ECLI:NL:RBGEL:2024:509
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen woningsluiting op basis van de Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde last onder bestuursdwang, waarbij zijn woning voor de duur van zes maanden zou worden gesloten vanwege de aanwezigheid van een handelshoeveelheid hard- en softdrugs. De burgemeester had deze maatregel opgelegd op 19 december 2023, na een politie-inval op 12 november 2023, waarbij een aanzienlijke hoeveelheid drugs en attributen die duiden op drugshandel werden aangetroffen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de bezwaren van verzoeker geen redelijke kans van slagen hebben. De rechter stelt vast dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet, en dat de sluiting evenwichtig is, ondanks de persoonlijke omstandigheden van verzoeker. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de sluiting noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat en het herstel van de openbare orde. De uitspraak benadrukt dat de burgemeester niet verplicht is om een machtiging van een gemachtigde te overleggen en dat de bekendmaking van het besluit op de juiste wijze heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, zonder aanleiding voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.