Uitspraak
Rechtbank Gelderland
1.De procedure
- De heer [bestuurder] (indirect bestuurder van verzoekster);
- De heer [naam adviseur] (adviseur en als valuator verbonden aan [adviesbureau] );
- De heer [naam CFO] (CFO van verzoekster)
- Mr. Ter Waarbeek voornoemd.
- [medewerkster 1] ;
- [medewerkster 2] .
2.De feiten
3.Het akkoord en het verzoek
4.Het afwijzingsverzoek van de Belastingdienst
in the money-klasse moet zijn. Voorwaarde is immers dat als het akkoord een wijziging omvat van rechten van schuldeisers met een vordering die bij een vereffening van het vermogen van de schuldenaar in faillissement naar verwachting geheel of tenminste gedeeltelijk kan worden voldaan, de klasse die met het akkoord heeft ingestemd dient te bestaan uit schuldeisers die vallen binnen deze categorie schuldeisers. Aannemelijk is dat de Belastingdienst
in the moneyis. Nu de Belastingdienst tegen het voorstel heeft gestemd en er overigens geen
in the money-klasse voor het akkoord heeft gestemd, is niet aan de voorwaarde van artikel 383 lid 1 Fw voldaan.
5.De zienswijze van de observator
in the moneyis en de
absolute priority ruleniet is geschonden. Niet op voorhand staat vast hoe de (zekerheidsgerechtigde) bank in faillissement zal uitwinnen en of de door verzoekster begrote stelposten voor boedelschulden in faillissement juist zijn. Ook wijst de observator erop dat uit de door verzoekster overgelegde berekening van de liquidatiewaarde volgt dat verzoekster over inventaris beschikt met een liquidatiewaarde van € 65.700,00 waarop de fiscus uit hoofde van het bodemvoorrecht aanspraak zal kunnen maken. Daarnaast vraagt de observator aandacht voor de rekening-courant verhouding van verzoekster met (enkele van) haar groepsmaatschappijen en de gevolgen daarvan voor de klassenindeling in het akkoord. Ten slotte gaat de observator in op de financiering van het akkoord.
6.De beoordeling
Rechtsmacht en bevoegdheid
in the moneyklasse is, dit een voorstemmende klasse moet zijn.
in the moneyis.
27 juni een verzoek ingediend tot vaststelling van zijn salaris op in totaal 18,5 uur (hetgeen neerkomt op een bedrag van € 5.457,50 exclusief btw). De rechtbank heeft het verzoek tot vaststelling van het salaris van de observator bij de behandeling in raadkamer voorgelegd aan verzoekster. De advocaat van verzoekster heeft laten weten dat verzoekster akkoord is met het salarisvoorstel van de observator.