Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- (vervolgens) met dat (vuur)wapen op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] af te lopen en/of,
- (vervolgens) met dat (vuur)wapen tegen de (rechter)slaap en/of het hoofd, althans het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] te drukken en/of te houden en/of
- (vervolgens) een of meerdere malen de [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: ‘’ik schiet je neer en/of ik maak je af’’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
- uit de auto te stappen, en/of
- (vervolgens) met dat (vuur)wapen op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] af te lopen en/of
- (vervolgens) (met) dat (vuur)wapen tegen de (rechter)slaap en/of het hoofd, althans het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] te drukken en/of te houden en/of
- (vervolgens) een of meerdere malen de [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: ‘’ik schiet je neer en/of ik maak je af’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
met een (personen)auto op en/of tegen die [slachtoffer 2] aan te rijden’. De officier van justitie heeft verder gerekwireerd tot vrijspraak van het onder feit 3 tenlastegelegde.
Verder is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] een gezamenlijk oogmerk hebben gehad op het geweld richting aangevers. Gesteld noch gebleken is dat verdachte op enigerlei wijze betrokken is geweest bij of invloed heeft gehad op de keuze van medeverdachte [medeverdachte] om tegen [slachtoffer 2] aan te rijden en daarop uit de auto te stappen en het gevecht aan te gaan. Daar komt bij dat de handeling van verdachte door op enig moment tijdens het gevecht uit de auto te stappen, op een aantal meter afstand een wapen op de vechtende personen te richten en daarbij te zeggen dat hij zou schieten, ook niet kan worden gezien als een bijdrage van voldoende gewicht om te kunnen concluderen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde plegen van openlijk geweld. De verklaring van verdachte dat hij dit enkel deed om afstand te creëren en dus niet om deel te nemen aan het gevecht kan de rechtbank met de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen niet weerleggen. De rechtbank spreekt verdachte daarom ook vrij van het onder feit 4 subsidiair tenlastegelegde.
De rechtbank is van oordeel dat de aard van de gedragingen en uitlatingen van verdachte in de gegeven omstandigheden een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht van aangevers opleveren. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van de onder feit 1 ten laste gelegde bedreiging met uitzondering van het onderdeel ‘
- (vervolgens) met dat (vuur)wapen tegen de (rechter)slaap en/of het hoofd, althans het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] te drukken en/of te houden en/of’. Er is slechts een aangever ( [slachtoffer 1] ) die verklaard dat het wapen op enig moment tegen de slaap van [slachtoffer 2] zou zijn gehouden. Enig ander ondersteunend bewijsmiddel bevat het dossier op dit punt niet. De rechtbank acht deze ene verklaring onvoldoende om dit onderdeel bewezen te verklaren en spreekt verdachte daarom van dat onderdeel vrij.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks9 oktober 2023 te Harderwijk,
een of meerpersonen te weten aangever [slachtoffer 1] en
/ofaangever [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
heeftbedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door dreigend
(vuur
)wapen te tonen aan die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] en
/of-
(vervolgens
)met dat
(vuur
)wapen op die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] af te lopen en
/of,
- (vervolgens) met dat (vuur)wapen tegen de (rechter)slaap en/of het hoofd, althans het bovenlichaam van die [slachtoffer 2] te drukken en/of te houden en/of-
(vervolgens
) een of meerdere malen de[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: ‘’ik schiet je neer en
/ofik maak je af’’, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
of omstreeks9 oktober 2023 te Harderwijk, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een
(getransformeerd
) (gas/alarm
)pistool, van het merk Bruni/BBM model P4, kaliber 8mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De vordering tot tenuitvoerlegging 05-105646-21
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.
11.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 223 (tweehonderd drieëntwintig) dagen;
200 (tweehonderd) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich laat behandelen door ForFACT Almere of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra de proeftijd ingaat of zoveel later als er een plaats beschikbaar komt voor verdachte. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met de
- zich inspant voor het vinden en behouden van onbetaald werk, betaald werk en of/vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- zich laat begeleiden door [begeleider] Training en Begeleiding. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de begeleider geeft voor de begeleiding.
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
taakstraf van 200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 (honderd) dagen;