ECLI:NL:RBGEL:2024:5307

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 juli 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
05.317972.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling medeplichtigheid sextortion als geldezel

Op 11 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan sextortion. De verdachte, die fungeerde als geldezel, heeft zijn bankrekening ter beschikking gesteld voor het ontvangen van geldbedragen van slachtoffers die onder druk werden gezet door een medeverdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij het afdreigen van meerdere slachtoffers, waarbij dreigende berichten werden verstuurd om hen te dwingen geldbedragen over te maken. De slachtoffers waren benaderd via datingwebsites en sociale media, waar zij in erotische gesprekken werden betrokken. Na het versturen van naaktfoto's werden zij bedreigd met openbaarmaking van deze beelden, tenzij zij geld betaalden. De rechtbank heeft de rol van de verdachte als medeplichtige gekwalificeerd en hem veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren, te vervangen door 70 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere strafblad en de aanbevelingen van de reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.317972.23
Datum uitspraak : 11 juli 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1980 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] , [postcode] [plaats 1] ,
raadsman: mr. J.A. Schadd, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2023 tot en met 31 juli 2023 te Pijnacker, Haaksbergen, Alkmaar, Beusichem en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen een of meer personen te weten:
- [slachtoffer 1] ,
- [slachtoffer 2] en/of
- [slachtoffer 3]
(telkens) door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim, heeft/hebben gedwongen tot afgifte van enig goed, althans een geldbedrag, te weten:
- [slachtoffer 1] : € 150,00,
- [slachtoffer 2] : €2182,75 en/of
- [slachtoffer 3] : €3328,04
dat geheel of ten dele aan die voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n) toebehoorde(n) door (telkens):
- met (één of meer) voornoemde personen (erotisch getint) contact te leggen en/of te krijgen en/of te hebben en/of te chatten via (dating)website(s) Bullchat.com en/of Bdsmgirl.nl en/of Chatgirl.nl en/of (dating)app Grinder en/of Tinder, althans via een website en/of,
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app aan (één of meer) voornoemde personen te vragen en/of voornoemde personen te stimuleren om het (erotisch getinte) gesprek voor te zetten via WhatsApp en/of Facebook Messenger en/of
- via voornoemde (chat)websites aan (één of meer) voornoemde personen een mobiel nummer te sturen, om het (erotisch getinte) gesprek via WhatsApp en/of Facebook Messenger voort te kunnen zetten en/of
- via voornoemde (chat)websites aan (één of meer) voornoemde personen een mobiel nummer te vragen, om het (erotisch getinte) gesprek via WhatsApp en/of Facebook Messenger voort te kunnen zetten en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook Messenger om naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto’s en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen van (één of meer) voornoemde personen te vragen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of meer) voornoemde personen te vragen hoe zij eruit zagen en/of hoe hun geslachtsdelen en/of billen eruit zagen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of meer) voornoemde personen (erotisch getinte) foto’s te sturen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook van (één of meer) voornoemde personen naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto's en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen en/of geslachtsdelen te ontvangen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of meer) voornoemde personen berichten te sturen (met verschillende mobiele nummers) met daarin screenshots en/of foto's van hun persoonlijke profielen en/of contacten en/of familieleden op Facebook en/of Instagram en/of andere sociale media platforms en/of
- ( één of meer) voornoemde personen dreigende en/of dwingende berichten te sturen (met verschillende mobiele nummers), waarbij verdachte dwingende en/of dreigende uitlatingen en/of eisen deed, onder meer inhoudende dat voornoemde personen één of meer geldbedragen moesten overmaken en/of betalen omdat verdachte die personen anders zou "exposen" op internet en/of voornoemde naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto’s en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen en/of geslachtsdelen en/of voornoemde erotisch getinte gesprekken aan de relaties, familie, vrienden, werkgevers en/of collega's van voornoemde personen zou sturen en/of op één of meer sociale media platformen zou plaatsen, althans anderszins
(via internet) zou verspreiden en/of publiceren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2023 tot en met 31 juli 2023 te Pijnacker, Haaksbergen, Alkmaar, Beusichem en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen een of meer personen te weten:
- [slachtoffer 1] ,
- [slachtoffer 2] en/of
- [slachtoffer 3]
(telkens) door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim, heeft/hebben gedwongen tot afgifte van enig goed, althans een geldbedrag, te weten:
- [slachtoffer 1] : € 150,00,
- [slachtoffer 2] : €2182,75 en/of
- [slachtoffer 3] : €3328,04
dat geheel of ten dele aan die voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n) toebehoorde(n) door (telkens):
- met (één of meer) voornoemde personen (erotisch getint) contact te leggen en/of
te krijgen en/of te hebben en/of te chatten via (dating)website(s) Bullchat.com en/of Bdsmgirl.nl en/of Chatgirl.nl en/of (dating)app Grinder en/of Tinder, althans via een website en/of,
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app aan (één of meer) voornoemde personen te vragen en/of voornoemde personen te stimuleren om het (erotisch getinte) gesprek voor te zetten via WhatsApp en/of Facebook Messenger en/of
- via voornoemde (chat)websites aan (één of meer) voornoemde personen een mobiel nummer te sturen, om het (erotisch getinte) gesprek via WhatsApp en/of Facebook Messenger voort te kunnen zetten en/of
- via voornoemde (chat)websites aan (één of meer) voornoemde personen een mobiel nummer te vragen, om het (erotisch getinte) gesprek via WhatsApp en/of Facebook Messenger voort te kunnen zetten en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook Messenger om naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto’s en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen van (één of meer) voornoemde personen te vragen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of meer) voornoemde personen te vragen hoe zij eruit zagen en/of hoe hun geslachtsdelen en/of billen eruit zagen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of meer) voornoemde personen (erotisch getinte) foto’s te sturen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook van (één of meer) voornoemde personen naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto's en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen en/of geslachtsdelen te ontvangen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of meer) voornoemde personen berichten te sturen (met verschillende mobiele nummers) met daarin screenshots en/of foto's van hun persoonlijke profielen en/of contacten en/of familieleden op Facebook en/of Instagram en/of andere sociale media platforms en/of
- ( één of meer) voornoemde personen dreigende en/of dwingende berichten te sturen (met verschillende mobiele nummers), waarbij verdachte dwingende en/of dreigende uitlatingen en/of eisen deed, onder meer inhoudende dat voornoemde personen één of meer geldbedragen moesten overmaken en/of betalen omdat verdachte die personen anders zou "exposen" op internet en/of voornoemde naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto’s en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen en/of geslachtsdelen en/of voornoemde erotisch getinte gesprekken aan de relaties, familie, vrienden, werkgevers en/of collega's van voornoemde personen zou sturen en/of op één of meer sociale media platformen zou plaatsen, althans anderszins
(via internet) zou verspreiden en/of publiceren;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meerdere tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 juni 2023 tot en met 31 juli 2023 te Arnhem, althans
in Nederland,opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft door
- zijn, verdachtes, bankrekeningnummer en/of pinpas ter beschikking te stellen aan
die (onbekende) dader(s) en/of
- meermalen, althans eenmaal, een of meerdere geldbedragen te pinnen en/of
dit/deze geldbedragen aan die (onbekende) dader af te geven.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
De volgende personen zijn in de periode van 1 juni 2023 tot en met 31 juli 2023 het slachtoffer geworden van afdreiging:
- [slachtoffer 1] in [locatie slachtoffer 1] voor een bedrag van € 150,00; [2]
- [slachtoffer 2] in [locatie slachtoffer 2] voor een bedrag van € 2.182,75; [3]
- [slachtoffer 3] in [locatie slachtoffer 3] voor een bedrag van € 3.328,04. [4]
Met de genoemde personen is telkens (erotisch getint) contact gelegd via datingwebsites Bullchat.com [5] en chatgirl.nl. [6] Via voormelde (chat)websites werd een mobiel nummer gestuurd of gevraagd om het (erotisch getinte) gesprek voort te zetten via Whatsapp. [7]
Aan [slachtoffer 1] werden na het contact op de chatsite via Whatsapp naaktfoto’s gestuurd en hij heeft ook naaktfoto’s van zichzelf teruggestuurd. Vervolgens ontving [slachtoffer 1] screenshots van zijn Facebookpagina, screenshots van familieleden van hem, screenshots van de Facebookpagina van zijn vriendin en hij ontving de naaktfoto van zichzelf terug. Daarbij kreeg hij berichten waarin werd gedreigd dat zijn identiteit zou worden geplaatst op een pedofiliesite en dat zijn vriendin hierover via Facebook messenger zou worden bericht, als hij het gevraagde geldbedrag niet zou overmaken. [slachtoffer 1] heeft dit ook betaald op rekeningnummer [rekeningnummer] . [8] Dit rekeningnummer staat op naam van verdachte. [9]
[slachtoffer 2] ontving, na het contact op de chatsite, via Whatsapp een screenshot van zijn Facebook account en van een site waarop pedofielen worden geplaatst. Er werd gedreigd dat zijn Facebookvrienden zouden worden geïnformeerd dat hij een pedofiel zou zijn. Om dit te voorkomen moest [slachtoffer 2] meerdere geldbedragen betalen op het rekeningnummer van [verdachte] . [10] Hij heeft dit ook gedaan. [11]
[slachtoffer 3] heeft, na het contact op de chatsite, via Whatsapp over en weer foto’s gestuurd waarop het lichaam van [slachtoffer 3] te zien was. Vervolgens werd gedreigd dat de foto’s van [slachtoffer 3] en de screenshots van de chatgesprekken aan zijn familie, vrienden en werk zouden worden verzonden. Om dit te voorkomen moest [slachtoffer 3] meerdere geldbedragen betalen op onder meer het rekeningnummer van [verdachte] . Hij heeft dit ook gedaan. [12]
Verdachte stelde zijn bankrekening ter beschikking zodat hier geldbedragen op gestort konden worden. Hij wist dat het geld afkomstig was uit afdreiging. Hij kreeg opdracht van de persoon die de geldbedragen liet storten om deze geldbedragen te gaan pinnen en aan deze persoon af te geven. Verdachte kreeg 10 á 20 euro per pintransactie. [13]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van afdreiging van alle in de tenlastelegging genoemde slachtoffers. Immers verdachte heeft nauw en bewust samengewerkt met de medeverdachte, door zijn bankrekening ter beschikking te stellen en met anderen de werkwijze te bespreken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat enkel het subsidiair tenlastegelegde feit, te weten medeplichtigheid aan afdreiging, bewezen kan worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het verdachte is geweest die samen met anderen voormelde slachtoffers heeft afgedreigd. Zij overweegt hierover als volgt.
Betrokken telefoonnummers met bijbehorende IMEI-nummers
Allereerst merkt de rechtbank op dat een IMEI-nummer bestaat uit een code, waarvan het laatste cijfer enkel het zogenoemde ‘controlenummer’ betreft. De eerste veertien cijfers vormen het unieke IMEI-nummer wordt door de fabrikant of provider aan telefoontoestel gekoppeld en deze cijfers bepalen dan ook de identiteit van een telefoontoestel. Het controlenummer kan afwijken.
IMEI-nummer eindigend op 199 met controlenummer 8
[aangever 1] heeft verklaard dat het gesprek vanaf de chatsite chatgirl.nl verder ging via Whatsapp. Hij heeft verklaard als volgt. Het nummer dat (…) mij opgaf is [telefoonnummer 1] . (…) Later die dag kreeg hij ook een sms (…) Dit is telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [14] Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is in gebruik geweest in een Apple iPhone 11 voorzien van het [IMEI-nummer 1] . [15] Dit IMEI-nummer is gekoppeld aan een Apple iPhone 11. [16]
Identificatie IMEI-nummer eindigend op 199 met controlenummer 8
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld wie degene is geweest die gebruik heeft gemaakt van de Apple iPhone 11, gekoppeld aan het [IMEI-nummer 1] . Zij overweegt hierover als volgt.
Naar het [IMEI-nummer 1] is onderzoek gedaan. Uit dit onderzoek blijkt het volgende. De meest gebruikte cell-ID is gelegen aan de [adres cell-ID] te [plaats cell-ID] . (…) Deze mast kan worden aangemerkt als de ‘thuismast’. (…) Het nummer [telefoonnummer 3] staat als gebruikt én als tegennummer vermeld. Als abonnee op dit nummer staat [abonnee telefoonnummer 3]
(opmerking rechtbank: moeder van [medeverdachte 1] ), [adres 2] te [plaats 2] geregistreerd. (…) [abonnee telefoonnummer 3] heeft gezegd dat ze sinds oktober 2022 verdachte in huis heeft. (…) De [adres 2] te [plaats 2] valt binnen het theoretische dekkingsgebied van de cell-ID gelegen aan de [adres cell-ID] te [plaats cell-ID] . [17]
Ook het [telefoonnummer 4] maakte gebruik van het [IMEI-nummer 1] . [medeverdachte 1] is op 26 februari 2023 als bestuurder betrokken geweest bij een verkeersongeval. (…) Nadien waren er een zestal uitgaande oproepen met het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 4] naar [bedrijf] en per 23 maart 2023 betrof de tenaamgestelde van het betrokken voertuig [bedrijf]. [18]
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] als gebruiker van het toestel met [IMEI-nummer 1] kan worden geïdentificeerd en dat hij ook degene is die met bijbehorende telefoonnummers contact heeft gehad met aangever [slachtoffer 1] .
Conclusie [aangever 1]
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat [medeverdachte 1] degene is die contact heeft gehad met [aangever 1] , door dit contact met hem te zoeken, erotisch getinte chatgesprekken met hem te voeren, foto’s te verzenden en hem vervolgens dwingende en dreigende berichten te verzenden met de bedoeling dat hij een geldbedrag aan medeverdachte zou overmaken. [aangever 1] heeft dit ook daadwerkelijk gedaan door een geldbedrag te storten op de rekening van verdachte.
IMEI-nummer eindigend op 840
[aangever 2] heeft verklaard dat het gesprek dat hij via Bullchat.com had, werd voortgezet via Whatsapp. Hij verklaart als volgt. Op whatsapp hebben we verder gechat. (…) Ineens kreeg ik een app [telefoonnummer 5] met de melding van een screenshot van mijn Facebook account en screenshots van “ [Whatsappnaam] ” waarin vermeende pedo’s worden opgespoord en publiekelijk online worden gepost. (…) Meteen werd mij gezegd dat ik een tikkie moest betalen. (…) In de ochtend van 6 juli 2023 omstreeks 07.07 uur ontving ik via [telefoonnummer 6] weer een bericht dat ik moest betalen. (…) Op dinsdag 11 juli omstreeks 11.22 uur ontving ik via weer een ander [telefoonnummer 7] een oproep. [19] Op 21 juli 2023 omstreeks 16.09 uur kwam nog een whatsappbericht van [telefoonnummer 8] . [20]
[aangever 3] heeft verklaard dat het gesprek dat hij via Bullchat.com had werd voortgezet via Whatsapp. Hij verklaart als volgt. De telefoonnummers waar ik contact mee heb gehad zijn: [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 6] , [telefoonnummer 8] , [telefoonnummer 9] , [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 11] . [21]
Het [telefoonnummer 5] is in gebruik geweest in toestel voorzien van [IMEI-nummer 2] . [22] Ook het [telefoonnummer 9] is in gebruik geweest in het toestel met [IMEI-nummer 2] . [23] Tot slot is ook [telefoonnummer 7] in gebruik geweest in het toestel, een Apple iPhone SE, met [IMEI-nummer 2] . [24]
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de telefoonnummers eindigend op [telefoonnummer 5] , [telefoonnummer 9] en [telefoonnummer 7] welke genoemd worden in de aangiftes van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn voorzien van hetzelfde IMEI-nummer eindigend op 840. De rechtbank concludeert op grond hiervan dat van deze telefoonnummers gebruik is gemaakt door middel van hetzelfde telefoontoestel, te weten een Apple Iphone SE.
Identificatie IMEI-nummer eindigend op 840
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld wie degene is geweest die gebruik heeft gemaakt van de Apple iPhone SE, gekoppeld aan het IMEI-nummer eindigend op 840. Zij overweegt hierover als volgt.
De iPhone SE met het IMEI-nummer eindigend op 840 is aangetroffen in de woning aan de [adres 2] te [plaats 2] , waar [abonnee telefoonnummer 3] woont en waar [medeverdachte 1] ten tijde van de doorzoeking ook aanwezig was. De telefoon is aangetroffen in een slaapkamer. [25] [abonnee telefoonnummer 3] is de moeder van [medeverdachte 1] . Tegen de verbalisant heeft [abonnee telefoonnummer 3] verklaard dat [medeverdachte 1] bij haar woont en elke nacht in haar woning verblijft. Hierop liet [abonnee telefoonnummer 3] uit eigen beweging de slaapkamer zien van [medeverdachte 1] . (…) Na enige tijd hoorde de verbalisant dat de collega’s van de ondersteuningsgroep [medeverdachte 1] hadden aangetroffen in voornoemde slaapkamer. Dit betreft de slaapkamer waar voormelde telefoon in beslag is genomen. [26]
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat de slaapkamer waar de iPhone SE is aangetroffen niet de slaapkamer van verdachte is, zoals hij heeft verklaard. De rechtbank concludeert dat de genoemde inbeslaggenomen telefoon in de slaapkamer van verdachte aangetroffen en dat deze ook van hem is. Dat verdachte ook gebruik heeft gemaakt van deze telefoon blijkt uit het navolgende.
De inbeslaggenomen telefoon uit de slaapkamer van [medeverdachte 1] is een Iphone SE. De simkaart in deze telefoon met nummer [simkaartnummer] is gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . [27] Deze Iphone SE heeft het [IMEI-nummer 2] . [28]
Er is onderzoek gedaan aan deze iPhone SE. Uit dit onderzoek ishet volgende naar voren gekomen. Op de telefoon zijn meerdere foto’s aangetroffen van [medeverdachte 1] . Dit zijn zogenoemde “selfies”. (…) De volgende zoekslagen zijn ingevoerd: afpersers bullchat, afpersers wie heeft gebeld. (…) De telefoon bevat een groot aantal seksueel getinte foto’s van mannen. (…) Er werden meerdere sextortion gesprekken aangetroffen in de telefoon die allen dezelfde strekking hadden. [29]
Gelet op het feit dat de telefoon in de slaapkamer van [medeverdachte 1] is aangetroffen en dat selfies van hem op deze telefoon zijn aangetroffen, concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] als gebruiker van deze iPhone SE met [IMEI-nummer 2] kan worden geïdentificeerd en dat hij ook degene is die via bovengenoemde telefoonnummers contact heeft gehad met aangevers.
Conclusie aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
De rechtbank acht op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] degene is geweest die contact heeft gehad met aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , door dit contact met hen te zoeken, erotisch getinte chatgesprekken met hen te voeren, foto’s te verzenden en hen vervolgens dwingende en dreigende berichten te verzenden met de bedoeling dat zij geldbedragen aan [medeverdachte 1] zouden overmaken, hetgeen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ook daadwerkelijk hebben gedaan door meerdere Tikkie’s te betalen waarvan de geldbedragen op de rekening van verdachte terecht zijn gekomen.
Medeplegen
Tot slot ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of [medeverdachte 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft gehandeld. Zij zal deze vraag bevestigend beantwoorden op grond van het navolgende.
Betalingen
[aangever 1] heeft verklaard dat hij in één keer € 150,00 heeft overgemaakt op bankrekeningnummer [rekeningnummer] . [30] Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat het telefoonnummer [telefoonnummer 5] hem meerdere betaalverzoeken heeft gestuurd die hij moest voldoen aan rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [verdachte] . Hij heeft in totaal € 2.182,75 betaald in vijf Tikkies. [31] [aangever 3] heeft verklaard dat hij in totaal € 3.328,04 heeft overgemaakt aan rekeningnummers ten name van [verdachte] , [rekeninghouder 1] en [rekeninghouder 2] , waarvan vier Tikkies aan [verdachte] . [32]
Verdachte heeft als volgt verklaard. Ik ben een tijd geleden benaderd door iemand. (…) Ik kreeg dan 10 á 20 euro per transactie. (…) Ik wacht tot dat hij mij belt, snapt, appt. Meestal is het snap en dan stuurt hij er staat zoveel en zoveel op. Dan check ik dat en ga ik het pinnen binnen 5 á 10 minuten. (…) Meestal zegt hij dan waar hij is en ga ik daarheen of hij is bij mij in de buurt en spreken we ergens af. [33] Verdachte wist dat het geld van afdreiging afkomstig was. [34]
De rechtbank concludeert op grond hiervan dat [medeverdachte 1] de aangevers betalingen liet verrichten (door middel van Tikkies) op onder andere het bankrekeningnummer van verdachte. Verdachte (of een onbekend gebleven persoon) ging vervolgens pinnen en zorgde dat het geld van de Tikkie’s bij [medeverdachte 1] terecht kwam.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte 1] samen met anderen betrokken was bij het voeren van gesprekken met potentiële slachtoffers en zich daarbij voordoen als minderjarige, het ontvangen en verzenden van naaktfoto’s, het sturen van dreigberichten en betaalverzoeken, het regelen van een bankrekening waarop het geld van de slachtoffers gestort kan worden en het innen van die bedragen. Hier doet niet aan af dat onbekend is gebleven met wie [medeverdachte 1] ten aanzien van de afdreiging van de slachtoffers heeft samengewerkt.
Gelet op dit alles, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] samen met anderen nauw en bewust heeft samengewerkt, een samenwerking die gericht was op het afdreigen van de slachtoffers, met als doel het afhandig maken van geld of het zich op een andere wijze doen bevoordelen.
De rol van verdachte
Tot slot ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of de rol van verdachte in voormelde feiten kan worden gekwalificeerd als medeplegen of als medeplichtigheid. De rechtbank beantwoordt deze vraag als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen en het verhandelde ter zitting blijkt dat verdachte fungeerde als zogenaamde ‘geldezel’ voor [medeverdachte 1] . Hij heeft zijn bankrekening ter beschikking gesteld waarop de slachtoffers het door [medeverdachte 1] geëiste geldbedrag moesten storten. Daarna ging verdachte pinnen voor [medeverdachte 1] en gaf hij het geld aan hem. Door zo te handelen is verdachte opzettelijk behulpzaam geweest bij afdreiging. Verdachte wist immers waar het geld vandaan kwam en wat het doel was van [medeverdachte 1] om zijn bankrekening te gebruiken. De rechtbank acht de rol van verdachte, anders dan de officier van justitie, van onvoldoende gewicht om hem als medepleger aan te merken ten aanzien van het afdreigen van de slachtoffers.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het primair tenlastegelegde feit. De rechtbank acht het subsidiaire feit wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 juni 2023 tot en met 31 juli 2023 te
Pijnacker,Haaksbergen, Alkmaar, Beusichem
en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen een of meer personen te weten:
- [slachtoffer 1] ,
- [slachtoffer 2] en/of
- [slachtoffer 3]
(telkens) door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim, heeft/hebben gedwongen tot afgifte van enig goed, althans een geldbedrag, te weten:
- [slachtoffer 1] : € 150,00,
- [slachtoffer 2] : € 2.182,75 en
/of
- [slachtoffer 3] : € 3328,04
dat
geheel of ten deleaan die voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n)toebehoorde
(n)door
(telkens
):
- met
(één of meer)voornoemde personen (erotisch getint) contact te leggen en/of
te krijgen en/of te hebben en/of te chatten via (dating)website(s) Bullchat.com
en/of Bdsmgirl.nlen/of Chatgirl.nl
en/of (dating)app Grinder en/of Tinder, althans via een website en/of,
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app aan (één of meer) voornoemde personen te
vragen en/of voornoemde personen testimuleren om het (erotisch getinte) gesprek voor te zetten via WhatsApp
en/of Facebook Messengeren/of
- via voornoemde (chat)websites aan
(één of meer
)voornoemde personen een mobiel nummer te sturen, om het (erotisch getinte) gesprek via WhatsApp
en/of Facebook Messengervoort te
kunnen zetten en/of
- via voornoemde (chat)websites aan
(één van voornoemde personen een mobiel nummer te vragen, om het (erotisch getinte) gesprek via WhatsApp
en/of Facebook Messengervoort te
kunnen zetten en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook Messenger
om naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto’s en/of foto’s van ontblote lichaamsdelen van (één of
meer) voornoemde personen te vragen en/of
- via voornoemde (chat)websites en/of (dating)app en/of WhatsApp en/of Facebook aan (één of
meer) voornoemde personen te vragen hoe zij eruit zagen en/of hoe hun geslachtsdelen en/of
billen eruit zagen en/of
- via voornoemde
(chat)websites en/of (dating)app en/ofWhatsApp
en/of Facebookaan
(één of
meer
)voornoemde personen (erotisch getinte) foto’s te sturen en/of
- via voornoemde
(chat)websites en/of (dating)app en/ofWhatsApp
en/of Facebookvan
(één of
meer
)voornoemde personen naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto's en/of foto’s van ontblote
lichaamsdelen en/of geslachtsdelen te ontvangen en/of
- via voornoemde
(chat)websites en/of (dating)app en/ofWhatsApp
en/of Facebookaan
(één of
meer)voornoemde personen berichten te sturen (met verschillende mobiele nummers) met
daarin screenshots en/of foto's van hun persoonlijke profielen en/of contacten en/of familieleden
op Facebook
en/of Instagram en/of andere sociale media platformsen/of
-
(één of meer)voornoemde personen dreigende en/of dwingende berichten te sturen (met
verschillende mobiele nummers), waarbij verdachte dwingende en/of dreigende uitlatingen en/of eisen deed, onder meer inhoudende dat voornoemde personen
één of meergeldbedragen
moesten overmaken en/of betalen omdat verdachte die personen anders zou "exposen" op
internet en/of voornoemde naaktfoto’s en/of erotisch getinte foto’s en/of foto’s van ontblote
lichaamsdelen en/of geslachtsdelen en/of voornoemde erotisch getinte gesprekken aan de
relaties, familie, vrienden, werkgevers
en/of collega'svan voornoemde personen zou sturen en/of op één of meer sociale media platformen zou plaatsen, althans anderszins (via internet) zou verspreiden en/of publiceren;
bij
en/of tothet plegen van welk misdrijf verdachte op
één of meerderetijdstippen
in
of omstreeksde periode van 1 juni 2023 tot en met 31 juli 2023 te Arnhem, althans
in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en
/ofopzettelijk gelegenheid,
middelen en/of
inlichtingenheeft verschaft door
- zijn,
verdachtes,bankrekeningnummer
en/of pinpaster beschikking te stellen aan
die
(onbekende)dader
(s)en
/of
-
meermalen, althans eenmaal, een ofmeerdere geldbedragen te pinnen en
/of dit/deze geldbedragen aan die
(onbekende)dader af te geven.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
Medeplichtigheid aan het medeplegen van afdreiging, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, gelet op zijn rol bij de gepleegde feiten, het reclasseringsrapport en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 200 uren, te vervangen door 100 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaren met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de eis van de officier van justitie gematigd moet worden, nu hij vindt dat de rol van verdachte enkel als die van een medeplichtige kan worden gekwalificeerd. Bovendien moet rekening worden gehouden met de omstandigheid dat verdachte ter zitting een verklaring heeft afgelegd over zijn betrokkenheid bij de feiten en het reclasseringsadvies waarin wordt geadviseerd om aan verdachte een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan afdreiging. Verdachte heeft zich samen met anderen kortgezegd bezig gehouden met ‘sextortion’, oftewel chantage middels seksueel getinte afbeeldingen of door zich voor te doen als minderjarige in het voeren van erotisch getinte chatgesprekken. In een periode van een half jaar zijn meerdere mannen hier het slachtoffer van geworden. De slachtoffers hadden zich aangemeld op een chatsite of datingapp. De slachtoffers kregen contact met iemand die zich voordeed als een vrouw of man op zoek naar erotisch contact. De persoon voerde erotisch getinte gesprekken met de slachtoffers en stuurde erotische foto’s naar hen. Een aantal slachtoffers stuurden dergelijke foto’s dan ook weer terug. Wanneer zij dat hadden gedaan, ontvingen zij al snel een bericht dat een geldbedrag moest worden betaald om te voorkomen dat het beeldmateriaal en screenshots van de gevoerde gesprekken zouden worden doorgestuurd naar de partner van het slachtoffer, met naam genoemde familieleden, vrienden en/of de werkgever, naar wie van tevoren nauwkeurig onderzoek was gedaan via social media en andere open bronnen op het internet.
Uit het dossier blijkt dat verdachte zijn bankrekening ter beschikking heeft gesteld zodat de geldbedragen door de slachtoffers daarop konden worden overgemaakt. Bedragen die door de slachtoffers werden overgeschreven, werden zo snel mogelijk na deze overschrijving contant opgenomen door verdachte en aan [medeverdachte 1] uitbetaald. Verdachte wist hoe [medeverdachte 1] aan het geld kwam. Door dit te doen is verdachte opzettelijk behulpzaam geweest bij het plegen van deze ernstige feiten en heeft hij de werkwijze van medeverdachte ook gefaciliteerd en in stand gehouden. De rechtbank vindt dit handelen kwalijk en strafwaardig.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 14 mei 2024. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De reclassering adviseert in haar rapportage van 13 juni 2024 tot het opleggen van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling voor de verslavingsproblematiek en de psychische problematiek van verdachte, het meewerken aan middelencontrole en ambulante begeleiding. Verder heeft de reclassering in het advies opgemerkt geen contra-indicaties te zien voor een taakstraf. Een (langdurige) gevangenisstraf kan volgens de reclassering gevolgen hebben voor het behouden van de uitkering van verdachte en daarmee het bekostigen van zijn woning. Ook kan dit het hulpverleningstraject doorkruisen.
De rechtbank acht van belang dat verdachte de zeer recent aan hem toegewezen woning kan behouden en dat hij de hulpverlening ontvangt die hij volgens de reclassering nodig heeft. Ter zitting heeft verdachte aangegeven hier ook aan te willen meewerken.
De rechtbank zal een lagere straf opleggen dan geëist door de officier van justitie, onder meer omdat zij verdachte ziet als medeplichtige in plaats van medepleger aan de afdreigingen.
Alles overwegende acht de rechtbank een werkstraf voor de duur van 140 uren te vervangen door 70 dagen hechtenis passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van vier maanden met een proeftijd van twee jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De volgende benadeelde partijen hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend in de zaak van [medeverdachte 1] .
  • De benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 1) vordert € 250,00 aan materiële schade;
  • De benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 1) vordert € 2.182,75 aan materiële schade en € 5.000,00 aan smartengeld;
  • De benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 1) heeft een vordering ingediend ten bedrage van € 65.791,97 aan materiële schade en € 10.000,00 aan smartengeld.
Telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is door alle benadeelde partijen om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Uit de door de benadeelden ingediende schadeformulieren maakt de rechtbank op dat deze niet tevens zijn ingediend in de zaak van verdachte.

9.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de volgende voorwerpen die aan verdachte toebehoren met betrekking tot welke het feit is begaan verbeurd verklaren.
  • Een telefoontoestel met gebroken scherm van het merk Motorola;
  • Een telefoontoestel van het merk Samsung.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De rechtbank zal de teruggave van het mapje met pasjes aan verdachte gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10. De vorderingen tot tenuitvoerlegging (parketnummers 96.203153.22 + 05.052658.18 + 05.197871.20)

De politierechter heeft verdachte, onder parketnummer 96.203153.22, op 7 november 2022 veroordeeld tot een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van 9 maanden met een proeftijd van twee jaren.
De politierechter heeft verdachte, onder parketnummer 05.052658.18, op 20 juni 2018 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verdachte veroordeeld onder parketnummer 21.003541.18 tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken met een proeftijd van twee jaren.
De politierechter heeft verdachte, onder parketnummer 05.197871.20, op 24 november 2020 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van twee jaren.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 96.203153.22.
Ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging van de onder parketnummer 05.052658.18 vordert de officier van justitie dat de opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd. Zij heeft hierbij opgemerkt dat in de vordering tenuitvoerlegging het vonnis van de politierechter als grondslag is genoemd, maar dat de in hoger beroep door het hof opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken wordt bedoeld.
De officier van justitie vordert toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 05.197871.20.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 96.203153.22 moet worden afgewezen.
De vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 05.052658.18 moet primair nietig worden verklaard, nu het in de vordering genoemde parketnummer onjuist is en niet duidelijk is van welke straf tenuitvoerlegging gevorderd wordt. Subsidiair stelt de raadsman dat, bij toewijzing van de vordering tenuitvoerlegging, de gevangenisstraf moet worden omgezet in een werkstraf.
Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 05.197871.20 bepleit de raadsman dat deze kan worden toegewezen, maar moet worden omgezet in een werkstraf.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 96.203153.22 moet worden afgewezen, nu de daaraan ten grondslag liggende veroordeling ziet op een feit van zo andere aard dan de bewezenverklaarde feiten dat tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijke straf in de onderhavige omstandigheden niet opportuun is.
De rechtbank verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 05.052658.18 nu de grondslag van de vordering onjuist is.
De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf onder parketnummer 05.197871.20 ten uitvoer moet worden gelegd. Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank zal deze straf niet omzetten in een werkstraf, nu zij in hetgeen door de verdediging is aangevoerd, en ook overigens, hiertoe onvoldoende reden ziet. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat een gevangenisstraf voor de duur van één maand het behoud van zijn woning niet in gevaar brengt.

11.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 48, 49 en 318 van het Wetboek van Strafrecht.

12.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van
140 (honderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 70 dagen;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
4 (vier) maanden;
  • bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte
  • zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van de uitspraak (in persoon) meldt bij de Reclassering IrisZorg op het adres Nieuwe Oeverstraat 65 in Arnhem. Hierna moet hij zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Hij dient zich te houden aan de afspraken en aanwijzingen van Reclassering IrisZorg, ook als dat inhoudt dat hij zijn medewerking moet verlenen aan de uitvoering van huisbezoeken, de SCIL, de methodiek ‘Stap voor Stap’ en/of urinecontroles;
  • zich laat behandelen door IrisZorg verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
  • meewerkt aan een kortdurende opname als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert en na goedkeuring door de rechter. Verdachte zal zich laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
  • zich laat behandelen door forensische polikliniek Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
  • meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
  • zich – indien de reclassering het nodig acht – ambulant laat behandelen door het RIBW of soortgelijke instelling gedurende de hele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de begeleiding;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
  • verklaart verbeurd de volgende voorwerpen:
  • Een telefoontoestel met gebroken scherm van het merk Motorola;
  • Een telefoontoestel van het merk Samsung;
 gelast de teruggave van het mapje met pasjes aan verdachte;
  • wijst de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter van 7 november 2022 voorwaardelijk opgelegde straf af (parketnummer 96.203153.22);
  • verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter van 20 juni 2018 voorwaardelijke opgelegde straf (parketnummer 05.052658.18);
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 24 november 2022 door de politierechter voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand (parketnummer 05.197871.20).
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Leemreize (voorzitter), mr. P. Verkroost en mr. S.W. van Kasbergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.W.A. Nabbe, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 juli 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant(en)] van de politie Oost-Nederland, district [district], opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL[dossiernummer], gesloten op [datum sluiting] en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 123 en 124 en de bewijzen van betaling p. 141 en 156.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 305 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 492 en 493.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 421 t/m 423.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 304 en het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 421 t/m 423.
6.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 123.
7.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 46 en het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 358.
8.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 123 en 124.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 156.
10.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 304 en 305.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 492 en 493.
12.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 421 t/m 423.
13.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 27 juni 2024.
14.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 123 en 124.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 143.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 65.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 115.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 115.
19.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 304 en 305.
20.Het proces-verbaal aanvullend verhoor [slachtoffer 2] , p. 323.
21.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 421 t/m 423.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 182.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 196.
24.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 190.
25.Het proces-verbaal van doorzoeking, p. 166 en 167.
26.Het proces-verbaal van bevindingen, PL0600-2023106621-36, ongenummerd.
27.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 179.
28.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 181.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 200 t/m 203.
30.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 124 en het proces-verbaal van bevindingen, p. 156.
31.Het proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 305.
32.Het proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] , p. 423.
33.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] , p. 22 en 23.
34.De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 27 juni 2024.