3.7.[gedaagden in conv/eisers in reconv] vordert, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
een verklaring voor recht dat [gedaagden in conv/eisers in reconv] op basis van bevrijdende althans verkrijgende verjaring eigenaar is geworden van de grond, kadastraal bekend [perceel 2] , nu [gedaagden in conv/eisers in reconv] gedurende een aaneengesloten periode van meer dan tien jaar respectievelijk twintig jaar onafgebroken ondubbelzinnige bezitsdaden heeft verricht op de door Harderpark als haar eigendom geclaimde en door [gedaagden in conv/eisers in reconv] betwiste strook grond;
veroordeling van Harderpark om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, haar eigendommen te verwijderen van de grond, kadastraal bekend [perceel 2] , waaronder meer de schutting inclusief toebehoren en de regenpijp, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag met een maximum van € 25.000,--, voor
iedere dag dat Harderpark in gebreke blijft aan de veroordeling gevolg te geven;
een verbod ten laste van Harderpark, om - na verwijdering van hetgeen is bepaald onder b - nog langer het grondgebied van [gedaagden in conv/eisers in reconv] te betreden of te doen betreden, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per overtreding van dit verbod met een maximum van € 25.000,--;
veroordeling van Harderpark om binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan notariële vastlegging van de verkrijging door verjaring van de strook grond en aan kadastrale inschrijving van de eigendomsovergang van de strook grond, met bepaling dat - indien Harderpark niet binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis meewerkt aan deze notariële vastlegging en kadastrale inschrijving - de inschrijving op kosten van Harderpark wordt gedaan en dit vonnis op grond van artikel 3:300 lid 1 BW dezelfde kracht heeft als de rechtshandeling die Harderpark op grond van dit vonnis moet verrichten dan wel dat dit vonnis op grond van artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van de voor de inschrijving benodigde akte;
althans, indien en voor zover het vorenstaande onder punt a tot en met d niet of gedeeltelijk wordt toegewezen, een voorziening te treffen die U.E.A. in goede justitie juist acht;
veroordeling van Harderpark om alle kosten van deze procedure, overeenkomstig de wet, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor dat laatste geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het vonnis en te vermeerderen met de na het vonnis te maken kosten van tenuitvoerlegging daarvan, in dit vonnis te vermelden bescheiden op de voet van artikel 3:299 lid 3 BW.