ECLI:NL:RBGEL:2024:5186

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 augustus 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
05-042058-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor stalking, mishandeling, bedreiging en vernieling van ex-vriendinnen en anderen

Op 2 augustus 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een 41-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 112 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uur. De man werd schuldig bevonden aan stalking, mishandeling, bedreiging en vernieling. Hij had twee ex-vriendinnen gestalkt, hun banden lek gestoken en één van hen bedreigd en mishandeld. In een van de gevallen had hij een GPS-tracker onder de auto van het slachtoffer geplaatst. Daarnaast mishandelde hij twee vrienden van een van de slachtoffers. De rechtbank legde ook een contact- en locatieverbod van drie jaar op, evenals de verplichting tot behandeling en het betalen van schadevergoeding aan de slachtoffers. De rechtbank overwoog dat de man een ernstige inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en dat hij zich meer als slachtoffer dan als dader zag. De uitspraak volgde na een openbare terechtzitting op 19 juli 2024, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank achtte de belaging en de andere feiten wettig en overtuigend bewezen, en legde een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/042058-24
Datum uitspraak : 2 augustus 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1983 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .
raadsman: mr. C.D.A.J. Majoie, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 juli 2024.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2023 t/m 4 januari 2024 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] door
-een gps-tracker onder haar auto te (laten) plaatsen, althans te hebben (laten) plaatsen dan wel geplaatst waardoor hij haar auto kon traceren en/of
-die [slachtoffer 1] voornoemd (telkens) op te bellen en/of berichten te sturen via whatsapp en/of sms en/of instagram en/of
-die [slachtoffer 1] voornoemd (telkens) berichten te sturen waaruit blijkt dat hij weet waar zij is en/of waarin hij haar dwong te laten weten met wie zij samen was en/of
-die [slachtoffer 1] via de gps-tracker heeft gevolgd/achtervolgd
met het oogmerk die [slachtoffer 1] voornoemd te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 oktober 2023 t/m 23 november 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door
-die [slachtoffer 2] voornoemd meerdere berichten te sturen met smadelijke/lasterlijke, althans beledigende teksten (kankerhoer, schijtbak, vies wijf) en/of
-die [slachtoffer 2] voornoemd op te zoeken bij haar woning en haar uit te schelden en/of
-een of meer banden van de auto van die [slachtoffer 2] lek te steken en/of
-die [slachtoffer 2] 6 keer achter elkaar te bellen waardoor die [slachtoffer 2] zich gedwongen voelt op te nemen en haar de intimiderende woorden toe te voegen dat zij ook nog wel aan de beurt komt en/of
-die [slachtoffer 2] op te zoeken in de parkeergarage waar haar auto geparkeerd staat en de confrontatie op te zoeken met die [slachtoffer 2] en een vriend van die [slachtoffer 2] , waarbij verdachte die vriend heeft mishandeld en/of dreigend een lifehammer heeft getoond,
met het oogmerk die [slachtoffer 2] voornoemd te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 oktober 2023 t/m 30 oktober 2023 te [plaats 1] [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] (telkens) heeft mishandeld, hierin bestaande
dat verdachte op 28 oktober 2023
die [slachtoffer 3] bij de keel heeft gepakt en/of tegen een deur/muur heeft geduwd/gedrukt en/of met kracht (met gebalde vuisten) tegen diens hoofd en/of tegen diens lichaam heeft geslagen en/of
die [slachtoffer 4] met kracht op/tegen diens hoofd heeft geslagen/gestompt en/of op 30 oktober 2023 die [slachtoffer 3] met kracht op diens oog, althans gezicht heeft geslagen/gestompt;
4.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 juni 2023 t/m 18 november 2023 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , althans in Nederland, [slachtoffer 1] (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door op 29 juni 2023 een instagram bericht te plaatsen met de tekst "en die kanker [slachtoffer 1] gaat eraan als ik terug ben" en/of
door op 18 november 2023 die [slachtoffer 1] telefonisch de woorden toe te voegen "ik heb je nog zo gezegd ga niet naar dat feest, als ik jou daar zie met een andere man breek ik al je botten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 februari 2023 t/m 29 oktober 2023 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een of meer autobanden van de personenauto’s van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval enig goed, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
6.
hij op of omstreeks 22 november 2023 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] voornoemd met kracht bij de keel te pakken en/of haar keel dicht te drukken en/of vervolgens die [slachtoffer 1] een duw naar achteren te geven.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat verdachte niet het oogmerk had om aangeefster te dwingen iets te doen, niet te doen, te
dulden en/of vrees aan te jagen
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft het volgende verklaard.
Zij heeft enige tijd een relatie gehad met verdachte, maar die relatie is in januari 2023 beëindigd.
Op 31 oktober 2023 stond verdachte ineens voor haar neus, en vroeg aan haar “ben je wel eerlijk tegen mij?”. Zij moest haar telefoon voor hem openen zodat hij kon zien of ze nog contact had met haar ex. Toen zij dit deed bleek er een bericht van haar ex open te staan. Verdachte appte haar toen: “Jij onbetrouwbare hond! Je bent te ver gegaan”. Hij verweet haar dat zij nog met haar ex omging en noemde haar een vies wijf.
Op 11 november 2023 kreeg ze een berichtje van verdachte. Ze had gezegd dat ze haar dochter [naam 1] naar [naam 2] (vriend van [naam 1] ) zou brengen. Verdachte stuurde haar toen een berichtje met de tekst: "Leugenaar! Je bent niet bij [naam 2] (de vriend van [naam 1] ). [adres 2] in [plaats 4] . Ik sta bij [naam 2] , maar je bent er niet".
Op 13 november 2023 was aangeefster bij de dierenarts in [plaats 4] , en had zij haar auto geparkeerd op de parkeerplaats waar ook een kliniek is. Zij kreeg die dag een appje van verdachte: “Zit ze hoor, bij de kliniek in [plaats 4] . Midlife crisis”.
Op 18 november 2023 reed aangeefster met de auto naar [plaats 5] en werd zij gebeld door verdachte. Toen ze opnam hoorde ze verdachte zeggen: “ik heb je nog zo gezegd ga niet naar dat feest”. Hij appte: “Waar ben je dan naar onderweg”. Verdachte stuurde haar later die nacht een bericht: "Je bent niet thuis. Dat is één ding! Waar ben jij? Jij bent nog steeds in [plaats 5] uit! Je bent niet te bereiken!"
Op 22 november 2023 ging aangeefster winkelen in [plaats 4] en zag zij ineens de auto van verdachte aankomen.
In alle bovenstaande gevallen begreep aangeefster niet hoe verdachte wist waar zij was. Zij ging ervan uit dat het ook geen toeval was dat verdachte in [plaats 4] opdook op het moment dat zij daar ging winkelen. Aangeefster heeft daarna aan een vriend gevraagd haar auto te bekijken. Deze vriend vond toen een tracker onder haar auto. [2]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard deze tracker onder de auto van aangeefster te hebben laten plaatsen. [3]
Gelet op de beschreven gebeurtenissen tussen 31 oktober 2023 en 22 november 2023, waaruit volgt dat steeds verdachte steeds op onverklaarde manier wist waar aangeefster zich ophield als zij ergens met de auto heen ging, concludeert de rechtbank dat verdachte door middel van die tracker aangeefsters doen en laten in de gaten heeft gehouden.
Dat verdachte het oogmerk had om aangeefster te dwingen dingen te doen of te laten blijkt uit de genoemde berichten van verdachte. Uit het feit dat verdachte meerdere malen aan aangeefster liet merken dat hij wist waar ze was volgt dat hij haar ook bang wilde maken.
Dat verdachte, zoals hij zelf stelt, de tracker heeft laten monteren omdat aangeefster steeds naar zijn woning en hij daarom wilde weten waar zij was, kwam acht de rechtbank niet geloofwaardig, temeer daar uit de histo’s van het nummer behorende bij de GPS-tracker blijkt dat slechts één maal contact is gemaakt met een Cell-ID gelegen nabij de woning van verdachte. [4] En waarom zou verdachte haar dan berichten dat hij wist dat ze in [plaats 5] of [plaats 4] was. Dat kan alleen bedoeld zijn om haar te laten weten dat hij haar controleerde en op de hoogte was van haar doen en laten.
Nadat naar aanleiding van het bovenstaande een stopgesprek met verdachte is gevoerd op 23 november 2023, heeft hij op 24 december 2023 een Instagram-volgverzoek aan aangeefster gestuurd, op 28 december 2023 een sms-bericht gestuurd en op 4 januari 2024 een Whatsapp bericht gestuurd [5] . Verdachte is dus doorgegaan met contact zoeken met aangeefster terwijl hij wist dat ze dat niet wilde.
De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van [slachtoffer 1] .
Feit 2Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van [slachtoffer 2] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat er te weinig contacten zijn geweest in een periode van 48 uur om stelselmatigheid aan te nemen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster heeft het volgende verklaard.
Op 28 oktober 2023 heeft verdachte haar zes keer gebeld en berichten gestuurd waarin hij haar uitschold voor vieze vuile kankerhoer, schijtbak, vies wijf en meer. Hij appte haar verder dat ze iets moest doen tegen [slachtoffer 3] en dat ze nog aan de beurt zou komen.
Toen [slachtoffer 3] daarna verdachte appte heeft verdachte nog zes keer naar aangeefster gebeld. Toen zij opnam zei hij dat ook zij nog aan de beurt zou komen. Later die dag kreeg aangeefster nog het volgende bericht van verdachte: “Vieze vuile kankerhoer met je print screen sturen naar [slachtoffer 3] . Je zit daar dus neemt die kanker telefoon op. Kanker telefoon opnemen, waar die kankermongool bij is”.
Diezelfde dag kwam ze verdachte tegen bij haar woning, waarbij hij naar haar schreeuwde “kankerhoer, kankerhoer ik maak je af”. Nadat op 29 oktober de banden van haar auto waren lek gestoken (feit 5) kwam verdachte op 30 oktober naar haar en [slachtoffer 3] toegelopen in de parkeergarage bij haar woning. Verdachte zei toen “Jij gaat eraan vriend, ik zweer het je. Wou je flink doen tegen mij. Met je kankerkop.” Hierna sloeg verdachte [slachtoffer 3] (feit 3) en pakte hij een lifehamer.
Aangeefster was ontzettend bang voor wat verdachte zou doen, omdat ze hem onberekenbaar vond en hij overal opdook waar ze was. Na 28 oktober sliep ze niet meer thuis. [6]
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij op 30 oktober 2023 met [slachtoffer 2] naar de parkeergarage in [plaats 1] is gegaan omdat de banden van haar auto waren lek gestoken. Toen zij overlegden met de sleepdienst kwam verdachte met een andere man aangelopen. Ze kwamen heel dicht in zijn buurt staan en verdachte schreeuwde tegen [slachtoffer 3] dat hij hem ging aanpakken. Daarna gooide hij een pakje vruchtensap tegen [slachtoffer 3] dat openspatte. Verdachte bleef tegen [slachtoffer 3] schreeuwen en sloeg [slachtoffer 3] ineens vanuit het niets met gebalde vuist op [slachtoffer 3] rechteroog. [slachtoffer 3] ogen vielen door de stomp een paar seconden dicht. Toen hij ze weer opende zag hij dat [slachtoffer 3] een oranje veiligheidshamer uit zijn zak pakte en daarmee rondzwaaide. Ineens renden de mannen weg. Door de stomp had [slachtoffer 3] een blauw oog en een zwelling. [7]
[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte tegen haar heeft toegegeven dat hij de banden van aangeefster heeft lek gestoken. [8]
In het dossier zitten screenshots van de telefoon van aangeefster. Daaruit blijkt dat aangeefster op 28 oktober 2023 tussen 16.16 en 16.23 vier gesprekken van verdachte heeft gemist. Verder is op de screenshots te zien dat verdachte via Whatsapp meerdere berichten naar aangeefster heeft gestuurd waaronder:
“Doe even weet je doe dat tegen die lelijke gek van je [slachtoffer 3] . Die komt nog aan de beurt”
“vieze vuile kankerhoer”
“Met je printscreen naar [slachtoffer 3] . Je zit daar dus neem die kankertelefoon op”
“Kankertelefoon opnemen waar die kanker Mongool bij is”
“Vieze vuile kankerhoer. Met je printscreen sturen naar [slachtoffer 3] . Je zit daar dus neemt die kankertelefoon op”
“Kankertelefoon opnemen waar die kankermongool bij is”
“Schijtbak tikki betalen je schuld aflossen en die kanker homo van je vriendje in je reet laten neuken”
“Vies wijf dat je bent alles doorsturen naar [slachtoffer 3] ”
“Kankerhoer betalen de tikki nu voor 21 uur tijd zag gehad jij en mij blokkeren vanavond voor 21 uur betalen”
“Vies achterbaks loeder dt je bent. Alles wat ik jou stuurde of je kanker ex die drugs junk heb jij doorgestuurd!”
“Kankerhoer dat je bent”
“Alles heb jij doorgestuurd naar je kanker ex vuile hoer dat je bent”
“Hij zegt heb bewijs genoeg van jou vuile hoer”
“Betalen voor 21 uur. Jij hebt genoeg tijd gehad”.
“En die kanker [slachtoffer 1] gaat er aan als ik terug ben”. [9]
Gelet op de hoeveelheid contacten en berichten in korte tijd en de beledigende en bedreigende inhoud ervan acht de rechtbank belaging van [slachtoffer 2] door verdachte bewezen. Daarbij speelt mede een rol dat verdachte weliswaar geen fysiek geweld heeft gebruikt tegen aangeefster, maar wel tegen haar begeleider in de parkeergarage en daarmee blijk heeft gegeven fysiek geweld niet te schuwen als iets hem niet zint. Dat aangeefster dat handgemeen heeft beëindigd door verdachte pepperspray in de ogen te spuiten, doet daar niet af, nu dit gezien de omstandigheden en de agressie van verdachte kan worden gezien als noodweer.
Feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich op 28 oktober 2023 schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , en op 30 oktober 2023 nogmaals van [slachtoffer 3] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van de mishandelingen op 28 oktober 2023. Daartoe is aangevoerd dat het verdachte is die is mishandeld en dat er sprake is van noodweer. Met betrekking tot de mishandeling op 30 oktober 2023 is geen verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
28 oktober 2023:
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte op 28 oktober 2023 aanbelde bij zijn woning in [plaats 6] , en toen hij de deur opende, verdachte een stap naar voren deed om binnen te komen. [slachtoffer 3] weigerde verdachte binnen te laten waarna verdachte zes keer vroeg waarom [slachtoffer 3] zich bemoeide met verdachte en [slachtoffer 2] . Nadat [slachtoffer 3] had geantwoord geen gesprek met verdachte te willen voeren, zag en voelde hij ineens dat verdachte hem bij zijn keel vastgreep en hem de gang in duwde, waarbij [slachtoffer 3] met zijn rug tegen de deur aan kwam. Terwijl verdachte hem vastzette tegen de deur sloeg verdachte hem met gebalde vuist in het gezicht en tegen het lichaam. De deur brak open waardoor ze in de woonkamer belandden. [slachtoffer 3] verweerde zich door terug te slaan. Op dat moment kwam [slachtoffer 3] broer [slachtoffer 4] naar beneden en ging tussen verdachte en [slachtoffer 3] staan. [slachtoffer 3] zag dat verdachte [slachtoffer 4] meerdere klappen in het gezicht gaf. Uiteindelijk wisten ze verdachte het huis uit te werken. Aangever had een grote schaafwond op zijn linkerarm en zag dat [slachtoffer 4] een bloedneus en gezwollen neus had. [10]
In het dossier zit een medische verklaring van 30 oktober 2023 waarin het volgende staat over de verwondingen van [slachtoffer 3] :
verticale schaafverwonding van zo’n 20 centimeter doorsnee aan de linker onderarm en een hematoom aan de rechter elleboog. [11]
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij naar beneden ging toen hij zijn broer [slachtoffer 3] en een andere man hoorde schreeuwen. Hij herkende de andere man als verdachte, en zag dat die zijn hand tegen de keel van [slachtoffer 3] duwde. De laatste werd zo met zijn rug tegen de deur geduwd, zo hard dat de deur opensprong. [slachtoffer 4] sprong tussen de mannen en probeerde verdachte richting de gang te duwen. Terwijl hij dat deed voelde hij dat verdachte hem in zijn gezicht stompte. Hij voelde gelijk pijn in zijn neus en zag dat bloed uit de neus drupte. Hij had een heftige bloedneus. [slachtoffer 4] sloeg terug en uiteindelijk kregen ze verdachte het huis uit. [slachtoffer 4] zag die avond meteen dat zijn neus was gezwollen. [12]
In het dossier zitten foto’s van [slachtoffer 4] waarop een verkleuring aan de neus zichtbaar is en een toilet met bloedspetters. [13]
[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte haar op 28 oktober 2023 een Whatsappbericht heeft gestuurd met de tekst “Als ik niet te bereiken ben, dan ben ik opgepakt, ik heb even iemand in elkaar getrapt. [14]
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft mishandeld. Uit de verklaringen volgt dat verdachte naar de woning van [slachtoffer 3] is gegaan, deze woning is binnengedrongen en is begonnen met het geweld, zodat van een noodweersituatie geen sprake is geweest.
30 oktober 2023:
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij die dag met [slachtoffer 2] naar de parkeergarage in [plaats 1] is gegaan omdat de banden van haar auto waren lek gestoken. Toen zij overlegden met de sleepdienst kwam verdachte met een andere man aangelopen. Ze kwamen heel dicht in zijn buurt staan en verdachte schreeuwde tegen [slachtoffer 3] dat hij hem ging aanpakken. Daarna gooide hij een pakje vruchtensap tegen [slachtoffer 3] dat openspatte. Verdachte bleef tegen [slachtoffer 3] schreeuwen en sloeg [slachtoffer 3] ineens vanuit het niets met gebalde vuist op [slachtoffer 3] rechteroog. [slachtoffer 3] ogen vielen door de stomp een paar seconden dicht. Toen hij ze weer opende zag hij dat [slachtoffer 3] een oranje veiligheidshamer uit zijn zak pakte en daarmee rondzwaaide. Ineens renden de mannen weg. Door de stomp had [slachtoffer 3] een blauw oog en een zwelling. [15]
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij die dag met [slachtoffer 3] naar de parkeergarage ging en dat verdachte daar toen ook aankwam en [slachtoffer 3] heel hard met de vuist tegen de wang sloeg. Daarna haalde verdachte een lifehamer uit zijn zak. [16]
In het dossier zitten foto’s waarop een zwelling onder het rechteroog van [slachtoffer 3] zichtbaar is. [17]
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank ook deze mishandeling bewezen.
Feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer 1] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat niet duidelijk is dat de uitspraak “die kanker [slachtoffer 1] gaat eraan” bedreigend is, nu het ook kan betekenen dat aangeefster een sociale paria zou worden, temeer daar aangeefster weet dat verdachte nooit geweld zal gebruiken.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 2] heeft verklaard op 29 juni een bericht van verdachte via Instagram te hebben ontvangen met de tekst “En die kanker [slachtoffer 1] gaat eraan als ik terug ben”. [18]
Verdachte heeft toegegeven dit bericht te hebben verstuurd. [19]
De rechtbank acht daarmee deze bedreiging bewezen. De woorden kunnen niet anders worden gezien dan bedreigend, zeker in het licht van de getroebleerde relatie tussen beiden en de belagingshandelingen die de rechtbank ook bewezen acht.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] ook heeft bedreigd met de woorden “breek ik al je botten”, nu het dossier daarvoor, naast de aangifte, onvoldoende bewijsmiddelen bevat. Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het leksteken van de banden van de auto’s van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat er geen bewijs in het dossier zit, verdachte geen reden had om de banden lek te steken en dat zo’n actie ook niet past bij het verbale geweld. Daarnaast heeft verdachte de auto van [slachtoffer 2] zelf betaald.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij op 29 oktober 2023 ontdekte dat in [plaats 1] van haar auto in twee banden waren lek gestoken. [20]
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat op 28 februari 2023 in [plaats 1] de achterband van haar auto was lek gestoken. [21]
[getuige 1] heeft verklaard dat verdachte tegen haar heeft gezegd dat hij de autobanden van [slachtoffer 2] had lek gestoken. Hij had gezegd dat een oude vriend een tikkie van 290 euro niet wilde verklaren en dat het leksteken van de banden duurder was dan een tikkie. Later had [getuige 1] zich gerealiseerd dat de “oude vriend” [slachtoffer 2] was. [22]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 2] een tikkie heeft gestuurd voor een bedrag van 290 euro, maar dat [slachtoffer 2] weigerde te betalen. [23]
Uit de eerder bij feit 2 genoemde Whatsappberichten, die in zoverre ook voor dit feit tot bewijs worden gebezigd, blijkt dat verdachte in grote woede is ontstoken door die weigering. De rechtbank twijfelt er dan ook niet aan dat verdachte het over [slachtoffer 2] had toen hij [getuige 1] vertelde over het lek steken van iemand banden die geen tikkie van 290 euro wilde betalen. De rechtbank acht dus het vernielen van de autobanden van [slachtoffer 2] bewezen.
[slachtoffer 2] heeft verder verklaard dat verdachte tegen haar had gezegd dat [slachtoffer 1] hem niet meer met rust liet en dat ze daar mee moest ophouden omdat hij anders haar banden lek zou steken. [slachtoffer 2] vroeg toen of hij dat al eens had gedaan. Daarop hoorde zij verdachte zeggen dat hij dat in februari had gedaan en dit zo nog een keer zou doen. [24]
De rechtbank acht daarom ook het vernielen van de autoband van [slachtoffer 1] bewezen.
Feit 6
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer 1]
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat verdachte [slachtoffer 1] slechts heeft weggeduwd.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat nadat zij verdachte op 22 november 2023 in [plaats 3] was tegengekomen, samen met [getuige 2] naar verdachtes woning in [plaats 2] is gegaan om hem te confronteren met het feit dat hij haar achtervolgde. Nadat aangeefster had gezegd dat hij daarmee moest stoppen pakte verdachte haar met één hand hard bij de keel, drukte die dicht en gaf haar daarbij een duw naar achteren. Door het dichtdrukken van haar keel deed haar keel pijn. [25]
[getuige 2] heeft verklaard dat zij zag dat [slachtoffer 1] door verdachte bij haar keel werd gegrepen en daarbij zijn rechterhand om de keel van [slachtoffer 1] had. [26]
De verklaring van verdachte dat hij [slachtoffer 1] alleen heeft weggeduwd met een handbeweging tegen de borst, is in het licht van deze verklaringen niet geloofwaardig. De rechtbank acht het feit bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 31 oktober 2023 t/m 4 januari 2024
te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , althansin Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] door
-een gps-tracker onder haar auto te (laten) plaatsen,
althans te hebben (laten) plaatsen dan wel geplaatstwaardoor hij haar auto kon traceren en
/of
-die [slachtoffer 1] voornoemd (telkens) op te bellen en
/ofberichten te sturen via whatsapp en/of sms en/of instagram en
/of
-die [slachtoffer 1] voornoemd (telkens) berichten te sturen waaruit blijkt dat hij weet waar zij is en
/ofwaarin hij haar dwong te laten weten met wie zij samen was en
/of
-die [slachtoffer 1] via de gps-tracker heeft gevolgd
/achtervolgd
met het oogmerk die [slachtoffer 1] voornoemd te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 oktober 2023 t/m 30 oktober 2023
te [plaats 1] , althansin Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 2] , door
-die [slachtoffer 2] meerdere berichten te sturen met smadelijke/lasterlijke, althans beledigende teksten (kankerhoer, schijtbak, vies wijf) en
/of
-die [slachtoffer 2] voornoemd op te zoeken bij haar woning en haar uit te schelden en
/of-
een of meerbanden van de auto van die [slachtoffer 2] lek te steken en
/of
-die [slachtoffer 2] 5 keer achter elkaar te bellen waardoor die [slachtoffer 2] zich gedwongen voelt op te nemen en haar de intimiderende woorden toe te voegen dat zij ook nog wel aan de beurt komt en
/of
-die [slachtoffer 2] op te zoeken in de parkeergarage waar haar auto geparkeerd staat en de confrontatie op te zoeken met die [slachtoffer 2] en een vriend van die [slachtoffer 2] , waarbij verdachte die vriend heeft mishandeld en
/ofdreigend een lifehammer heeft getoond,
met het oogmerk die [slachtoffer 2] voornoemd te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3.
hij
op een of meer tijdstippenin of omstreeks de periode van 28 oktober 2023 t/m 30 oktober 2023 te [plaats 1] [slachtoffer 3] en
/of[slachtoffer 4] (telkens) heeft mishandeld, hierin bestaande
dat verdachte
- op 28 oktober 2023
- die [slachtoffer 3] bij de keel heeft gepakt en
/oftegen een deur
/muurheeft geduwd/gedrukt en
/ofmet kracht (met gebalde vuisten) tegen diens hoofd
en/of tegen diens lichaamheeft geslagen en
/of
- die [slachtoffer 4] met kracht op/tegen diens hoofd heeft geslagen/gestompt en
/of
- op 30 oktober 2023 die [slachtoffer 3] met kracht op diens oog, althans gezicht heeft geslagen/ gestompt;
4.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeks de periode van 29 juni 2023 t/m 18 november 2023
te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , althansin Nederland, [slachtoffer 1]
(telkens)heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,door op 29 juni 2023 een instagram bericht te plaatsen met de tekst "en die kanker [slachtoffer 1] gaat eraan als ik terug ben"
en/of
door op 18 november 2023 die [slachtoffer 1] telefonisch de woorden toe te voegen "ik heb
je nog zo gezegd ga niet naar dat feest, als ik jou daar zie met een andere man breek
ik al je botten", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
5.
hij
op een of meer tijdstippenin of omstreeks de periode van 14 februari 2023 t/m 29 oktober 2023 te [plaats 1] opzettelijk en wederrechtelijk een
of meerautobanden van de personenauto’s van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval enig goed, in elk geval aan een ander
toebehoorde(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
6.
hij op
of omstreeks22 november 2023 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] met kracht bij de keel te pakken en
/ofhaar keel dicht te drukken en
/ofvervolgens die [slachtoffer 1] een duw naar achteren te geven;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en 2 telkens:
belaging
feit 3:
mishandeling, meermalen gepleegd
feit 4:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 5:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd
feit 6:
mishandeling

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 dagen, waarvan 128 dagen voorwaardelijk met oplegging van bijzondere voorwaarden, met aftrek van voorarrest, en voorts tot een taakstraf van 200 uur subsidiair 100 dagen hechtenis.
Daarnaast oplegging aan verdachte van een vrijheidsbeperkende maatregel zoals bedoeld in artikel 38v Sr, inhoudende een contactverbod met aangeefsters en een locatieverbod, voor de duur van 3 jaren, met toepassing van de vervangende hechtenis van 5 dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht in geval van bewezenverklaring een taakstraf op te leggen, niet hoger dan 40 uur. Daarnaast heeft de raadsman verzocht een eventueel locatieverbod te beperken tot een straal van 500 tot 1000 meter.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van twee van zijn ex-partners door hen veelvuldig controlerende, bedreigende en beledigende berichten te sturen en hun doen en laten te volgen. Daarvoor is verdachte zelfs zo ver gegaan om een GPS-tracker onder de auto van een van hen te plaatsen zodat hij kon volgen waar zij was om haar daar vervolgens mee te confronteren en stangen. Kennelijk werden kosten noch moeite gespaard om zijn ex-partners in de gaten te kunnen houden. Het bleef niet bij berichten, verdachte stak ook de banden van hun auto’s lek, kennelijk om hen nog meer te sarren en dwars te zitten. Kennissen van de slachtoffers die hen te hulp schoten werden door verdachte mishandeld, evenals één van de slachtoffers zelf. Verdachte heeft daarmee een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. Dergelijk feiten zijn buitengewoon beangstigend en bedreigend, hetgeen ook blijkt uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] en het feit dat zij lange tijd in een safe house heeft verbleven omdat zij niet meer thuis durfde te slapen en omdat de instanties die hierbij waren betrokken dit hadden geadviseerd gelet op de omstandigheden.
Verdachte neemt nauwelijks verantwoordelijkheid voor zijn daden. Hij draait de zaken om en doet het voorkomen alsof de slachtoffers juist hem hebben belaagd. Hij ziet zichzelf nog steeds grotendeels als slachtoffer.
Gelet op de aard en de ernst van de feiten en het gegeven dat verdachte thans nog bij Kairos wordt behandeld voor psychische problematiek acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats, waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest. Een hernieuwde detentie heeft op dit moment geen toegevoegde waarde. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een gevangenisstraf opleggen van 112 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en met aftrek van het voorarrest.
Daarnaast acht de rechtbank een werkstraf van 120 uur passend.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de hoogte daarvan rekening met het feit dat verdachte langere tijd een enkelband heeft moeten dragen als schorsingsvoorwaarde en daarmee al geruime tijd in zijn vrijheid is beperkt geweest.
Gelet op het feit dat verdachte nog steeds niet ten volle verantwoordelijkheid neemt voor zijn acties en zichzelf meer slachtoffer dan dader ziet, zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden opleggen zoals geadviseerd door de reclassering. Behandeling van verdachte lijkt noodzakelijk, in de hoop dat hem daarbij wordt bijgebracht ook oog te hebben voor anderen dan zichzelf. Deze voorwaarden worden verbonden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank ziet hierin ook reden aan verdachte ter voorkoming van strafbare feiten tevens vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen ex artikel 38v Sr, in de vorm van een contactverbod en een locatieverbod.
De rechtbank zal de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregelen bevelen, nu zij er - gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de persoon van verdachte - ernstig rekening mee houdt dat verdachte zich opnieuw belastend zal gedragen tegen aangeefsters.
Daarbij heeft de rechtbank mede in aanmerking genomen dat verdachte nog in behandeling is bij Kairos en de reclassering het risico op recidive inschat als gemiddeld tot hoog.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft in verband met de onder 2 en 5 bewezenverklaarde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert
€ 7.643,38 aan materiële schade en € 2.500,00 aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De materiële schade bestaat uit:
-huur van haar woning zonder woongenot, plus warmtepomp, elektra televisie en internet;
-verblijf in een hotel in [plaats 7] ;
-aanschaf videodeurbel plus installatie;
-aanschaf van een dashcam in de auto;
-herstel autobanden
-autoverzekering en wegenbelasting terwijl ze de auto niet kon gebruiken;
-sportabonnement waarvan ze geen gebruik kon maken;
-kosten psycholoog;
-behandeling fysieke klachten bij [bedrijf] door coaching.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard. Volgens de verdediging was er geen reden voor de benadeelde partij om in een safe house te verblijven en heeft aangeefster haar angst zelf over zich afgeroepen door pepperspray te gebruiken tegen verdachte. Daarnaast krijg je stookkosten terug als je niet stookt en is causaal verband tussen de feiten en behandeling door de GGZ en coaching door [bedrijf] niet aannemelijk gemaakt.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
Ten aanzien van de materiële schade:
De rechtbank acht het gestelde gederfd woongenot geen schade, nu de benadeelde partij deze kosten immers altijd heeft en niet is gesteld of gebleken dat zij heeft moeten betalen voor het verblijf in het safe house en daarmee dubbele woonlasten had. Voorts is gederfd woongenot niet zonder meer vast te stellen op de betaalde huurprijs over die periode en in zoverre is dit deel van de vordering dan ook onvoldoende onderbouwd. Ook de kosten voor de autoverzekering betreffen om dezelfde redenen geen kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank acht ook de kosten voor wegenbelasting niet toewijsbaar, nu verdachte immers haar auto had kunnen laten schorsen voor de periode dat ze er niet in reed en haar schade dus had kunnen beperken.
Ten aanzien van de kosten voor de GGZ en de coaching door [bedrijf] : de rechtbank kan bij gebreke van overtuigende onderbouwing niet vaststellen of er causaal verband is tussen deze kosten en de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren voor de hierboven genoemde schadeposten.
De rechtbank acht de kosten voor de autobanden, deurbel, dashcam, hotel en sportabonnement voldoende onderbouwd en ze komen redelijk voor. De rechtbank zal dit gedeelte van de vordering toewijzen. De rechtbank komt dan tot het volgende bedrag:
Autobanden € 229,90
Deurbel € 584,75
Dashcam € 157,39
Hotel € 324,68
Sportabonnement € 131,96
Totaal € 1.428,68
Ten aanzien van de immateriële schade:
De rechtbank is van oordeel dat gezien de aard en de ernst van de normschending de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Op die grond is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij aanspraak heeft op immateriële schadevergoeding.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 1.500,00 vaststellen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 38v, 38w, 57, 285, 285b, 300 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 112 dagen;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 90 dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zich binnen drie dagen na het vonnis meldt bij Reclassering Nederland, op het adres [adres 3] in [plaats 3] (in het politiebureau). Het telefoonnummer is [telefoonnummer] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Hij houd zich aan de opdrachten en aanwijzingen die hij krijgt van de reclassering. Het mee werken aan huisbezoeken is onderdeel van de meldplicht.
  • Verdachte zich laat behandelen door Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
  • geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
  • beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende dat veroordeelde voor de duur van drie jaren
  • op geen enkele wijze - direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met aangeefsters [slachtoffer 1] , geboren [geboortedag 2] 1976, en [slachtoffer 2] , geboren [geboortedag 3] 1995;
  • zich niet zal ophouden binnen een straal van 500 (vijfhonderd) meter van het appartementencomplex [appartementencomplex] aan de [adres 4] in [plaats 1] ;
 beveelt dat vervangende hechtenis van 5 dagen wordt toegepast voor iedere keer dat niet aan een van de maatregelen wordt voldaan. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregelen niet op.
 beveelt dat de maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn;
  • veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder nummer 2 en 5 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 1.428,68 aan materiële schade en € 1.500,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade/smartengeld;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag te betalen van € 2.928,68 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 36 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Snijders (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. A.J.H. Steenweg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 augustus 2024
mr. Steenweg en de griffier zijn buiten staat mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023567214 gesloten op 6 maart 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte, p. 225-230.
3.Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 312-314
5.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer, p. 270-271
6.Proces-verbaal van aangifte p. 53-58.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 396-397.
8.Proces-verbaal verhoor getuige, p.113
9.Fotoblad, p. 61-73.
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 338-339.
11.Verwijsbrief Huisartsenpraktijk, p. 342.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 404.
13.Fotoblad, p. 410-411.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 113.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 396-397.
16.Proces-verbaal van aangifte p. 57.
17.Fotoblad, p. 400 en 402.
18.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 54.
19.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 427.
20.Proces-verbaal van aangifte, p. 57.
21.Proces-verbaal van aangifte, p. 226.
22.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] , p. 113.
23.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 425.
24.Proces-verbaal van aangifte, p. 55.
25.Proces-verbaal van aangifte, p. 229.
26.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 280-281.