ECLI:NL:RBGEL:2024:4951

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
438987
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over continuïteit van zorgverlening aan een dementerende vrouw in een zorglocatie

In deze zaak vordert [eiseres], een 78-jarige vrouw met dementie, dat de zorgverlening op de Wiardi Hoeve, waar zij sinds medio 2022 woont, wordt voortgezet. De zorgovereenkomst met Coöperatie Boer en Zorg U.A. (CBZ) is opgezegd, met een opzegtermijn van 16 dagen, wat [eiseres] als te kort beschouwt. De voorzieningenrechter oordeelt dat CBZ de zorgovereenkomst met [eiseres] in beginsel op de afgesproken locatie moet uitvoeren, tenzij er gewichtige redenen zijn voor beëindiging. De rechter concludeert dat CBZ niet heeft aangetoond dat er gewichtige redenen zijn voor de opzegging en dat de zorgvuldigheidseisen niet zijn nageleefd. De voorzieningenrechter gebiedt CBZ om de zorgverlening tot ten minste 1 oktober 2024 voort te zetten, en legt een dwangsom op voor elke dag dat CBZ hieraan niet voldoet. Tevens worden de proceskosten van [eiseres] en de Stichting toegewezen, waarbij [eiseres] in het ongelijk wordt gesteld ten opzichte van de Stichting.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/438987 / KG ZA 24-258
Vonnis in kort geding van 26 juli 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaten: mrs. B.A. de Ruijter en D.M.J. Glazener,
tegen

1.1. STICHTING DE WIARDI HOEVE,

statutair gevestigd te gemeente Rheden en kantoorhoudende te Velp,
hierna te noemen: de Stichting,
advocaat: mr. D. Alblas,
2.
COÖPERATIE BOER EN ZORG U.A.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Wageningen,
hierna te noemen: CBZ,
advocaten: mrs. E. Wissink en M.E. Jannink,
gedaagde partijen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen met producties 1 tot en met 16
- de akte inbrengen producties en wijziging eis van [eiseres] met producties 17 tot en met 22
- de brief van 25 juli 2024 van [eiseres] betreffende de intrekking van het kort geding jegens Wiardi Hoeve B.V., oorspronkelijk gedaagde sub 1, met bijgevoegd producties 23 en 24
- de brief van 25 juli 2024 van CBZ met producties A tot en met C
- de brief van 26 juli 2024 van CBZ met producties C (vervangen) tot en met I
- de mondelinge behandeling van 26 juli 2024
- de spreekaantekeningen van [eiseres]
- de spreekaantekeningen van de Stichting
- de spreekaantekeningen van CBZ.
1.2.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 26 juli 2024 vonnis bepaald. De feiten en de motivering waarop de in dat vonnis gegeven beslissing steunt, worden hierna vastgelegd.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een vrouw van 78 jaar die lijdt aan dementie en Korsakov. Zij heeft een CIZ-indicatie gekregen voor beschermd wonen met intensieve dementiezorg (VV-5). Sinds medio 2022 woont zij in de Wiardi Hoeve, een kleinschalige zorgvilla met 11 appartementen. Zij ontvangt daarin gespecialiseerde 24-uurszorg.
2.2.
[eiseres] huurt het appartement van Wiardi Hoeve B.V. en heeft een zorgovereenkomst gesloten met CBZ. De zorg die [eiseres] ontvangt valt onder de Wet langdurige zorg, waarvoor CBZ een zorgcontract met het zorgkantoor heeft afgesloten. Voor de feitelijke zorgverlening aan [eiseres] heeft CBZ de Stichting (één van haar leden) ingeschakeld. CBZ en de Stichting hebben daartoe een leveringsovereenkomst gesloten. CBZ declareert de geleverde zorg bij het zorgkantoor en stort de ontvangen gelden door aan de Stichting.
2.3.
De bestuurders van de Wiardi Hoeve B.V., [naam 1] en [naam 2] , waren ook bestuurders van de Stichting. In de loop van 2023 is tussen beide bestuurders een conflict ontstaan. Eén van de gevolgen daarvan is geweest dat veel personeelsleden van de Stichting zijn vertrokken. In het voorjaar van 2024 heeft de raad van toezicht van de Stichting beide bestuursleden op non-actief gesteld. Op 1 mei 2024 is een interimmanager aangesteld en op 21 juni 2024 respectievelijk 11 juli 2024 zijn Kempenaar en [naam 2] uit functie getreden.
2.4.
Bij brief van 1 juli 2024 aan de Stichting heeft CBZ de leveringsovereenkomst opgezegd. In die brief staat:
Op dinsdag 25 juni jongstleden hebben [naam 3] (manager woonzorg) en [naam 4] (directeur zorg) hun ernstige zorgen en bezwaren tegen de huidige situatie op de Wiardi Hoeve kenbaar gemaakt. Zij hebben in uw aanwezigheid vastgesteld dat er een direct continuïteitsrisico bestaat op de personele bezetting en daarmee op de kwaliteit en veiligheid van de te leveren zorg aan de 9 bewoners die op dit moment via CBZ zorg krijgen op de Wiardihoeve. Ook is er vastgesteld dat al enige tijd niet kan worden voldaan aan de vereisten (de z.g. ‘tien klantbeloften’) van het keurmerk Kwaliteit@. Met deze vaststellingen hebben we dinsdag 25 juni geconcludeerd dat Stichting Wiardi Hoeve niet meer voldoet aan de leveringsvoorwaarden van CBZ.
Besluit bestuur
Het bestuur heeft conform het advies van [naam 4] het besluit genomen om de
leveringsovereenkomst per 1 juli 2024 op te zeggen, met in achtneming van een opzegtermijn van 1 maand of zo veel langer als strikt noodzakelijk is om alle op de Wiardi Hoeve wonende cliënten van CBZ een passende plek op een andere zorgaanbieder van CBZ te kunnen bieden en/ of naar een andere zorgaanbieder buiten CBZ zijn overgestapt. Dit betekent dat Stichting Wiardi Hoeve vanaf 1 augustus 2024 geen zorg meer namens CBZ mag leveren en declareren tenzij er nog cliënten van CBZ verblijven waarvoor nog naar een passende plek wordt gezocht. Conform onze statuten betekent dit tevens dat het lidmaatschap van CBZ gelijktijdig eindigt.
(…)
Conclusie
Zorgresidentie De Wiardi Hoeve blijkt niet in staat te zijn om te voldoen aan alle gestelde
verplichtingen die voortvloeien uit de leveringsovereenkomst met de daaruit voortvloeiende
leveringsvoorwaarden. Het vertrouwen ontbreekt bij het bestuur van CBZ dat er binnen afzienbare termijn alsnog aan deze verplichtingen zal en kan worden voldaan.
2.5.
Tijdens een informatieavond op 4 juli 2024 zijn de familieleden van de bewoners geïnformeerd over de problematiek. Daarbij is verteld dat CBZ het contract met de Stichting heeft opgezegd. Op dat moment werd gewerkt aan een plan voor een mogelijke doorstart. Dat is ook aan de familieleden voorgehouden. In een brief van 4 juli 2024 die de bewoners en familieleden aansluitend aan de informatiebijeenkomst hebben ontvangen, schrijft CBZ:
De afgelopen maanden zijn er bij CBZ meerdere signalen en klachten binnengekomen over zorg voor bewoners op de Wiardi Hoeve. We hebben hier meerdere gesprekken over gevoerd met de leidinggevenden van de Wiardi Hoeve. Helaas heeft dit niet geleid tot verbetering van de zorg. We hebben daarom besloten om het contract met de Wiardi Hoeve op te zeggen. (…) Op het moment van de opzegging kon de continuïteit van zorg op de Wiardi Hoeve, met de vakantieperiode in aantocht, niet meer gegarandeerd worden. Afgelopen week zijn er toch mogelijke oplossingen gevonden om de zorg op de Wiardi Hoeve te kunnen voortzetten. De situatie blijft echter wel kwetsbaar.
2.6.
Op 11 juli 2024 hebben de raad van toezicht van de Stichting en CBZ gesproken over een mogelijke doorstart door de geschorste bestuurder [naam 2] . Bij aansluitende e-mail van dezelfde datum laat de raad van toezicht aan CBZ weten het doorstartplan niet van voldoende kwaliteit te vinden. Daarop heeft CBZ bij brief van 12 juli 2024 de bewoners en familie geïnformeerd dat de voortzetting van zorg op de Wiardi Hoeve niet langer mogelijk is en dat alle bewoners op korte termijn zullen moeten verhuizen naar een andere woonzorglocatie. Daarbij is aangekondigd dat tijdens een inloopspreekuur op 15 juli in een individueel gesprek gezocht zal worden naar de best passende oplossing.
2.7.
Op 15 juli 2024 is aan de schoonzoon van [eiseres] medegedeeld dat per 1 augustus 2024 geen zorg meer verstrekt zal worden op de Wiardi Hoeve.
2.8.
Ondanks verzoeken van (de familie van) [eiseres] en van de Stichting is CBZ niet bereid gebleken om de Stichting na 1 augustus 2024 in staat te stellen zorg te blijven verlenen op de Wiardi Hoeve.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na wijziging van eis bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Wiardi c.s., althans CBZ en de Stichting, althans CBZ of de Stichting te gebieden
om de zorg en overige dienstverlening voor te (laten) zetten op de Wiardi Hoeve
jegens [eiseres] , waaronder onverminderde hoogwaardige zorg te verstrekken
totdat [eiseres] - geheel ter harer discretie - een alternatief heeft gevonden, althans
voor een periode in goede justitie te bepalen, zulks zonder enige extra kosten voor [eiseres] ;
2. alles op straffe van een aan [eiseres] te verbeuren dwangsom door elke partij die in
gebreke blijft met de juiste, tijdige en volledige uitvoering van dit vonnis van € 5.000,00 per dag met een maximum van € 100.000,00 dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag voor iedere dag dat Wiardi c.s. of een der gedaagden hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;
3. alsmede Wiardi c.s. (hoofdelijk) te veroordelen in de kosten van dit geding,
daaronder begrepen de nakosten, met bepaling dat, indien deze kosten niet binnen
veertien dagen na dagtekening van dit vonnis zullen zijn voldaan, Wiardi c.s. daarover zonder nadere sommatie wettelijke rente zal zijn verschuldigd.
3.2.
De Stichting en CBZ voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiseres] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.2.
De aard van de vordering, het blijven verlenen van 24-uurszorg aan een vrouw met een grote zorgbehoefte, maakt dat [eiseres] spoedeisend belang heeft bij behandeling van haar vordering.
de Stichting
4.3.
De Stichting heeft aangevoerd dat zij de zorg aan [eiseres] voorlopig wel wil continueren, maar dat zij daartoe niet in staat is omdat CBZ de leveringsovereenkomst heeft opgezegd. Zij mag van CBZ de feitelijke zorgverlening na 1 augustus 2024 niet voortzetten.
[eiseres] heeft dat niet betwist. Ook [eiseres] ziet CBZ als degene die continuering van zorgverlening op de Wiardi Hoeve frustreert.
4.4.
Omdat de Stichting voor het kunnen verlenen van zorg op de Wiardi Hoeve en voor de financiering daarvan afhankelijk is van CBZ (zie 2.2) en CBZ door opzegging van de leveringsovereenkomst heeft bewerkstelligd dat de Stichting na 1 augustus 2024 geen feitelijke zorg meer kan verlenen, zal de vordering jegens de Stichting worden afgewezen. Een veroordeling tot nakoming van een verbintenis kan immers niet worden toegewezen indien de schuldenaar in de onmogelijkheid verkeert om die verbintenis na te komen.
CBZ
4.5.
[eiseres] voert aan dat er geen gewichtige reden bestaat om de zorgovereenkomst op te zeggen. Volgens haar kan de Stichting nog steeds zorg van voldoende kwaliteit leveren, althans moet CBZ ervoor zorgen dat dit gebeurt. Bovendien handelt CBZ onzorgvuldig door een opzegtermijn van slechts twee weken in acht te nemen, in de vakantieperiode. Zeker voor het vinden van geschikte vervangende woonruimte met passende zorg en aansluitend de verhuizing van een kwetsbare oudere met dementie, is die periode veel te kort. De aangeboden alternatieve zorglocaties acht [eiseres] bovendien niet passend.
4.6.
CBZ erkent dat de verhouding tussen haar en [eiseres] kwalificeert als een geneeskundige behandelingsovereenkomst en dat zij de behandelingsovereenkomst alleen kan opzeggen als daarvoor gewichtige redenen bestaan (artikel 7:460 BW). Iets soortgelijks is in haar algemene voorwaarden bepaald. In artikel 5.2 van die voorwaarden staat dat CBZ de overeenkomst tussentijds kan opzeggen op grond van zodanig zwaarwegende redenen dat voortzetting van de zorgverlening in redelijkheid niet kan worden verlangd. Dat is onder meer aan de orde als de cliënt weigert de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor een goede uitvoering van de overeenkomst (de b-grond van artikel 5.2).
Volgens CBZ is daarvan in dit geval sprake omdat:
  • met het beperkte vaste personeel dat nog bij de Stichting in dienst is, niet langer kan worden voldaan aan de kwaliteit en continuïteit van de zorg op de locatie Wiardi Hoeve,
  • CBZ om die reden drie alternatieve zorglocaties heeft aangeboden aan [eiseres] , en
  • [eiseres] geen uitvoering wenst te geven aan de noodzakelijke verhuizing.
CBZ merkt op dat zij de zorgovereenkomst niet heeft opgezegd, maar vanaf 1 augustus 2024 slechts op een andere locatie wil uitvoeren. Zij erkent dat zij ook in dat geval de plicht heeft om zorgvuldig te handelen. Volgens haar heeft zij daaraan in de gegeven omstandigheden voldaan. In dat kader merkt zij op dat de bezetting op de Wiardi Hoeve nog vrijwel volledig uit ZZP’ers bestaat, hetgeen in verband met de vereiste kwaliteit risicovol is. Verder merkt zij op dat zij optimale medewerking geeft bij het zoeken naar passende zorg elders. Gezien de omstandigheden van het geval is de geboden termijn in dit geval redelijk, aldus CBZ.
4.7.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dient CBZ de zorgovereenkomst met [eiseres] in beginsel op de afgesproken locatie, de Wiardi Hoeve, uit te (doen) voeren. Het stopzetten van de afgesproken zorg op de Wiardi Hoeve mag, in het verlengde van artikel 7:460 BW en paragraaf 4.2 van de KNMG-richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’, alleen als daarvoor gewichtige redenen bestaan, zoals ook CBZ onderkent. Wat onder gewichtige redenen moet worden verstaan, hangt af van de omstandigheden van het geval. Zoals ook uit paragraaf 4.2 van de KNMG-richtlijn blijkt, kunnen die redenen onder omstandigheden ook gelegen zijn in praktische overwegingen, zoals budgettaire of personele redenen. Voor een rechtmatige beëindiging van de behandeling is naast de aanwezigheid van gewichtige redenen nodig dat zorgvuldigheidseisen in acht zijn genomen (zie paragraaf 4.3 van genoemde KNMG-richtlijn). Als zorgvuldigheidseisen gelden in ieder geval:
a. het aanhouden van een redelijke termijn voordat de overeenkomst daadwerkelijk
wordt beëindigd;
b. het verlenen van medewerking bij het zoeken naar passende zorg elders;
c. het blijven verlenen van de noodzakelijke hulp tot de daadwerkelijke beëindiging.
Welke termijn redelijk is, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval. Daarbij zijn de volgende factoren van invloed:
• de ernst van de (medische) situatie,
• de aard en duur van de behandelingsovereenkomst,
• de aard van de zorginstelling waarin de patiënt verblijft en de duur van dat verblijf,
• de termijn die nodig is om een aanvaardbaar alternatief voor de zorg (een andere arts of
zorginstelling) te vinden.
4.8.
De voorzieningenrechter acht niet aannemelijk dat op dit moment sprake is van gewichtige redenen die maken dat voortzetting van de zorgverlening op de Wiardi Hoeve in redelijkheid niet van CBZ kan worden verlangd. Daarbij neemt de voorzieningenrechter het volgende in aanmerking. Ter zitting is komen vast te staan dat thans nog vijf mensen op de Wiardi Hoeve wonen, waarvan één persoon heeft aangekondigd alternatieve ruimte te hebben geaccepteerd. De overige bewoners willen graag op de Wiardi Hoeve blijven wonen. De interimmanager van de Stichting ( [naam 5] ) heeft ter zitting verklaard dat er vanaf augustus 2024 nog vijf vaste medewerkers in dienst zijn bij de Stichting (van het oorspronkelijke aantal van veertien) en dat er daarnaast nog drie à vier langdurig voor de Stichting werkzame ZZP-ers op de Wiardi Hoeve werken. Volgens [naam 5] is sinds het aftreden van beide bestuurders (zie 2.3) de rust onder het personeel weergekeerd en willen de aangebleven personeelsleden en loyale ZZP-ers graag op de Wiardi Hoeve blijven werken. [naam 5] heeft verder verklaard dat zij de bezetting voor de komende periode (ook in zomervakantiemaand augustus) kan rondkrijgen met voormelde vaste medewerkers/ZZP-ers. Dat is vergemakkelijkt doordat er minder bezetting nodig is nu er binnenkort nog maar vier bewoners zijn. Onder de beschikbare medewerkers zitten ook hoog gekwalificeerde (VIG) medewerkers. Zowel [naam 5] als de voorzitter van de raad van toezicht van de Stichting, [naam 6] , hebben ter zitting laten weten dat de zorg naar hun mening voorlopig op verantwoorde wijze kan worden voortgezet. Zij hopen dat de Stichting daartoe in de gelegenheid zal worden gesteld, zodat kan worden bezien of de externe partij die interesse heeft getoond de zorgverlening op de Wiardi Hoeve per 1 oktober 2024 kan overnemen.
De schoonzoon en schoondochter van [eiseres] hebben ter zitting verklaard dat ze regelmatig op de Wiardi Hoeve komen en dat er nog voldoende vaste medewerkers zijn. Zelfs als tijdelijk niet aan alle keurmerken kan worden voldaan vanwege teveel tijdelijk personeel, is het volgens de familie van belang om de zorg op de Wiardi Hoeve voorlopig te continueren. Dan kan de mogelijkheid van een doorstart door de externe partij verder worden verkend zonder dat [eiseres] hoeft te verhuizen, aldus de familie.
CBZ heeft hiertegenover onvoldoende duidelijk gemaakt dat het personeelsprobleem dermate groot is en om die reden ook de kwaliteit van de zorg en de veiligheid zodanig in het geding zijn, dat in redelijkheid niet van haar kan worden verlangd dat zij de zorgverlening op de Wiardi Hoeve voortzet. Dat er ruimte beschikbaar is op alternatieve zorglocaties maakt het voorgaande niet anders omdat de door CBZ gevolgde procedure met betrekking tot het aanbieden van die locaties niet voldoende zorgvuldig is geweest, zoals hierna zal worden toegelicht.
Op dit moment kan dan ook niet gezegd worden dat de medewerking van [eiseres] aan de verhuizing redelijkerwijs nodig is voor een goede uitvoering van de overeenkomst, zodat ook geen sprake is van zwaarwegende redenen in de zin van artikel 5.2 van de algemene voorwaarden van CBZ.
4.9.
Ook acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat CBZ heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen. Meer in het bijzonder heeft CBZ niet voldaan aan het aanhouden van een redelijke termijn tussen de aankondiging van de stopzetting van de zorgverlening op de Wiardi Hoeve en het moment van beëindiging van die zorgverlening. Pas op 15 juli 2024 heeft de familie van [eiseres] te horen gekregen dat de zorgverlening op de Wiardi Hoeve per 1 augustus 2024 zou worden beëindigd. CBZ heeft iets later nog laten weten dat als [eiseres] op de Wiardi Hoeve wil blijven wonen, CBZ niet in de weg zal staan aan persoonlijke inkoop van zorg door [eiseres] op die locatie, maar CBZ weigert vanaf 1 augustus 2024 nog zorg te verlenen (door de inzet van de Stichting of anderszins) op de Wiardi Hoeve. Deze termijn van zestien dagen acht de voorzieningenrechter gelet op de omstandigheden van het geval onvoldoende. Daarbij wegen de volgende factoren mee:
  • [eiseres] is een kwetsbare vrouw die volledig afhankelijk is van de geboden zorg;
  • [eiseres] woont al ruim twee jaar op de Wiardi Hoeve en ontvangt daar al die tijd 24-uurs zorg;
  • patiënten die, zoals [eiseres] , lijden aan dementie, hebben in het algemeen grote moeite met veranderingen;
  • [eiseres] heeft laten weten niet te willen verhuizen, zij heeft ook een band opgebouwd met de overige drie bewoners die op de Wiardi Hoeve willen blijven wonen;
  • de oorzaak van het probleem is van organisatorische aard en ligt buiten [eiseres] en de andere bewoners.
Deze factoren maken dat niet kan worden volstaan met een termijn van slechts zestien dagen tussen de mededeling dat de zorgverlening op de locatie stopt en het feitelijk stopzetten van de zorg. Dat geldt temeer nu de mededeling is gedaan in de vakantieperiode, er nog steeds personeel op de Wiardi Hoeve aanwezig is die de zorg kan verlenen en een externe partij interesse heeft getoond om de zorgverlening op de locatie over te nemen. Naar de voorzieningenrechter uit de mededelingen van partijen ter zitting heeft begrepen, wil die partij kijken of zij per 1 oktober de zorgverlening en het vastgoed over kan nemen. Dat die partij liefst niet al het zorgpersoneel zou willen overnemen en de Stichting liever failliet zou zien gaan, benadrukt het belang van een termijn waarbinnen CBZ met die externe partij afspraken zou kunnen maken, rekening houdend met de gerechtvaardigde belangen van [eiseres] . Het feit dat CBZ alternatieve zorglocaties heeft aangeboden, maakt het oordeel dat zij niet heeft voldaan aan de zorgvuldigheidseisen niet anders.
4.10.
Het voorgaande leidt ertoe dat de voorzieningenrechter aannemelijk acht dat de bodemrechter zal oordelen dat geen sprake is van een rechtmatige beëindiging van de zorgverlening op de Wiardi Hoeve per 1 augustus 2024. De belangen van partijen zijn bij voorgaande overwegingen al in ogenschouw genomen. CBZ heeft geen andere belangen aangevoerd die kunnen maken dat een separate belangenafweging tot een ander oordeel leidt.
4.11.
CBZ zal ter uitvoering van haar zorgovereenkomst met [eiseres] voorlopig dus door moeten gaan met het verlenen van de gebruikelijke zorg en overige dienstverlening op de locatie Wiardi Hoeve. Het staat CBZ vrij om daarvoor de Stichting in te schakelen, dan wel een andere feitelijke zorgverlener. Aanhakend bij de mogelijke interesse voor overname van het vastgoed en de zorgverlening per 1 oktober 2024 en rekening houdend met de factoren als genoemd in 4.9, bepaalt de voorzieningenrechter dat de zorgverlening op de Wiardi Hoeve in ieder geval tot 1 oktober 2024 gecontinueerd moet worden.
4.12.
CBZ is in het ongelijk gesteld ten opzichte van [eiseres] en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,30
- griffierecht
320,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.744,30
4.13.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld ten opzichte van de Stichting en zij moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van de Stichting betalen. De proceskosten van de Stichting worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
€ 1.973,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt CBZ om in ieder geval tot 1 oktober 2024 de (gebruikelijke) zorg en overige dienstverlening aan [eiseres] voort te (laten) zetten op de Wiardi Hoeve, al dan niet door inschakeling van de Stichting,
5.2.
veroordeelt CBZ om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de onder 5.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt CBZ in de proceskosten van [eiseres] van € 1.744,30, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als CBZ niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt CBZ tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van de Stichting van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. de Kerpel-van de Poel en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2024. De feiten en de motivering waarop de beslissing steunt, zijn afzonderlijk vastgelegd op 30 juli 2024.