ECLI:NL:RBGEL:2024:502

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
05.321563.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot oplichting, poging tot dwang en bezit van kinderporno

Op 1 februari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten. De verdachte is veroordeeld voor een poging tot oplichting en een poging tot dwang, alsook voor het bezit van kinderporno. De feiten vonden plaats tussen 2021 en 2022, waarbij de verdachte onder andere een slachtoffer heeft bedreigd om een seksueel getinte afbeelding te sturen. Daarnaast heeft hij zich voorgedaan als een model om foto’s van een fotoshoot te verkrijgen, wat ook als poging tot oplichting werd gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven en bezitten van kinderpornografisch materiaal, wat hij gedurende een periode van ruim 1 jaar en 9 maanden heeft gedaan. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van € 1.500,00 aan smartengeld aan het slachtoffer, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/321563-22 en 05/192425-23
Datum uitspraak : 1 februari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. B. Pernot, advocaat in Wijchen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/321563-22:
1
hij op of omstreeks 7 april 2022 te Ellecom, gemeente Rheden, althans in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] door geweld of enige feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het binnen 24 uur sturen van een foto van zichzelf in een string naar verdachte, met voormeld oogmerk die [slachtoffer 1] middels het versturen van een bericht heeft bericht/voorgehouden dat hij, verdachte,
- de (contact)gegevens van die [slachtoffer 1] , te weten haar naam en/of leeftijd en/of woonplaats en/of telefoonnummer en/of Instagram en/of SnapChat gebruikersna(a)m(en) en/of foto’s waarop die [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) te zien is, via een social medium, te weten Telegram, openbaar zou maken, indien die [slachtoffer 1] niet binnen 24 uur een foto van zichzelf in een string aan hem, verdachte, zou
sturen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks de periode van 12 januari 2022 tot en met 20 januari 2022 te Dieren, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een medewerker van) [slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van één of meerdere foto’s, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- een e-mail(adres) aangemaakt op naam van [naam] en/of
- middels voornoemd e-mailadres een of meerdere e-mail/bericht(en) gestuurd naar [slachtoffer 2] en/of zich voorgedaan als [naam] en/of
- in dat/die voornoemde bericht(en) aangegeven/geschreven de foto’s van de (laatste) fotoshoot kwijt te zijn geraakt en/of deze foto’s nodig te hebben wegens een nieuw (werk)aanbod, en/of
- verzocht om het (op)sturen van die foto’s,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Ten aanzien van parketnummer 05/192425-23:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 26 oktober 2022 te Arnhem en/of te Dieren, althans in Nederland,
een aantal afbeeldingen en/of een aantal gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Apple Iphone 12 en/of een Apple Iphone 6S en/of een Acer Swift 3 laptop en/of en of meerdere Cloud Storages, te weten Google (accountnaam [accountnaam] ) en/of MEGA.nz (accountnaam [accountnaam] ) en/of Microsoft (accountnaam [accountnaam] ),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 01 van de toonmap)
en/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingen 02 en/of 03 van de toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingen 04 en/of 05 en/of 06 van de toonmap)
en/of
het ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 07 van de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van parketnummer 05/321563-22 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met de opmerking dat enkel het middel van bedreiging met enige feitelijkheid bewezen kan worden. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman primair vrijspraak bepleit, omdat een digitale foto geen goed in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Stafrecht is en daarom het bestanddeel afgifte van een goed niet kan worden bewezen. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de periode moet worden beperkt tot 20 januari 2022.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Verdachte bekent het feit, als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 38-40, met bijlage, p. 41;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 januari 2024.
Feit 2
Verbalisant [verbalisant 1] heeft de telefoon van verdachte onderzocht. Zij zag dat er op 12 januari 2022 een mailaccount is aangemaakt onder de naam [naam] . [2]
Op 20 januari 2022 is via het e-mailadres [naam] door afzender [naam] een e-mail aan [slachtoffer 2] van [slachtoffer 2] gestuurd waarin wordt gevraagd om foto’s van hun laatste shoot toe te sturen, omdat zij een nieuwe mail heeft en die foto’s kwijt is. [slachtoffer 2] heeft daarop teruggemaild dat [naam] daarvoor het beste bij de fotograaf kan zijn. In reactie daarop is door afzender [naam] een e-mail gestuurd waarin wordt aangegeven dat [naam] er op het moment niet bij kan en dat zij de foto’s nodig heeft in verband met een nieuw aanbod. [3]
Verdachte heeft verklaard dat hij zich heeft voorgedaan als [naam] en bovengenoemde e-mailberichten naar [slachtoffer 2] heeft gestuurd. [4]
Gelet op de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde poging tot oplichting in de periode 12 tot en met 20 januari 2022.
Het betoog van de verdediging dat een digitale foto geen goed is in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) miskent de kern van het aan verdachte gemaakte verwijt en de reikwijdte van de delictsomschrijving van artikel 326 Sr. Voor bewezenverklaring van oplichting is blijkens artikel 326, eerste lid, Sr vereist dat iemand door een oplichtingsmiddel wordt ‘bewogen’ tot de in die bepaling bedoelde handelingen (afgifte van een goed, verlenen van een dienst, ter beschikking stellen van gegevens, aangaan van een schuld of het tenietdoen van een inschuld). De rechtbank is van oordeel dat zonder meer duidelijk is welk verwijt verdachte wordt gemaakt en tot welke handelingen hij een medewerker van [slachtoffer 2] poogde te bewegen, namelijk tot de afgifte van één of meerdere - digitale - foto’s. Uit het bepaalde in artikel 80 quinquies Sr volgt dat dergelijke digitale afbeeldingen gegevens zijn en dat de verweten gedragingen dus handelingen zijn die binnen de delictsomschrijving van artikel 326 Sr passen.
Ten aanzien van parketnummer 05/192425-23 [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden, met uitzondering van het deel dat ziet op de Acer laptop. Verder bevat het dossier volgens de raadsman onvoldoende aanknopingspunten waaruit kan worden afgeleid dat verdachte een gewoonte van het bezit van kinderporno heeft gemaakt, nu daarvoor meer nodig is dan de enkele vaststelling van een behoorlijke hoeveelheid afbeeldingen.
Tenslotte heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de periode moet worden beperkt tot 1 juli 2021 tot en met 26 oktober 2022, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte in de maanden januari tot en met mei 2021 kinderporno heeft verworven, in bezit heeft gehad of zich daartoe de toegang heeft verschaft.
Beoordeling door de rechtbank
Onder verdachte werd in beslag genomen een Apple iPhone 6s, een Apple iPhone 12 en een Laptop Acer Swift 3. Ook werd toegang verkregen tot drie Clouds op de iPhone 12, te weten Google Foto’s, MEGA.nz en Microsoft OneDrive. [6]
De politie heeft deze gegevensdragers vanaf 23 november 2023 (nader) onderzocht en toen op al deze gegevensdragers kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen. Een selectie van afbeeldingen, ongeveer 78 % van het totaal aantal afbeeldingen op die gegevensdragers en Clouds, is beoordeeld op strafbaarheid van het materiaal. Vastgesteld is dat in deze selectie in totaal 939 afbeeldingen (779 foto’s en 160 video’s) voorkwamen die als kinderpornografisch konden worden aangemerkt. [7]
In een collectiescan is aangegeven welke strafbare elementen en seksuele gedragingen zichtbaar zijn op de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen. [8] Op grond hiervan heeft de politie een representatieve doorsnede van 7 afbeeldingen in een toonmap samengesteld [9] , de beschrijvingen hiervan zijn opgenomen in de tenlastelegging.
De aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen hebben een aanmaakdatum in de periode van juli 2020, juli 2021, februari 2022 en augustus tot en met oktober 2022. [10]
Verdachte heeft verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode kinderporno in zijn bezit heeft gehad. [11] Hij woonde en stond in die periode ingeschreven op adressen in Arnhem en/of Dieren [12] .
Gelet op de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde verwerven en bezitten van kinderporno.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte in de maanden januari tot en met mei 2021 kinderporno heeft verworven, in bezit heeft gehad of zich daartoe de toegang heeft verschaft. De in november 2022 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen hebben een aanmaakdatum in de periode van juli 2020, juli 2021, februari 2022 en augustus tot en met oktober 2022. Daaruit volgt dat verdachte gedurende de gehele ten laste gelegde periode kinderporno aanwezig heeft gehad.
Gewoonte maken
Vast staat dat 939 kinderpornografische afbeeldingen zijn gevonden op meerdere gegevensdragers van verdachte en dat hij op verschillende data in een periode van ruim 1 jaar en 9 maanden kinderporno heeft verworven. Ter terechtzitting van 18 januari 2024 heeft verdachte verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode een tijd lang pornoverslaafd was en hij een kick kreeg van het verzamelen van pornografisch materiaal. Hij downloadde grote aantallen bestanden met porno en daar zat de kinderporno dan tussen. [13] De rechtbank is van oordeel dat daarmee een bepaald patroon is ontstaan in het gedrag van verdachte, waarbij hij het bezit van de kinderpornografische afbeeldingen heeft uitgebreid en aangevuld. Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van een gewoonte als bedoeld in artikel 240b, tweede lid, Sr.
Conclusie
Gelet op het bovengenoemde acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het een gewoonte maken van het verwerven en bezitten van kinderporno over de gehele ten laste gelegde periode.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat niet kan worden bewezen dat in de ten laste gelegde periode via de Acer laptop toegang is verschaft tot kinderporno. Op basis van het procesdossier en wat ter terechtzitting is besproken, kan niet worden uitgesloten dat de enige op de Acer laptop gevonden kinderpornografische foto een aanmaakdatum in de periode juli 2020 heeft, wat buiten de ten laste gelegde periode valt. De foto was bij het onderzoek in november 2022 niet meer toegankelijk. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de navolgende ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/321563-22:
1
hij op
of omstreeks7 april 2022 te Ellecom, gemeente Rheden,
althans in Nederland,ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1]
door geweld of enige feitelijkheid ofdoor bedreiging met
geweld ofenige feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] , wederrechtelijk te dwingen iets te doen,
niet te doen en/of te dulden,te weten het binnen 24 uur sturen van een foto van zichzelf in een string naar verdachte, met voormeld oogmerk die [slachtoffer 1] middels het versturen van een bericht heeft bericht/voorgehouden dat hij, verdachte,
- de (contact)gegevens van die [slachtoffer 1] , te weten haar naam en
/ofleeftijd en
/ofwoonplaats en
/oftelefoonnummer en
/ofInstagram en
/ofSnapChat gebruikersna
(a)m
(en
)en
/offoto’s waarop die [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) te zien is, via een social medium, te weten Telegram, openbaar zou maken, indien die [slachtoffer 1] niet binnen 24 uur een foto van zichzelf in een string aan hem, verdachte, zou sturen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij
inof omstreeksde periode van 12 januari 2022 tot en met 20 januari 2022 te Dieren,
althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheiden/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
(een medewerker van
)[slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van één of meerdere foto’s,
in elk geval van enig goed,hebbende verdachte met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- een e-mail
(adres
)aangemaakt op naam van [naam]
hofen
/of- middels voornoemd e-mailadres
een ofmeerdere e-mailbericht
(en
)gestuurd naar [slachtoffer 2] en
/ofzich voorgedaan als [naam]
hofen
/of- in
dat/die voornoemde bericht
(en
)aangegeven/geschreven de foto’s van de
(laatste
)fotoshoot kwijt te zijn geraakt en
/ofdeze foto’s nodig te hebben wegens een nieuw (werk)aanbod, en
/of- verzocht om het (op)sturen van die foto’s,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 05/192425-23:
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2021 tot en met 26 oktober 2022 te Arnhem en/of te Dieren,
althans in Nederland, een aantal afbeeldingen en/ofeen aantal gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Apple Iphone 12 en
/ofeen Apple Iphone 6S
en/of een Acer Swift 3 laptopen
/of en ofmeerdere Cloud Storages, te weten Google (accountnaam [accountnaam] ) en
/ofMEGA.nz (accountnaam [accountnaam] ) en
/ofMicrosoft (accountnaam [accountnaam] ),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en
/ofin bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 01 van de toonmap)
en
/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingen 02 en/of 03 van de toonmap)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingen 04 en/of 05 en/of 06 van de toonmap)
en
/of
het ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 07 van de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/321563-22:
Feit 1
Poging tot een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
Feit 2
Poging tot oplichting.
Ten aanzien van parketnummer 05/192425-23:
Gegevensdragers bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
  • een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en
  • een taakstraf van 240 uur met aftrek van het voorarrest.
De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering aan het voorwaardelijk strafdeel te verbinden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit een gevangenisstraf op te leggen waarvan het onvoorwaardelijk deel het voorarrest niet overstijgt en daarnaast een voorwaardelijk deel met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Verder heeft de raadsman verzocht aan verdachte een taakstraf op te leggen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal feiten.
Verdachte heeft zich allereerst op Vinted voorgedaan als iemand anders en heeft een slachtoffer door middel van berichten geprobeerd te dwingen om een seksueel getinte afbeelding van zichzelf naar hem te sturen. Als ze dit niet binnen 24 uur zou doen, dan zou ze ‘exposed’ worden op Telegram, wat vervolgens ook daadwerkelijk gebeurd is. Verdachte heeft foto’s van het slachtoffer, tezamen met foto’s van andere meiden in lingerie, voorzien van de naam van het slachtoffer, woonplaats, Instagram, Snapchat en telefoonnummer in een (zeer grote) Telegramgroep geplaatst. Het slachtoffer werd vanaf dat moment veelvuldig lastiggevallen door mannen die haar naar aanleiding van de foto’s benaderden. Dit heeft een grote impact gehad op het slachtoffer. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich enkel door zijn eigen behoeftes heeft laten leiden en in het geheel geen rekening heeft gehouden met de voorzienbaar grote gevolgen voor zijn slachtoffer.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan een poging tot oplichting. Hij heeft zich voorgedaan als vrouw van wie hij wist dat zij als model bij een ‘fotoshoot’ had opgetreden. Hij heeft een mailadres aangemaakt op haar naam en mailberichten gestuurd naar de fotograaf van die ‘fotoshoot’ en haar gevraagd om foto’s van hun laatste “shoot” toe te sturen, omdat ‘zij’ een nieuwe mail heeft en die foto’s kwijt is. Hij probeerde aldus, kennelijk met een seksueel motief
- verdachte houdt het op “een mannendingetje”-, aan niet openbare foto’s van een model te komen. Verdachte heeft hiermee het vertrouwen van anderen geschonden, geprobeerd een ernstige inbreuk te maken op de privacy van een vrouw en daarbij opnieuw geen rekening gehouden met de gevolgen voor zijn beoogd slachtoffer.
Tot slot heeft hij zich schuldig gemaakt aan een gewoonte maken van het verwerven en bezitten van kinderpornografisch materiaal in een periode van ruim 1 jaar en 9 maanden. Het bezit van kinderporno is buitengewoon verwerpelijk, omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen daadwerkelijk seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zowel psychisch als lichamelijk zeer nadelige gevolgen kan hebben voor die kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Verdachte heeft door zijn handelen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een markt waarop dergelijk materiaal wordt aangeboden en voor welke markt wordt geproduceerd door middel van het misbruiken van kinderen. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het daarom noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno verzamelen.
Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 14 december 2023 blijkt dat verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld.
Uit het reclasseringsrapport volgt dat het psychosociaal functioneren van verdachte als voornaamste delictgerelateerde criminogene factor wordt gezien. Hij voelde zich in de periode van het vermeende delictgedrag somber en zinloos. Ook beschikte hij niet over sociale contacten met wie hij over zijn gevoelens sprak. Om met deze stressgevoelens om te gaan keek en downloadde hij porno, wat uiteindelijk uitmondde in een soort verzamelverslaving. Ook besloot hij in die tijd jonge vrouwen te chanteren voor seksueel getinte afbeeldingen. Het gaat nu beter met verdachte: hij voelt zich zinvol, onderhoudt prettige sociale contacten en gebruikt seks niet meer als coping. Het recidiverisico wordt thans ingeschat als laag-gemiddeld.
De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, waaronder een behandelverplichting en een contactverbod met het slachtoffer van het eerst feit. Ook adviseert de reclassering middelencontrole en zo nodig behandeling binnen verslavingszorg, nu de delictplegingen veelal plaats vonden onder invloed van cannabis en onderzocht moet worden of en hoeverre dit daarbij een rol heeft gespeelt. Middelengebruik kan voorts mogelijk de behandeling van de psychosociale problemen in de weg kan staan..
Gezien de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De door de officier van justitie gevorderde taakstraf in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met voorwaarden doet daar onvoldoende recht aan. Deze gevorderde straf is ook niet in lijn met wat voor dit soort feiten wordt opgelegd, ook niet als rekening wordt gehouden met de jeugdigheid en overige persoonlijke omstandigheden van verdachte. Wel acht de rechtbank het, net als de officier van justitie en de verdediging van groot belang om (daarnaast) een voorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen, waarbij onder meer de voorwaarde wordt opgelegd dat verdachte wordt behandeld, teneinde het herhalingsgevaar te beperken en het voorgestelde contactverbod met het slachtoffer, voor wie een confrontatie met verdachte zeer belastend zou zijn.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van
12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. De rechtbank zal de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de straf verbinden. Verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard de voorwaarden na te leven en heeft aangegeven ook graag hulp te willen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met feit 1 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.500,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de het gevorderde bedrag redelijk is en dat verdachte bereid is de schade te vergoeden.
Overweging van de rechtbank
Smartengeld
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het bewezenverklaarde is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast, door de poging haar te dwingen foto’s te versturen en door het - direct daaraan gerelateerde - plaatsen op social media van haar gegevens en foto’s én seksueel getinte foto’s van andere vrouwen met haar naam, toen benadeelde die foto’s niet wilde afgeven. Zij heeft hier veel last van ondervonden . Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen en acht het gevorderde bedrag van € 1.500,00 billijk.
Verdachte is vanaf 7 april 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a. 14b. 14c, 36f, 45, 57, 284, 240b en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 9 (negen) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland te Arnhem op het adres Nieuwe Oeverstraat 65. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte laat zich behandelen door Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- verdachte werkt mee aan controle van het gebruik van cannabis om het middelengebruik te objectiveren. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Indien uit de controles blijkt dat verdachte zijn cannabisgebruik niet onder controle heeft en de reclassering vindt het - met
het oog op recidiverisicobeheersing - noodzakelijk dat hij zich hiervoor laat behandelen, dan zal verdachte ook hier zijn medewerking aan verlenen;
- verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] ;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij
 veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 1.500,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag te betalen van € 1.500,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wevers (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. A. Bonder, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 februari 2024.
mr. L.L.M. van Schaik is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant W. van der Plas van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [dossiernummer] , gesloten op 5 november 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 76.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 92, met bijlage, p. 104.
4.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 januari 2024.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [dossiernummer] , gesloten op 20 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
6.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 35.
7.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 36-37.
8.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 38 en de collectiescan, als bijlage II gevoegd bij het proces-verbaal van Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 41-43.
9.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 38; de collectiescan, als bijlage II gevoegd bij het proces-verbaal van Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 41-43 en het overzicht geselcteerde afbeeldingen, als bijlage III gevoegd bij het proces-verbaal van Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 44-47.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 56.
11.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 januari 2024.
12.Schriftelijk bescheid, informatiestaat SKBD-persoon.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 januari 2024.