ECLI:NL:RBGEL:2024:5337
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden na acht jaar
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 2 augustus 2024 uitspraak gedaan over de beëindiging van de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden van de betrokkene, die in 2016 was opgelegd voor ontuchtige handelingen met een minderjarige. De tbs-maatregel was in 2016 opgelegd en voor het laatst verlengd in december 2023. De officier van justitie had op 7 juni 2024 gevorderd om de maatregel met een jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Tijdens de zitting zijn de betrokkene, zijn raadsvrouw, deskundigen en de officier van justitie gehoord. De officier van justitie stelde dat de veiligheid van anderen niet langer een verlenging van de maatregel vereiste, gezien de positieve ontwikkeling van de betrokkene en de lage kans op recidive. De raadsvrouw pleitte eveneens voor afwijzing van de vordering, wijzend op de aanvaardbare recidiverisico's en de goede omstandigheden van de betrokkene.
De rechtbank heeft de processtukken en rapporten van de reclassering en psychologen bestudeerd. De psychologische rapportage wees op een autismespectrumstoornis en een ongespecificeerde ticstoornis, maar ook op een significante vooruitgang van de betrokkene in zijn behandeling. De reclassering adviseerde ook om de maatregel te beëindigen, gezien de goede ondersteuning en de lage kans op recidive. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zich gemotiveerd had opgesteld en dat er voldoende beschermende factoren aanwezig waren. Daarom werd de vordering van de officier van justitie afgewezen en de tbs-maatregel beëindigd.