ECLI:NL:RBGEL:2024:5645

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
C/05/439433
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opvolgende rechterlijke machtiging Wzd voor betrokkene met verstandelijke handicap

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 augustus 2024 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor de duur van vijf jaar, maar de rechtbank heeft besloten om de machtiging te verlenen voor een periode van twee jaar. Dit besluit is genomen in het licht van de omstandigheden rondom de betrokkene, die lijdt aan een lichte tot matige verstandelijke handicap en zich verzet tegen zijn verblijf in de huidige groepssetting. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals van 's Heeren Loo. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, voortvloeiend uit zijn handicap, kan leiden tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om dit ernstige nadeel te voorkomen, maar dat er ook aandacht moet zijn voor de incidenten binnen de groep waar de betrokkene verblijft. De rechtbank heeft de machtiging voor twee jaar verleend, met de mogelijkheid om de situatie in de toekomst opnieuw te evalueren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/439433 FA RK 24-2586
Datum mondelinge uitspraak: 12 augustus 2024
Beschikking opvolgende rechterlijke machtiging Wzd
inzake
het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging voor de duur van vijf jaar als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd), ten aanzien van:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
verblijfadres: ’s Heeren Loo, [verblijfadres] , op grond van een rechterlijke machtiging geldend tot en met 28 september 2024,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.J.M. Mertens in Weert.

1.Procesverloop

1.1.
Het verzoekschrift met bijlagen is ingekomen ter griffie op 1 augustus 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2024, in de accommodatie van ’s Heeren Loo in [plaatsnaam] .
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam 1] , mentor van betrokkene;
  • mevrouw [naam 2] , als arts verstandelijk gehandicapten verbonden aan ’s Heeren Loo;
  • mevrouw [naam 3] , als gedragswetenschapper verbonden aan ’s Heeren Loo;
  • de heer [naam 4] , als persoonlijk begeleider verbonden aan ’s Heeren Loo.

2.Beoordeling

2.1.
Op 28 september 2021 heeft de rechtbank een machtiging tot voortzetting van het verblijf verleend tot en met 28 september 2024.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een lichte tot matige verstandelijke handicap gepaard gaand met een laag sociaal-emotioneel niveau.
2.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze handicap leidt tot ernstig nadeel, gelegen in (het aanzienlijk risico op):
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
2.4.
De voortzetting van het verblijf is noodzakelijk en geschikt om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstige nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat hij de groep waar hij woont niet prettig vindt vanwege het gedrag van zijn medebewoners. Hij wil daarom verhuizen naar een eigen woning. De arts heeft toegelicht dat op groepen als die waar betrokkene verblijft vaker incidenten plaatsvinden en dat dit de aandacht heeft. Voor betrokkene is het niet mogelijk dat hij beschermd gaat wonen. Hij heeft meer zorg en nabijheid nodig. Binnen de mogelijkheden heeft betrokkene al de maximaal haalbare situatie, omdat hij een eigen ondersteuningswoning heeft waar hij zich kan terugtrekken. De arts heeft toegelicht dat betrokkene in de basis het verblijf goed vindt en zij verwacht op den duur ook meer rust binnen de groep. Dit lijkt de laatste tijd al te verbeteren.
2.6.
Gebleken is dat betrokkene zich (in praktische zin) verzet tegen de voortzetting van het verblijf.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een opvolgende rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in de Wzd.
2.8.
De advocaat heeft verzocht de duur van de machtiging te beperken tot een of twee jaar omdat betrokkene onrust ervaart in het wonen. Ook heeft betrokkene zich de afgelopen jaren ontwikkeld en daar past een duur van vijf jaar niet bij.
2.9.
De rechtbank verleent de machtiging voor de duur van twee jaar. Met de advocaat is de rechtbank van oordeel dat een machtiging voor vijf jaren met name past in een situatie waarin er geen ontwikkelingen worden verwacht. Dat is hier niet zonder meer het geval. Het verzet van betrokkene hangt met name samen met agressie op de groep. Hier is aandacht voor, en er worden stapjes gezet, maar het effect daarvan is nog niet helemaal helder. Als de agressie verder beheerst wordt, is het waarschijnlijk dat er niet langer sprake zal zijn van verzet bij betrokkene. Als de incidenten zich blijven voordoen, ook op de langere termijn, is het in het belang van betrokkene dat hier aandacht voor blijft en nagedacht wordt over oplossingen/alternatieven. Ook om dit signaal kracht bij te zetten acht de rechtbank een kortere periode dan vijf jaar aangewezen en zal de rechtbank de machtiging verlenen voor twee jaren.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van
[naam betrokkene] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
12 augustus 2026.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2024 door mr. R.A. Eskes, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 augustus 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel cassatie open.