ECLI:NL:RBGEL:2024:5337

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
05.740748.15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden na acht jaar

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 2 augustus 2024 uitspraak gedaan over de beëindiging van de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden van de betrokkene, die in 2016 was opgelegd voor ontuchtige handelingen met een minderjarige. De tbs-maatregel was in 2016 opgelegd en voor het laatst verlengd in december 2023. De officier van justitie had op 7 juni 2024 gevorderd om de maatregel met een jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. Tijdens de zitting zijn de betrokkene, zijn raadsvrouw, deskundigen en de officier van justitie gehoord. De officier van justitie stelde dat de veiligheid van anderen niet langer een verlenging van de maatregel vereiste, gezien de positieve ontwikkeling van de betrokkene en de lage kans op recidive. De raadsvrouw pleitte eveneens voor afwijzing van de vordering, wijzend op de aanvaardbare recidiverisico's en de goede omstandigheden van de betrokkene.

De rechtbank heeft de processtukken en rapporten van de reclassering en psychologen bestudeerd. De psychologische rapportage wees op een autismespectrumstoornis en een ongespecificeerde ticstoornis, maar ook op een significante vooruitgang van de betrokkene in zijn behandeling. De reclassering adviseerde ook om de maatregel te beëindigen, gezien de goede ondersteuning en de lage kans op recidive. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zich gemotiveerd had opgesteld en dat er voldoende beschermende factoren aanwezig waren. Daarom werd de vordering van de officier van justitie afgewezen en de tbs-maatregel beëindigd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.740748.15
Datum uitspraak: 2 augustus 2024
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats],
verblijvende aan de [adres], [postcode] [verblijfplaats].
Raadsvrouw: mr. D.M.P. van Eijsden, advocaat te 's-Gravenhage.

Procedure

Aan betrokkene is bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 11 juli 2016 de maatregel terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd voor het plegen van ontuchtige handelingen met iemand die de leeftijd van twaalf, maar niet die van zestien jaren heeft bereikt, welke handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Deze maatregel is ingegaan op 11 juli 2016 en het laatst verlengd bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 december 2023.
Bij vordering van 7 juni 2024, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op dezelfde dag, heeft de officier van justitie gevorderd dat de duur van de maatregel wordt verlengd met één jaar.

Het onderzoek ter terechtzitting

Ter zitting van 2 augustus 2024 zijn gehoord:
- betrokkene en zijn raadsvrouw, voornoemd;
- deskundige B. van Giessen, klinisch psycholoog bij het NIFP;
- [naam], toezichthouder bij de Reclassering Nederland;
- de officier van justitie, mr. G. Steeghs.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen omdat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging niet langer eist. De inzet van betrokkene en de behandeling hebben duidelijk effect gehad. De recidivekans is teruggebracht tot laag-matig. Betrokkene toont zich gemotiveerd om niet terug te vallen in delictgedrag en heeft een ondersteunend team om zich heen.

Het standpunt van betrokkene

De raadsvrouw heeft gepleit voor afwijzing van de vordering. Het recidiverisico is teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. Betrokkene zit op zijn plek in de [verblijfplaats], hij heeft laten zien dat hij met spanningen om kan gaan en hij heeft een steunend netwerk.

De beoordeling

De rechtbank heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder diverse rapporten van de reclassering en een psychologische rapportage van 19 april 2024, opgesteld door extern psycholoog B. van Giessen.
Uit bovenstaande psychologische rapportage komt onder meer het volgende naar voren.
Diagnostisch gezien is bij betrokkene sprake van een autismespectrumstoornis (niveau 2, wat betekent hij substantiële ondersteuning behoeft) en een ongespecificeerde ticstoornis. Op grond van klinisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de kans op recidive geheel voortkomt uit de autismespectrumstoornis. Gelet op de hoeveelheid beschermende factoren wordt de recidivekans ingeschat als laag-matig. Gedurende de behandeling en begeleiding in het kader van de tbs met voorwaarden heeft betrokkene veel bereikt en hij woont nu definitief in de [verblijfplaats]. Sinds de oplegging van de maatregel heeft betrokkene zich gehouden aan de voorwaarden. Hij zich heeft begeleidbaar opgesteld en zich open en toetsbaar gedragen. Betrokkene is open over zijn (seksuele) belevingen en fantasieën en bespreekt de stress en spanningen die hij kan ervaren. Hij zal de komende tijd begeleiding blijven ontvangen van de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord van GGZ Drenthe zodat hij spanningen kan bespreken en ventileren. Betrokkene heeft aangegeven dat hij deze behandeling en begeleiding graag op vrijwillige basis voort wil zetten. Daarnaast geeft de 24-uurs begeleiding door de RIBW hem een goede basis om zijn leven verder op te bouwen. De psycholoog acht het verantwoord en passend om de maatregel te beëindigen.
Uit een advies van de reclassering, opgesteld door toezichthouder [naam], van 13 mei 2024 volgt onder meer het volgende.
Betrokkene is goed ingebed bij de [verblijfplaats] waar hij sinds 7 juni 2003 woont en kan blijven wonen zonder forensische titel. Hij heeft ook de afgelopen periode gewerkt aan zijn doelen en zich goed ingezet. De samenwerking met de reclassering en betrokken hulpverlening is goed. Ondanks de lastige fase die betrokkene recent heeft doorgemaakt in de behandelcontacten met de AFPN in Hoogeveen, is hij goed in contact gebleven. Ook heeft hij meegewerkt aan het hierop volgende expertonderzoek en heeft hij het hieruit voortgekomen behandelaanbod bij AFPN Assen geaccepteerd. Deze behandeling kan ook door blijven lopen zonder forensische titel. Daarnaast heeft betrokkene zelf actief gezocht naar ambulante ondersteuning en zich hiervoor aangemeld. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag-matig. De reclassering is van mening dat het nogmaals verlengen van de maatregel de aanwezigheid van potentieel zorgelijk gedrag vanuit de autismespectrumstoornis niet zal veranderen. Het feit dat betrokkene hierover in gesprek blijft met het steunend netwerk om hem heen en zijn gedrag en keuzes blijft bespreken is ondersteunend, draagt bij aan tijdig ingrijpen en verlaagt het risico op zorgelijk gedrag. Dit maakt dat de reclassering van mening is dat betrokkene voldoende ingebed is in de hulpverlening en over voldoende ondersteuning kan beschikken als dit nodig is. Geadviseerd wordt om de maatregel te beëindigen.
Ter zitting heeft betrokkene aangegeven dat hij de lopende ambulante behandeling bij de AFPN Assen zal afronden, ook in het geval de tbs-maatregel voor die tijd wordt beëindigd. Daarnaast heeft hij zich recent aangemeld voor ambulante behandeling bij Trajectum maar zal hij hiermee vanwege een interne financieringskwestie niet eerder dan volgend jaar kunnen starten.
Ter zitting hebben de rapporterend psycholoog Van Giessen en reclasseringswerker [naam] gepersisteerd bij hun advies om de maatregel te beëindigen. In aanvulling op zijn rapport van 19 april 2024 heeft Van Giessen naar voren gebracht dat betrokkene zich gemotiveerd inzet om niet terug te vallen in delictgedrag en zelf ondersteuning zoekt bij stress of spanningen. In afwachting van het opstarten van de ambulante behandeling bij Trajectum, kan betrokkene terecht bij AFPN in Assen zodat behandeling gewaarborgd is. [naam] heeft benadrukt dat betrokkene de afgelopen jaren heeft laten zien dat hij ook bij wrijving goed in contact blijft.

Overwegingen

De rechtbank is van oordeel dat de inzet van betrokkene en de behandeling en begeleiding in het kader van de maatregel hun vruchten hebben afgeworpen. Betrokkene heeft zich van meet af aan open, begeleidbaar en gemotiveerd opgesteld. Er zijn voldoende beschermende factoren, waaronder een geschikte permanente woonplek en een stevig ondersteunend netwerk, die maken dat het recidiverisico is teruggebracht tot een maatschappelijk aanvaardbaar laag niveau. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen niet langer verlenging van de maatregel vereist. De rechtbank wijst de vordering daarom af.

De beslissing

De rechtbank:
wijst afde schriftelijke vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.C. van der Mei, voorzitter, W.H.S. Duinkerke en
mr. G.L.C. van den Bosch, als rechters in tegenwoordigheid van mr. H.J.M. Fransen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 augustus 2024.
mr. Van den Bosch is buiten staat deze beslissing te ondertekenen.