Uitspraak
[eiser]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de eiser, een stichting, betaling van een huurachterstand van € 1.975,77 van de gedaagde, die in persoon procedeert. De eiser stelt dat de gedaagde de huur voor de maanden september tot en met december 2023 niet heeft betaald, ondanks aanmaningen. De gedaagde betwist de huurachterstand en stelt dat hij de huur voor deze maanden al heeft voldaan, onderbouwd met bankafschriften. De eiser heeft echter geen duidelijk inzicht gegeven in de afboekingsvolgorde van de betalingen, waardoor de gestelde huurachterstand niet kan worden vastgesteld. De kantonrechter oordeelt dat de eiser niet heeft aangetoond dat de gedaagde in gebreke is gebleven met de huurbetalingen. Hierdoor wordt de vordering van de eiser afgewezen en wordt deze in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. R.M. Schoo op 3 juli 2024.