november 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal en/of Malden, gemeente Heumen en/of
Wijchen en/of Nijmegen en/of Weurt, gemeente Beuningen en/of Overasselt, gemeente Heumen
en/of Duizel, gemeente Eersel en/of Veldhoven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedrag(en) van (in totaal ongeveer) €20585,63, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 1] (€4260,00) en/of
[slachtoffer 2] (€1680,00) en/of
[slachtoffer 3] (€1000,00) en/of
[slachtoffer 4] (€3776,63) en/of
[slachtoffer 5] (€1719,00) en/of
[slachtoffer 6] (€4600,00) en/of
[slachtoffer 7] (€1200,00) en/of
[slachtoffer 8] (€2350,00),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), door met de middels oplichting verkregen bankpas(sen) en/of
creditcard(s) (met bijbehorende pincode(s)) op naam van voornoemde aangever(s) een of
meerdere geldbedrag(en) te pinnen bij (een) geldautoma(a)t(en) en/of winkel(s).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 20 t/m 23;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 31 t/m 33;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 56 t/m 58;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 72 t/m 74;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 114 t/m 116;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 147 t/m 149;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , p. 171 t/m 174;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , p. 188 t/m 191;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 augustus 2024.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 16 september 2022 tot en met 28
november 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, en
/ofMalden, gemeente Heumen, en
/of
Wijchen en
/ofNijmegen en
/ofWeurt, gemeente Beuningen, en
/ofOverasselt, gemeente Heumen, en
/ofDuizel, gemeente Eersel, en
/ofVeldhoven,
althans in Nederlandtezamen en in vereniging met een of meer anderen
, althans alleen,meermalen
, althans eenmaalmet het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/of door listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, personen heeft bewogen tot de afgifte van
een of meerdere geldbedrag(en) van (in totaal) € 20.585,63, althans enig geldbedrag en/of een of meersiera
(a)d
(en
)en/of een juwelenkist (met inhoud) en/of
meerbankpas
(sen
)en
/ofeencreditcard
(s), althans enig goeden het ter beschikking stellen van gegevens, te weten bij
voornoemde bankpas
(sen
)en/of creditcard
(s)behorende pincode
(s
)toebehorende aan:
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] en/of
[slachtoffer 4] en/of
[slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 6] en/of
[slachtoffer 7] en/of
[slachtoffer 8] ,
althans aan (een) ander(en) dan verdachte en/of zijn mededader(s)door (telkens)
- telefonisch contact op te nemen met voornoemde aangevers en zich daarbij voor te doen als
medewerker van de [bank 1] en/of de [bank 2] en/of [bank 3]
, althans van een bank en/of
- voornoemde aangevers te vertellen dat er fraude was gepleegd met hun bankrekening en/of dat hun bankrekening was gehackt en/of dat sprake was van (een) ongebruikelijke transactie(s) op de bankrekeningen van die aangevers en/of
- voornoemde aangevers te melden dat zij de fraude en/of hack en/of de ongebruikelijke transactie(s) konden (doen) stoppen door hun bankpas(sen) en/of creditcard
(s)met (bijbehorende) pincode(s) in een enveloppe te doen en/of deze enveloppe met inhoud te overhandigen aan een medewerker van de bank die bij voornoemde aangevers aan de deur zou komen en
/of(daarbij) een code zou geven ter verificatie en/of
- voornoemde aangevers te vragen of zij
contant geld en/of een of meersiera
(a)d
(en
)in huis hadden liggen die getaxeerd en/of veiliggesteld konden worden in een kluis van de [bank 1] en/of [bank 2]
en/of [bank 3] , althans van een bank en/of
- naar de woning van voornoemde aangevers te gaan en zich daarbij voor te doen als medewerker van de [bank 1]
en/of de [bank 2]
en/of [bank 3]
, althans van een banken
/ofde verificatiecode door te geven en
/of
- de enveloppe
(n
)met daarin de bankpas
(sen
)en/of creditcard
(s)met (bijbehorende) pincode
(s
)en/of een of meer siera(a)d(en) en/of een juwelenkist (met inhoud) in ontvangst te nemen
waardoor voornoemde aangevers werden bewogen tot bovengenoemde afgifte;
2.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 16 september 2022 tot en met 28
november 2022 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal en
/ofMalden, gemeente Heumen, en
/of
Wijchen en
/ofNijmegen en
/ofWeurt, gemeente Beuningen, en
/ofOverasselt, gemeente Heumen, en
/ofDuizel, gemeente Eersel, en
/ofVeldhoven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, een of meergeldbedrag
(en
)van (in totaal
ongeveer) € 20.585,63,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deletoebehorende aan
[slachtoffer 1] (€ 4.260,00) en/of
[slachtoffer 2] (€ 1.680,00) en/of
[slachtoffer 3] (€ 1.000,00) en/of
[slachtoffer 4] (€ 3.776,63) en/of
[slachtoffer 5] (€ 1.719,00) en/of
[slachtoffer 6] (€ 4.600,00) en/of
[slachtoffer 7] (€ 1.200,00) en/of
[slachtoffer 8] (€ 2.350,00),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van
(een)valse sleutel
(s
), door met de middels oplichting verkregen bankpas
(sen
)en
/of
eencreditcard
(s)(met bijbehorende pincode
(s
)) op naam van voornoemde aangever
(s
) een of
meerderegeldbedrag
(en
)te pinnen bij
(een)geldautoma
(a)t
(en
)en
/ofwinkel
(s
).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door valse sleutels, meermalen gepleegd.
Er zijn gevallen van oplichting en diefstal met meerdere slachtoffers en de oplichting ziet niet alleen op de bankpassen en pincodes waarmee de diefstal is gepleegd maar ook op sieraden, zodat sprake is van meerdaadse samenloop.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de strafeis van de officier van justitie gelet op de bekennende verklaring, de jeugdige leeftijd en de rol van verdachte bij het plegen van de strafbare feiten bovenmatig is. Bij vergelijkbare zaken wordt volstaan met een taakstraf van 100 tot 120 uur.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting en diefstal, waarbij verdachte en zijn mededaders het vooral op oudere – en daardoor kwetsbare – mensen hadden gemunt. Acht mensen werden zo binnen een korte periode het slachtoffer van bankhelpdeskfraude, waarbij de daders het vertrouwen van hun slachtoffers wonnen door zich voor te doen als bankmedewerkers en de slachtoffers met een leugenachtig verhaal bang te maken dat er sprake was van fraude door derden met hun betaalrekening. Vervolgens werden van deze slachtoffers via leugens en verzinsels bankpassen met de pincodes, en soms ook sieraden, afhandig gemaakt. Met het ophalen van de passen en sieraden vormde verdachte een belangrijke schakel in deze criminele constructie. Hij heeft ook steeds met de verkregen bankpassen en pincodes grote geldbedragen van de rekeningen van de slachtoffers opgenomen of met gebruik van die passen en codes goederen gekocht.
Bankhelpdeskfraude is een veel voorkomende vorm van criminaliteit die voor criminelen op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. Hiermee wordt het vertrouwen van rekeninghouders in het betalingsverkeer en het bankwezen ondermijnd. Daarnaast leidt het tot hoge kosten voor de banken en uiteindelijk voor de rekeninghouders. Verdachte wilde zijn eigen schuldenlast door de criminele opbrengst verlichten en daarbij stond snel materieel gewin voorop. Hij had geen oog voor de financiële en emotionele gevolgen die zijn handelen voor de slachtoffers zouden kunnen hebben. Via deze geraffineerde wijze van oplichting en diefstal van kwetsbare slachtoffers hebben verdachte en zijn mededader(s) niet alleen geld en kostbare sieraden – van vaak grote emotionele betekenis – afgenomen van de slachtoffers, maar ook hun algehele gevoel van vertrouwen en veiligheid aangetast. Dat de daders ten tijde van de oplichting niet alleen over personalia, telefoonnummers en bankgegevens van de slachtoffers beschikten, maar dat verdachte daarbij ook nog aan de deur van de eigen woning van deze kwetsbare ouderen kwam, maakt de brutaliteit van het handelen en de ernst van de inbreuk op het gevoel van veiligheid voor de slachtoffers nog groter.
Daarbij verdient opmerking dat verdachte in opdracht van een ander heeft gehandeld en een uitvoerende rol heeft vervuld.
Adolescentenstrafrecht
Verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten 18 jaar. Op verdachten van 18 tot 23 jaar is het adolescentenstrafrecht van toepassing. Bij deze groep verdachten wordt in principe het volwassenenstrafrecht toegepast, tenzij er in de persoonlijkheid van de dader of omstandigheden waaronder het feit is begaan reden wordt gezien het jeugdstrafrecht toe te passen.
De reclassering heeft in haar rapport van 17 juni 2024 geadviseerd het volwassenenstrafrecht toe te passen. Ondanks dat verdachte nog actief deelneemt aan een gezin, hierin met een bepaalde vanzelfsprekendheid leunt op de zorg van zijn ouders en op emotioneel vlak nog jong overkomt, zijn er geen andere indicaties die er op wijzen dat er van het commune strafrecht afgeweken dient te worden. Verdachte laat zien de nodige verantwoordelijkheid te kunnen en willen dragen. De rechtbank neemt dit advies over en past het volwassenenstrafrecht toe.
Persoon en proceshouding van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank verder rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie van 25 juni 2024 betreffende verdachte. Daaruit blijkt dat hij op 3 augustus 2023 is veroordeeld voor een soortgelijk feit dat op 13 augustus 2022 is gepleegd. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is dan ook van toepassing. Blijkens de verklaring van verdachte houdt die zaak verband met de onderhavige reeks oplichtingen/diefstallen. Verdachte heeft zich naar aanleiding van de beelden uit [datum] 2022 die in het televisieprogramma ‘Opsporing verzocht’ zijn vertoond zelf op 29 november 2022 bij de politie gemeld. Hij is sinds 29 november 2022 niet meer in beeld gekomen van de politie. Behalve de hiervoor genoemde zaak is verdachte niet voor andere soortgelijke feiten veroordeeld.
De rechtbank heeft bij haar beslissing verder rekening gehouden met het reclasseringsrapport van 17 juni 2024. Daarin heeft de reclassering vermeld dat ten tijde van het plegen van het delict bij verdachte sprake was van emotionele instabiliteit, beïnvloedbaarheid en verslavingsproblematiek. Verdachte heeft inmiddels zijn leefgebieden redelijk stabiel op orde. Hij heeft huisvesting, een betaalde baan, een gestructureerde dagindeling, een stabiele relatie en er is geen sprake meer van middelenmisbruik. Hij neemt de verantwoordelijkheid voor zijn problemen en zet zich actief in om deze aan te pakken. Hij heeft voor de schulden een regeling getroffen. De kans op recidive wordt ingeschat als laag. De reclassering vindt interventies of toezicht in de vorm van bijzondere voorwaarden niet nodig. Volgens de reclassering zou een langdurige gevangenisstraf de goede structuur van zijn dagbesteding doorbreken, waarmee mogelijk de risico’s stijgen.
De rechtbank heeft terechtzitting de indruk gekregen dat verdachte open kaart speelt over zijn aandeel in de tenlastegelegde feiten, dat hij spijt heeft van zijn handelen en dat hij inzicht heeft in de ernst en kwalijkheid van zijn handelen. Uit de reclasseringsrapportage volgt bovendien dat verdachte, die ten tijde van het plegen van deze feiten pas 18 jaar oud was en naast schulden te maken had met een verslavingsproblematiek, inmiddels zijn leven een positieve wending lijkt te hebben gegeven. De rechtbank weegt het voornoemde in strafmatigende zin mee.
Conclusie
Gelet op de ernst van de feiten, de geraffineerdheid waarmee ze zijn gepleegd, het forse aantal slachtoffers, de ernst van de inbreuk op het gevoel van veiligheid dat het handelen met zich bracht, de hoogte van de weggenomen geldbedragen en de straffen die in vergelijkbare zaken aan personen die een uitvoerende rol binnen deze vorm van criminaliteit hebben ingenomen zijn opgelegd, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zoals door de officier van justitie is geëist als uitgangspunt op zijn plaats. Een enkele taakstraf, zoals voorgesteld door de raadsman van verdachte, doet geen recht aan de ernst en omvang van de feiten.
In de jeugdigheid van verdachte, zijn persoonlijke omstandigheden zoals ook volgen uit het reclasseringsrapport, het beperkte stafblad en de positieve wending die verdacht aan zijn leven lijkt te hebben gegeven, zoals in zijn houding ter zitting werd bevestigd, ziet de rechtbank reden om in afwijking van de eis van de officier van justitie een fors deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf van 11 maanden opleggen, waarvan
7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 4.600,00 aan materiële schade, te weten de van zijn rekening opgenomen bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft eveneens een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert ter vergoeding van de weggenomen sieraden een bedrag van € 1.612,00 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. In het schadeformulier heeft [slachtoffer 3] een overzicht van de sieraden met de geschatte waarde opgenomen, te weten:
  • een gouden ketting met kruisje: € 125,00;
  • een gouden schakelarmband: € 450,00;
  • een gevlochten gouden ring: € 150,00;
  • een gouden ketting met een bloedkoraal hanger: € 225,00;
  • een gouden ketting met waterman: € 150,00;
  • een gouden ketting met oorbellen: € 275,00;
  • een zilveren doosje met rozenkrans: € 150,00;
  • een Boccia armband verguld: € 87,00.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] tot een bedrag van € 4.600,00 kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] tot een bedrag van € 1.612,00 toe te wijzen, de wettelijke rente vanaf 21 september 2022 toe te kennen en de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] heeft de raadsman zich gerefereerd aan de beslissing van de rechtbank.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft de raadsman gesteld dat de benadeelde partij primair niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat de vordering niet met foto’s en/of rekeningen is onderbouwd. Subsidiair heeft de raadsman de rechtbank verzocht om gebruik te maken van haar schattingsbevoegdheid.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat beide benadeelde partijen als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade hebben geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Benadeelde partij [slachtoffer 6]
De rechtbank overweegt dat de (met stukken onderbouwde) schadepost van de benadeelde partij [slachtoffer 6] niet inhoudelijk is betwist en dat deze vordering ook niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering volledig tot een bedrag van € 4.600,00 kan worden toegewezen. Verdachte is vanaf 28 november 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd. De rechtbank zal daarnaast op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
De rechtbank overweegt dat als onbetwist vast staat dat de voornoemde, veelal gouden sieraden zijn weggenomen. Dat deze grotendeels gouden sieraden een zekere waarde vertegenwoordigen acht de rechtbank aannemelijk. Ter onderbouwing van die waarde zijn echter geen stukken aan de rechtbank overgelegd waarmee die waarde nauwkeurig kan worden vastgesteld. Daarom zal rechtbank gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en de waarde van de sieraden, gelet op de het aantal en de omstandigheid dat zij veelal van ‘goud’ of verguld waren – zij het dat het goud gehalte niet kan worden vastgesteld - schatten op € 1.000,00. Verdachte is vanaf 21 september 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd. De rechtbank zal daarnaast op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De rechtbank zal het overige deel van de vordering afwijzen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 63, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 11 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
7 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
Beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
  • veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 6] , een bedrag te betalen van € 4.600,00 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 november 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 56 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij van
€ 1.000,00aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot materiële schade voor het overige af;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 3] , een bedrag te betalen van € 1.000,00 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 20 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. S.W. van Kasbergen en mr. R.P.W. van de Meerakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. U. Posthumus, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 augustus 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022566819, gesloten op 9 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.