ECLI:NL:RBGEL:2024:5224

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
05-332357-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging voor mishandeling en veroordeling voor diefstal, overval, mishandeling en bedreiging met tbs-maatregel

Op 6 augustus 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling, diefstal, en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 december 2023 in [plaats 1] [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van geld door bedreiging met een mes. Daarnaast heeft hij op 28 maart 2023 [slachtoffer 2] mishandeld en op 26 september 2023 [slachtoffer 3] eveneens mishandeld. Op 8 december 2023 heeft hij [slachtoffer 4] bedreigd met een mes en op 9 december 2023 heeft hij JBL oordopjes gestolen van [bedrijf 2]. De rechtbank heeft de verdachte niet strafbaar verklaard voor de mishandeling van [slachtoffer 2] omdat hij volledig ontoerekeningsvatbaar werd geacht. Voor de overige feiten is de verdachte wel strafbaar verklaard. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van één jaar opgelegd, alsook een tbs-maatregel met dwangverpleging, die niet in duur is gemaximeerd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte en het hoge recidiverisico. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05-332357-23, 05-116671-23, 08-247722-23, 05-326738-23 en 05-326926-23 (ttz gev.)
Datum uitspraak : 6 augustus 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1984 in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. E.E.M. Messink, advocaat in Wijchen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05-332357-23
hij op of omstreeks 13 december 2023 te [plaats 1] met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer pakje(s) sigaret(ten) en/of een geldbedrag (van in totaal ongeveer €600), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] en/of een derde toebehoorde(n), door die [slachtoffer 1] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp te tonen en/of (vervolgens) dat mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de richting van die [slachtoffer 1] te houden en/of daarbij de woorden toe te voegen: "Geef mij je geld of ik steek je dood’, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
Parketnummer 05-116671-23
hij op of omstreeks 28 maart 2023 te Warnsveld, althans in de gemeente Zutphen [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het hoofd/gezicht te slaan en/of te stompen;
Parketnummer 08-247722-23
hij op of omstreeks 26 september 2023 te Deventer [slachtoffer 3] heeft mishandeld door [slachtoffer 3] (met kracht) in/op/tegen het hoofd/gezicht te slaan en/of te stompen;
Parketnummer 05-326738-23
hij op of omstreeks 8 december 2023 te [plaats 2] [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door
- met zijn hand een stekende beweging te maken naar die [slachtoffer 4] , en/of
- die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen "ik pak een mes en ik steek jullie kankerdood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-326926-23
hij op of omstreeks 9 december 2023 te [plaats 1] JBL oordopjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten van alle parketnummers.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat de ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen met uitzondering van het bedrag dat bij de overval zou zijn buit gemaakt.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05-332357-23 [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 10-11;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 16;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 juli 2024, voor zover inhoudend dat hij zijn mes heeft gehaald en naar de winkel is gegaan. Hij heeft daar om geld gevraagd. Het kan wel zijn dat hij daarbij heeft gezegd “geef mij je geld of ik steek je dood”.
De rechtbank acht het in de tenlastelegging opgenomen bedrag van € 600,- niet bewezen. Niet kan worden uitgesloten dat het bedrag minder dan € 600,- is geweest nu aangever heeft verklaard dat hij € 500 à € 600,- aan verdachte heeft gegeven.
Parketnummer 05-116671-23 [2]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 5;
- het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] , p. 9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 juli 2024, voor zover inhoudend dat hij heeft geslagen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij één keer heeft geslagen. De rechtbank acht gelet op de verklaringen van aangever en [getuige 1] echter bewezen dat verdachte twee keer heeft geslagen.
Parketnummer 08-247722-23 [3]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 5;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 juli 2024.
Parketnummer 05-326738-23 [4]
Aangeefster [slachtoffer 4] was op 8 december 2023 aan het werk bij [bedrijf 3] aan de [adres] in [plaats 2] . Omstreeks 14.00 uur heeft ze een schorsingsformulier aan verdachte uitgereikt en uitgelegd dat het conflict tussen hem en een andere cliënt eerder die dag ermee te maken had. Verdachte keek haar boos aan, kwam naar voren en maakte met zijn rechterhand steekbewegingen in haar richting. Toen verdachte haar vervolgens wilde slaan, is de beveiliger ertussen gesprongen. Verdachte schreeuwde “Maak mijn kluis open! Ik pak een mes en ik steek jullie kankerdood”. [5]
[getuige 2] heeft eveneens verklaard dat verdachte steekbewegingen maakte in de richting van [slachtoffer 4] . Hij dit deed door meerde malen zijn arm naar achteren te brengen en met kracht naar voren te brengen in de richting van [slachtoffer 4] . [getuige 2] zag dat verdachte met zijn hand het shirt van [slachtoffer 4] vastgreep en dat hij met zijn andere hand met een gebalde vuist in de richting van het gezicht van [slachtoffer 4] uithaalde. [getuige 2] hoorde verdachte zeggen: “Doe mijn kluisje open, ik steek jullie allemaal kanker dood!” [6]
Op camerabeelden van [bedrijf 3] van 8 december 2023 is om 14.06.32 uur te zien dat personeel van [bedrijf 3] met verdachte in gesprek is en dat verdachte een steekbeweging maakt naar de vrouwelijke medewerker van [bedrijf 3] . [7]
Verdachte ontkent dat hij stekende bewegingen naar aangeefster heeft gemaakt. Hij meent dat hij alleen slaande bewegingen heeft gemaakt.
De rechtbank acht echter wel bewezen dat verdachte stekende bewegingen naar aangeefster heeft gemaakt. De aangifte wordt op dit punt ondersteund door de camerabeelden. Daarnaast acht de rechtbank bewezen dat verdachte bedreigende bewoordingen heeft geuit.
Parketnummer 05-326926-23 [8]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 7-8;
- proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 26.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde van de parketnummers 05-332357-23, 05-116671-23, 08-247722-23, 05-326738-23 en 05-326926-23 heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05-332357-23
hij op
of omstreeks13 december 2023 te [plaats 1] met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
een of meer pakje(s) sigaret(ten) en/ofeen geldbedrag
(van in totaal ongeveer €600), in elk geval enig goed, dat
/die geheel of ten deleaan [bedrijf 1]
en/of een derdetoebehoorde
(n), door die [slachtoffer 1] een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpte tonen en
/of (vervolgens
)dat mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpin de richting van die [slachtoffer 1] te houden en
/ofdaarbij de woorden toe te voegen: “Geef mij je geld of ik steek je dood”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
Parketnummer 05-116671-23
hij op
of omstreeks28 maart 2023 te Warnsveld,
althans in de gemeente Zutphen[slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] meermalen,
althans eenmaal,(met kracht) in
/op/tegenhet
hoofd/gezicht
te slaan en/ofte stompen;
Parketnummer 08-247722-23
hij op
of omstreeks26 september 2023 te Deventer [slachtoffer 3] heeft mishandeld door [slachtoffer 3] (met kracht) in
/op/tegenhet
hoofd/gezicht
te slaan en/ofte stompen.
Parketnummer 05-326738-23
hij op
of omstreeks8 december 2023 te [plaats 2] [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,door
- met zijn hand een stekende beweging te maken naar die [slachtoffer 4] , en
/of
- die [slachtoffer 4] dreigend de woorden toe te voegen "ik pak een mes en ik steek jullie kankerdood"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer 05-326926-23
hij op
of omstreeks9 december 2023 te [plaats 1] JBL oordopjes,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
Afpersing
feiten 2 en 3 telkens:
Mishandeling
feit 4:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 5:
Diefstal

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De raadsvrouw heeft betoogd dat alle delicten hebben plaatsgevonden onder invloed van schizofrenie. Voor alle delicten zou verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar moeten worden geacht.
De rechtbank overweegt dat over de persoon van verdachte een multidisciplinaire rapportage is uitgebracht, opgemaakt door D.T. van der Werf, psychiater, en drs. N.A. Schoenmaker, GZ-psycholoog. Daarin wordt geadviseerd verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te achten ten aanzien van de mishandeling van [slachtoffer 2] (parketnummer 05-116671-23).
De rechtbank neemt dit advies over en zal verdachte ten aanzien van dit feit niet strafbaar verklaren en ontslaan van alle rechtsvervolging.
De rechtbank overweegt dat de deskundigen gemotiveerd in hun rapportages hebben toegelicht waarom verdachte met betrekking tot de overige feiten verminderd dan wel volledig toerekeningsvatbaar dient te worden geacht. De rechtbank ziet geen aanleiding van die adviezen af te wijken. Dat betekent dat verdachte ten aanzien van deze feiten strafbaar is, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging (hierna: tbs-maatregel), waarvan de duur ongemaximeerd is.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat, voor zover de rechtbank verdachte niet voor alle feiten volledig ontoerekeningsvatbaar acht, een gevangenisstraf wordt opgelegd die gelijk of bijna gelijk is aan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De raadsvrouw meent dat verdachte aansluitend aan de gevangenisstraf met een zorgmachtiging moet worden opgenomen in een soortgelijke instelling als De Boog. Subsidiair heeft zij een tbs-maatregel met voorwaarden bepleit aansluitend aan de gevangenisstraf. Voor de aan de tbs-maatregel te stellen voorwaarden zou kunnen worden aangesloten bij de voorwaarden die zijn genoemd in het reclasseringsadvies van 7 maart 2024. Verdachte erkent hulp nodig te hebben, zowel wat betreft medicatie als wat betreft begeleiding. Hij heeft een goede woonplek nodig en meent dat hij zich met de juiste medicatie wel aan voorwaarden kan houden. De raadsvrouw wijst er verder op dat een zorgmachtiging dan wel een tbs-maatregel met voorwaarden sneller zijn te realiseren dan een tbs-maatregel met dwangverpleging, nu daarvoor een wachttijd van anderhalf tot twee jaar geldt.
De beoordeling door de rechtbank
Gevangenisstraf
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van een medewerker van Iriszorg toen hem de toegang tot de instelling werd geweigerd. Ook heeft hij een medewerkster van [bedrijf 3] met de dood bedreigd toen zij hem een schorsingsformulier uitreikte, waarmee hem tijdelijk de toegang tot die instelling werd geweigerd. Een dag later maakte verdachte zich schuldig aan diefstal. Dit zou voor een ander zijn gebeurd, tegen betaling. Enkele dagen later heeft verdachte een overval gepleegd bij een avond/nacht-winkel. Onder bedreiging van een mes heeft hij daar geld buitgemaakt. Deze feiten, begaan in een periode van vier maanden, hebben gezorgd voor veel overlast voor de betreffende instellingen en winkels. Ook hebben de feiten gezorgd voor een gevoel van onveiligheid bij de medewerkers.
Uit de justitiële documentatie van verdachte komt naar voren dat verdachte vanaf 2000 bij justitie bekend is met het plegen van strafbare feiten. Op zijn documentatie staan onder andere meerdere veroordelingen voor mishandeling. De laatste veroordeling voor meerdere mishandelingen, het dealen van harddrugs en geweld tegen beroepsbeoefenaren dateert van 28 juni 2022. Verdachte is toen schuldig bevonden zonder dat een straf of maatregel is opgelegd.
Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing nu op 9 oktober 2023 aan verdachte een strafbeschikking is opgelegd.
Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen is over verdachte een multidisciplinaire rapportage uitgebracht. Beide deskundigen adviseren verdachte voor de diefstal volledig toerekeningsvatbaar en voor de mishandeling in Deventer, de bedreiging en de winkeloverval verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Gelet op de toelichting die de deskundigen hierop geven, neemt de rechtbank dit advies over.
Gelet op de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, acht de rechtbank een gevangenisstraf passend. Een gevangenisstraf die gelijk of bijna gelijk is aan het voorarrest, zoals door de raadsvrouw is bepleit, doet naar het oordeel van de rechtbank volstrekt geen recht aan de ernst van de feiten. De rechtbank heeft daarbij gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS, die voor een overval op een winkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar noemen. De rechtbank acht, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de verminderde toerekenbaarheid voor drie van de vier feiten, een gevangenisstraf van één jaar passend en zal die opleggen.
Tbs-maatregel
De psychiater en de psycholoog concluderen in hun voornoemde rapportages dat bij verdachte sprake is van schizofrenie en een stoornis in het gebruik van cannabis, stimulantia en alcohol, waarbij de psychiater opmerkt dat deze stoornis gedwongen in vroege remissie is als gevolg van de gereguleerde omgeving binnen de PI. Ook is sprake van een lichte verstandelijke beperking, waarbij verdachte volgens de psychiater functioneert in het overgangsgebied van ruim beneden gemiddeld tot zwakbegaafd.
De kans op soortgelijke gewelds- en vermogensdelicten wordt zonder klinische behandeling en zonder zorg door beide deskundigen als (heel) hoog beschouwd.
Een zorgmachtiging is volgens de psycholoog niet voldoende gelet op de ernst van de psychische problematiek, de middelenproblematiek en de hoge kans op recidive. De zorgmachtiging is een civielrechtelijke maatregel, die niet is gericht op recidivebeperking en die is bedoeld voor trajecten binnen de GGZ. De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat dergelijke trajecten moeizaam waren of niet lukten. Een tbs-maatregel met voorwaarden zal volgens de psycholoog eveneens tekort schieten omdat verdachte meermaals blijk heeft gegeven dat hij zich niet aan voorwaarden kon houden.
Ook de psychiater acht een voorwaardelijke maatregel volkomen ontoereikend als delict-preventie wordt nagestreefd. Binnen een tbs-kliniek kunnen de verlofstappen meer worden bewaakt en gesanctioneerd dan voorheen bij verdachte ooit heeft gekund.
Beide deskundigen adviseren de tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen.
Op 8 juli 2024 heeft de reclassering laatstelijk over verdachte gerapporteerd. Uit het rapport valt op te maken dat verdachte niet openstaat voor hulp bij zijn middelengebruik en daar ook niet aan wil meewerken. Hij wil alleen hulp van de reclassering als deze een plek om te wonen realiseert. Volgens de reclassering is sprake van een beperkt probleeminzicht en is het (psychiatrisch) beeld van verdachte verslechterd ten opzichte van de reclasseringsrapporten die eerder zijn opgesteld. De risico’s op recidive, letsel en onttrekken aan voorwaarden worden ingeschat als hoog. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. Zowel een voorwaardelijke veroordeling met bijzondere voorwaarden als een tbs-maatregel met voorwaarden ziet de reclassering niet als haalbaar, aangezien verdachte heeft aangegeven niet mee te willen werken met de reclassering.
De rechtbank stelt vast dat tijdens het begaan van de feiten bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Zij neemt de conclusies van de deskundigen hierover over.
De rechtbank stelt verder vast dat de overval van parketnummer 05-332357-23 en de bedreiging van parketnummer 05-326738-23 misdrijven zijn als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2, van het Wetboek van Strafrecht, waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging eist. Hierbij heeft de rechtbank de ernst van de feiten, de psychische problematiek van verdachte en het hoge recidiverisico in aanmerking genomen.
De onder de parketnummers 05-332357-23 en 05-326738-23 bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht is de maatregel dan ook niet in duur gemaximeerd.
De rechtbank is met de deskundigen van oordeel dat verdachte een langdurige behandeling behoeft en dat een tbs-maatregel met dwangverpleging daarvoor het meest passend is. Zoals door de psycholoog is weergegeven, is een zorgmachtiging niet voldoende gelet op de ernst van de psychische problematiek, de middelenproblematiek en de hoge kans op recidive. Ook een tbs-maatregel met voorwaarden voldoet niet, omdat in het verleden is gebleken dat verdachte zich niet aan voorwaarden houdt. Bovendien heeft verdachte aan de reclassering te kennen gegeven niet mee te willen werken, waardoor de reclassering geen mogelijkheden ziet voor begeleiding en toezicht. De rechtbank ziet daarom geen mogelijkheden om de raadsvrouw te volgen in haar voorstel verdachte in een kliniek te doen plaatsen in het kader van een zorgmachtiging dan wel tbs-maatregel met voorwaarden.
Conclusie
De rechtbank legt verdachte een gevangenisstraf van één jaar op en een tbs-maatregel met dwangverpleging, die niet in duur is gemaximeerd.

8.In beslag genomen goederen

Onder verdachte is een bedrag van € 234,20 in beslag genomen. Gelet op de stukken in het dossier gaat de rechtbank ervan uit dat het klassieke beslag is omgezet naar conservatoir beslag. De rechtbank zal daarom geen beslissing nemen over het beslag.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 37a, 37b, 57, 63, 285, 300, 310 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte niet strafbaar voor het onder parketnummer 05-116671-23 bewezenverklaarde en ontslaat verdachte voor dit feit van alle rechtsvervolging;
 verklaart verdachte strafbaar voor de overige bewezenverklaarde feiten;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.S.M. van Bergen (voorzitter), mr. A.A.M. Bögemann en
mr. C.H. van Breevoort-de Bruin, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 augustus 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ON4R023125 Kabeljauw, gesloten op 14 december 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023135740, gesloten op 19 april 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023445908, gesloten op 6 oktober 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
4.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 5] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023565902, gesloten op 13 december 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
5.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] , p. 9-10.
6.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , p. 19.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 25.
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 6] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023567353, gesloten op 10 december 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.