ECLI:NL:RBGEL:2024:555

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
10795928
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en toekenning van schadevergoeding in arbeidsgeschil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure van [verzoeker] tegen JK Logistics. [verzoeker] verzocht om vernietiging van een ontslag op staande voet dat op 3 oktober 2023 door JK Logistics was gegeven. De werkgever was niet verschenen op de zitting, waardoor de kantonrechter de stellingen van [verzoeker] als juist aannam. De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoeker] op 10 november 2023, waarin hij vroeg om vernietiging van het ontslag en om schadevergoeding. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 januari 2024 was JK Logistics wederom niet aanwezig. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag. [verzoeker] had zijn werkzaamheden niet geweigerd, maar was na een discussie met zijn leidinggevende gewoon naar de werkplek gegaan. De kantonrechter heeft het verzoek tot vernietiging van het ontslag toegewezen en JK Logistics veroordeeld tot betaling van het salaris van [verzoeker] vanaf oktober 2023, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. Tevens werd JK Logistics verplicht om binnen 7 dagen na betekening van de beschikking de arbeidsovereenkomst na te komen, onder verbeurte van een dwangsom. De proceskosten werden ook aan JK Logistics opgelegd.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10795928 \ HA VERZ \ 23-146 \ 520 \ 918
uitspraak van 23 januari 2024
beschikking
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [plaats]
verzoekende partij
gemachtigde mr. J.G.T. Stapelbroek-Klooken
procederend krachtens toevoegingsnummer [nummer]
en
de besloten vennootschap JK Logistics
gevestigd te [plaats]
verwerende partij
niet verschenen
Partijen worden hierna [verzoeker] en JK Logistics genoemd.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft bij verzoekschrift van 10 november 2023 met producties verzocht om vernietiging van het ontslag op staande voet dan wel toekenning van een gefixeerde schadevergoeding en een billijke schadevergoeding na onterecht ontslag op staande voet.
1.2.
Bij aanvullend verzoek van 22 december 2023 heeft [verzoeker] tevens verzocht om toekenning van de transitievergoeding.
1.3.
Op vrijdag 5 januari 2024 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Aangezien JK Logistics op deze zitting niet is verschenen is de zitting aangehouden tot maandag 15 januari 2024.
1.4.
[verzoeker] heeft JK Logistics bij oproepingsexploot van 8 januari 2024 opgeroepen om op de mondelinge behandeling van maandag 15 januari 2024 te verschijnen.
1.5.
Op maandag 15 januari 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Aan de zijde van [verzoeker] waren hij en zijn gemachtigde mevrouw J.G.T. Stapelbroek-Klooken bij de zitting aanwezig. Namens JK Logistics is ondanks de deugdelijke oproeping niemand verschenen. Van de zitting zijn door de griffier aantekeningen bijgehouden.
1.6.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is met ingang van 12 juli 2021 bij JK Logistics in dienst getreden,
(laatstelijk) in de functie van allround medewerker. Tussen partijen bestaat een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor 40 uur per week tegen een bruto maandsalaris van € 2.159,55 exclusief 8% vakantietoeslag. Op de arbeidsovereenkomst is de
CAO Logistiek van toepassing.
2.2.
Op 3 oktober 2023 is er tussen [verzoeker] en JK Logistics een discussie ontstaan over de door [verzoeker] uit te voeren laatste route en of [verzoeker] zich naderhand nog op de locatie te Duiven diende te melden of niet. Onderweg belde de leidinggevende van [verzoeker] , [naam 1] , naar [verzoeker] en hij gaf aan [verzoeker] te kennen dat hij niet meer hoefde te komen werken omdat sprake zou zijn van werkweigering. [verzoeker] vervolgde zijn weg naar Duiven en hij kwam daar iets voor 17.00 uur aan. JK Logistics gaf [verzoeker] toen te kennen dat hij zijn dienstauto te Duiven moest achterlaten.
2.3.
Bij WhatsApp-bericht van 4 oktober 2023 heeft [verzoeker] [naam 1] bericht dat er geen goede reden bestaat om hem niet te laten werken en zich bereid en beschikbaar gehouden voor werk. JK Logistics heeft hier niet op gereageerd.
2.4.
De gemachtigde van [verzoeker] heeft JK Logistics bij brief van 13 oktober 2023 tot uiterlijk 18 oktober 2023 de gelegenheid gegeven om een eventueel gegeven ontslag op staande voet in te trekken en [verzoeker] aan te zeggen dat hij zijn gewone werkzaamheden weer kan komen uitvoeren. Daarnaast heeft [verzoeker] aanspraak gemaakt op het maandelijks
uit te betalen salaris. In geval van uitblijven hiervan is een gerechtelijke procedure
aangezegd. JK Logistics heeft hier niet op gereageerd.
2.5.
Op vrijdag 3 november 2023 ontving [verzoeker] een bedrag ad € 690,85.

3.Het geschil en de beoordeling daarvan

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter – na aanvulling van het verzoek – om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
Primair:
a. De op 3 oktober 2023 door JK Logistics gegeven opzegging te vernietigen en aan
JK Logistics de verplichting op te leggen om vanaf 3 oktober 2023 aan [verzoeker] te (blijven) voldoen het overeengekomen salaris van € 2.159,55 bruto per maand, vermeerderd met 8% vakantietoeslag en andere overeengekomen emolumenten;
b. JK Logistics te veroordelen tot betaling van het achterstallige salaris van oktober 2023 ad € 2.159,55 bruto aan [verzoeker] , vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en wettelijke rente vanaf iedere datum van wettelijke verschuldigdheid;
c. Te bepalen dat JK Logistics onmiddellijk danwel binnen 7 dagen na de door de rechtbank in deze te wijzen uitspraak gevolg zal geven aan de arbeidsovereenkomst en [verzoeker] onverkorte toegang zal verlenen tot de uitvoering van de normale bedongen werkzaamheden, zulks onder een verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, en met een maximum
van € 5.000,00, voor iedere dag na de in dezen te wijzen beschikking dat JK Logistics geen gevolg geeft aan deze verplichting;
Subsidiair:
a. JK Logistics te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding aan [verzoeker] ter hoogte van € 1731,31 bruto, althans een zodanig bedrag door uw rechtbank in goede justitie nader te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf de datum verzoekschrift tot de dag der algehele voldoening;
b. JK Logistics te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding aan [verzoeker] ter hoogte van € 7.000,- bruto, althans een zodanig bedrag door uw rechtbank in goede justitie nader te bepalen;
c. JK Logistics te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding uit hoofde van een onregelmatige opzegging ter hoogte van € 4.664,63 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 oktober 2023 tot aan de algehele voldoening;
d. JK Logistics te veroordelen tot het opmaken, verstrekken en uitvoeren van een correcte eindafrekening binnen 7 dagen na de in dezen te wijzen beschikking op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 5.000,00 dat JK Logistics niet aan deze verplichting voldoet;
Primair en subsidiair:
JK Logistics te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
[verzoeker] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat JK Logistics hem ten onrechte op 3 oktober 2023 op staande voet heeft ontslagen. Van een dringende reden voor het ontslag op staande voet is geen sprake.
3.3.
JK Logistics is ondanks de deugdelijke oproeping bij exploot niet op de mondelinge behandeling verschenen en heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de stellingen van [verzoeker] .
3.4.
[verzoeker] stelt dat de mededeling van zijn leidinggevende op 3 oktober 2023 dat hij niet meer hoefde te komen werken omdat sprake zou zijn van werkweigering alsmede de omstandigheid dat [verzoeker] toen hij vervolgens op zijn werk verscheen zijn dienstauto moest achterlaten moet worden begrepen een mondeling gegeven ontslag op staande voet.
Dit is door JK Logistics niet weersproken. Daarom gaat de kantonrechter er op basis van het voorgaande van uit dat het ontslag op staande voet op 3 oktober 2023 mondeling is gegeven.
3.5.
Vervolgens is de vraag aan de orde of het door JK Logistics op 3 oktober 2023 gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
3.6.
Op grond van artikel 7:677 lid 1 BW is ieder van partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onmiddellijk op te zeggen op grond van een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Ingevolge artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer beschouwd, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
De kantonrechter dient bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang in aanmerking te nemen. Daarbij dient de aard en de ernst van de dringende reden afgewogen te worden tegen de aangevoerde persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
3.7.
Een werkgever zal zich op grond van art. 7:611 BW tijdens een onderzoek naar de gedragingen van de werknemer als een goed werkgever moeten gedragen. Dit betekent niet alleen dat een eventueel ontslag op staande voet moet worden gemotiveerd, maar ook moet daarbij de nodige zorgvuldigheid in acht worden genomen. Daarbij kan van een werkgever worden verwacht dat zij een onderzoek instelt naar die feiten en omstandigheden waarover geen volledige klaarheid bestaat. Het toepassen van hoor en wederhoor is geen voorwaarde voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet, echter eventuele consequenties van het nalaten daarvan komen voor risico van de werkgever.
3.8.
De toetsing of het ontslag al dan niet terecht is gegeven kan in beginsel alleen plaatsvinden op basis van hetgeen feitelijk aan de werknemer is meegedeeld en niet op basis van later aangevoerde feiten of omstandigheden. Verder dient de opzegging onverwijld na het ontdekken van de als dringende reden te beschouwen handeling plaats te vinden, onder gelijktijdige mededeling van de dringende reden. Daarbij fixeert de medegedeelde reden in beginsel de ontslagreden. Er kan sprake zijn van een geldig ontslag op staande voet als van de aangevoerde dringende reden slechts een gedeelte komt vast te staan, maar dan moet het vaststaande gedeelte op zichzelf beschouwd een dringende reden zijn en moet de werkgever hebben gesteld en moet ook aannemelijk zijn dat hij de werknemer ook uitsluitend om die reden op staande voet zou hebben ontslagen en moet dit laatste voor de werknemer in het licht van de gehele inhoud van de aanzegging en de overige omstandigheden van het geval duidelijk zijn geweest.
3.9.
De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van een geldig ontslag op staande voet en overweegt daartoe als volgt.
JK Logistics heeft [verzoeker] op 3 oktober 2023 ontslagen. Onbetwist staat vast dat daarbij als reden is gegeven dat er sprake was van werkweigering. Nog daargelaten de vraag of het voeren van een discussie over of [verzoeker] na zijn rit nog terug moest komen naar de locatie een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert, betwist [verzoeker] dat hij een werk heeft geweigerd. Hij is immers, ondanks dat hij had aangegeven dit niet te zullen doen, na zijn rit teruggereden naar de locatie. Aldus komt niet vast te staan dat sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet.
Het primaire verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet en toelating tot het werk op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt daarom toegewezen, met dien verstande dat de toelating tot het werk wordt toegewezen binnen 7 dagen na betekening van deze beschikking aangezien JK Logistics kennis genomen moet kunnen nemen van de beschikking.
3.10.
[verzoeker] verzoekt de betaling van het salaris van € 2.159,55 bruto per maand over de periode vanaf 3 oktober 2023. Dit verzoek is niet betwist en wordt daarom toegewezen. Dat geldt eveneens voor het verzoek tot betaling van de over het salaris verschuldigde wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW.
3.11.
JK Logistics wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen.

4.De beslissing

De kantonrechter,
4.1.
vernietigt de op 3 oktober 2023 door JK Logistics gegeven opzegging;
4.2.
veroordeelt JK Logistics tot betaling aan [verzoeker] van het salaris vanaf oktober 2023 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd van thans € 2.159,55 bruto per maand, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf iedere datum van wettelijke verschuldigdheid;
4.3.
bepaalt dat JK Logistics binnen 7 dagen na betekening van deze beschikking gevolg zal geven aan de arbeidsovereenkomst en [verzoeker] onverkorte toegang zal verlenen
tot de uitvoering van de normale bedongen werkzaamheden, zulks onder een verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag na de in dezen te wijzen beschikking dat JK Logistics geen gevolg geeft aan deze verplichting met een maximum van € 5.000,00;
4.4.
veroordeelt JK Logistics in de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] , tot op heden
begroot op € 86,00 aan griffierecht, € 111,53 aan deurwaarderskosten voor het
oproepingsexploot van 8 januari 2024 en € 529,00 aan salaris voor de
gemachtigde;
4.5.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2024.