4.1.De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
5. Het UWV heeft aan het besluit om aan eiser geen indicatie banenafspraak toe te kennen het volgende ten grondslag gelegd. De doelgroepen van de indicatie banenafspraak zijn aangewezen in artikel 38b, eerste en tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). Eiser behoort niet tot deze doelgroepen. Om tot de doelgroep van artikel 38b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wfsv te behoren is allereerst vereist dat eiser onder artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a, van de Participatiewet (Pw) valt en naar een dienstbetrekking is of wordt begeleid door de gemeente. In deze bepaling is opgenomen welke personen door de gemeente moeten worden ondersteund bij arbeidsinschakeling. Eiser behoort niet tot deze groepen personen. Eiser wordt gedurende de looptijd van zijn WW-uitkering door het UWV-Werkbedrijf begeleid bij het vinden van werk. Weliswaar ontvangt eiser een voorziening op grond van de Wmo 2015, maar deze ondersteuning ziet op het omgaan met zijn beperkingen en niet op de begeleiding naar werk. Omdat eiser daardoor niet voldoet aan de eerste criteria van artikel 38b, eerste lid, van de Wfsv, wordt aan de beoordeling van het laatste criterium van deze bepaling, te weten het in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, niet toegekomen. Deze beoordeling op grond van artikel 3.5 van het Besluit SUWI, die door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige moet worden verricht, is daarom terecht achterwege gebleven. Ook aan de voorwaarden gesteld in de overige sub-leden van artikel 38b, eerste lid, van de Wfsv voldoet eiser niet. Hij werkt namelijk niet in een WSW-dienstbetrekking, heeft geen voortgezet speciaal onderwijs gevolgd, heeft geen WIW - of ID -baan en is geen Wajong-gerechtigde met arbeidsvermogen. Eiser kan ook niet als arbeidsbeperkte op grond van artikel 38b, tweede lid, van de Wfsv worden aangemerkt.
Het UWV wijst verder op het arbeidsverleden van eiser. In de periode van 9 oktober 2006 tot en met 27 februari 2022 werkte hij bij [bedrijf 2] Daar verdiende hij het wettelijk minimumloon, zonder dat daarbij sprake was van een voorziening op grond van artikel 35 van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) of artikel 10 van de Pw.
6. Eiser voert tegen het niet toekennen van een indicatie banenafspraak het volgende aan. Het is juist dat hij een universitaire opleiding, biomedische wetenschappen, heeft afgerond. Eiser kan zich wel theoretische leerstukken eigen maken, maar kan die vanwege zijn beperkingen niet in de praktijk brengen. Bij [bedrijf 2] werkte hij in de emballage (heftruck chauffeur). Die baan heeft eiser niet kunnen behouden in verband met zijn medische situatie. Ook heeft hij die baan niet kunnen behouden, omdat het ongeschoold werk was. Daarin werd eiser op geen enkele wijze cognitief uitgedaagd. Dat leidde tot minimale waardering, officiële waarschuwingen en het bereiken van de grens van een burn-out. Bij [bedrijf 1] werkte eiser in het laboratorium. Dat werk kon hij niet behouden, omdat hij geen productie kon maken. Daaruit blijkt dat eiser slechts heel beperkt in tijd het minimumloon kan verdienen, totdat de werkgever merkt dat eiser niet functioneert en hij vervolgens ontslagen wordt. Daarom is het onjuist en veel te kort door de bocht dat, volgens het UWV, gebleken is dat eiser in staat zou zijn om zelfstandig te werken bij een gewone werkgever en dat het voor hem mogelijk zou zijn om met zijn beperkingen ten minste het minimumloon te verdienen.
Wanneer het UWV niet op zijn standpunt terug wil komen of wanneer het beroep ongegrond wordt verklaard, dan overweegt eiser om een Wajong-aanvraagin te dienen. Bovendien valt eiser onder de doelgroep genoemd in artikel 38b, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) om ingeschreven te worden in het doelgroepregister. Het UWV heeft helemaal geen onderzoek ingesteld in de zin van artikel 3.5 van het Besluit SUWI.Daarom moet het beroep al gegrond verklaard worden en het bestreden besluit vernietigd worden.
7. Om in aanmerking te komen voor een indicatie banenafspraak moet eiser behoren tot één van de in artikel 38b, eerste en tweede lid, van de Wfsv limitatief opgesomde categorieën personen.
8. De rechtbank is met het UWV van oordeel dat eiser niet behoort tot één van de artikel 38b, eerste lid, van de Wfsv opgesomde personen. Hij wordt namelijk door het UWV en niet door de gemeente begeleid bij het vinden van werk (eerste lid, onder a en e). Ook is eiser niet geïndiceerd op grond van de WSW (eerste lid, onder b). Ook staat vast dat eiser geen recht heeft of heeft gehad op arbeidsondersteuning of een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wajong (eerste lid, onder c en f). Ook is eiser niet geïndiceerd op grond van het eerste lid, onder d. Omdat eiser geen voorziening als bedoeld in artikel 35 van de Wet WIA en/of artikel 10 van de Pw ontvangt, moet geconcludeerd worden dat hij ook niet behoort tot de categorie personen bedoeld in artikel 38b, tweede lid, van de Wfsv. Dat betekent dat eiser niet in aanmerking kan komen voor een indicatie banenafspraak. Het UWV heeft daarom terecht af kunnen zien van een onderzoek zoals bedoeld in artikel 3.5 van het Besluit SUWI.
9. Eiser heeft tijdens de zitting een beroep gedaan op de menselijke maat. Hij is van mening dat het UWV meer moet doen om hem te helpen bij het vinden van werk. Voor zover eiser daarmee heeft willen betogen dat het niet toekennen van een indicatie banenafspraak aan hem in strijd is met de evenredigheid, is de rechtbank van oordeel dat dit beroep niet slaagt. Daarbij acht de rechtbank van belang dat tijdens de zitting is gebleken dat het UWV al diverse activiteiten heeft ontplooid om eiser te begeleiden naar werk. Zo heeft hij diverse gesprekken met een werkcoach gehad, die geresulteerd hebben in een, door het UWV gefinancierde, werkplek via [bedrijf 3]. Ook heeft eiser via het UWV een certificaat Microsoft kunnen behalen. Ook vanwege deze inspanningen is, naar het oordeel van de rechtbank, niet aannemelijk gemaakt dat eiser onevenredig is getroffen door het besluit van het UWV om aan hem geen indicatie banenafspraak toe te kennen.