ECLI:NL:RBGEL:2024:5125
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in aanrandingszaak door gebrek aan bewijs en onvoldoende steunbewijs
Op 2 augustus 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van aanranding van een slachtoffer op 1 maart 2022. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de geringe hoeveelheid Y-chromosomaal DNA die op de legging van het slachtoffer was aangetroffen, niet voldoende steun bood voor de aangifte van aanranding. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat het DNA op andere wijze op de legging terecht kon zijn gekomen, bijvoorbeeld door secundaire overdracht.
De rechtbank benadrukte dat in zedenzaken het bewijs niet uitsluitend kan steunen op de verklaring van één getuige, zoals vastgelegd in artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank concludeerde dat de aangifte van het slachtoffer onvoldoende steun vond in andere bewijsmiddelen, zoals het DNA-onderzoek en een chatgesprek met het Centrum Seksueel Geweld. De rechtbank oordeelde dat de aangifte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en sprak de verdachte vrij.
Daarnaast werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de kosten van de verdediging voor de verdachte op nihil werden begroot, aangezien er geen schadevergoeding werd toegewezen.