ECLI:NL:RBGEL:2024:5694
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas
- J.M.C. Schuurman-Kleijberg
- E.H.T. Rademaker
- G. Edelenbos
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland op 31 juli 2024 uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van rechter I.A.M. van Boetzelaer-Gulyas. Verzoekster, die betrokken was bij een bestuursrechtelijke procedure tegen de burgemeester van haar gemeente, heeft op 3 juli 2024 een wrakingsverzoek ingediend. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter vooringenomen zou zijn, omdat zij deel uitmaakt van meerdere bezwaarcommissies. Verzoekster stelde dat deze betrokkenheid de objectieve vrees voor partijdigheid rechtvaardigde.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn. In dit geval heeft de wrakingskamer geoordeeld dat verzoekster eerder een vergelijkbaar verzoek tot wraking had ingediend, dat op 17 april 2024 was afgewezen. De wrakingskamer concludeerde dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die na het eerdere verzoek aan haar bekend waren geworden. Hierdoor kon verzoekster niet in het huidige wrakingsverzoek worden ontvangen, en werd het verzoek als een verkapt rechtsmiddel tegen de eerdere beslissing beschouwd.
De wrakingskamer heeft uiteindelijk besloten om verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek tot wraking, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer in aanwezigheid van de griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.