Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek, met aanvulling, van 1 juli 2024;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 2 juli 2024.
Rechtbank Gelderland
Op 5 augustus 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Zutphen een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoekster uit Putten, die de wraking had aangevraagd van mr. M.J.M. Verhoeven, de rechter die betrokken was bij een bestuursrechtelijke zaak tussen haar en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten. De verzoekster stelde dat de rechter tijdens de zitting geen belang hechtte aan haar vragen over de vergunningenprocedure en onvoldoende rekening hield met de omstandigheden van haar specifieke situatie. Ze gaf aan dat de stallen van belanghebbende op 5 juli 2024 leeggehaald zouden worden, wat een spoedeisend belang met zich meebracht. De verzoekster vroeg de wrakingskamer om een tijdige beslissing te nemen om nadelige effecten op haar gezondheid en de instandhoudingsdoelen van Natura 2000 en Wavgebied te voorkomen.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid. De kamer concludeerde dat de verzoekster niet voldoende concrete omstandigheden had aangevoerd die een gerechtvaardigd vermoeden van partijdigheid konden onderbouwen. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter vermoedelijk onpartijdig is en dat de beslissing van de rechter om twee weken na de zitting uitspraak te doen, een reguliere rechterlijke beslissing is. De wrakingskamer kon niet oordelen over de inhoudelijke zaak, maar alleen over de vraag of er sprake was van (schijn van) vooringenomenheid. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.