In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 31 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee eisers en een gedaagde, die een overeenkomst hadden gesloten voor schilderwerkzaamheden aan de buitenzijde van het woonhuis van de eisers. De overeenkomst, ter waarde van € 3.200,00, werd aangegaan zonder specifieke opleverdatum. Na een aanbetaling van 50% door de eisers, heeft de gedaagde op verschillende data schilderwerkzaamheden verricht, maar deze zijn niet tijdig en niet naar behoren afgerond. Op 21 augustus 2023 heeft de gedaagde via WhatsApp aangegeven dat het werk half september 2023 klaar zou zijn, maar deze termijn is niet nagekomen. De eisers hebben de gedaagde vervolgens in gebreke gesteld en een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst verzocht, wat leidde tot deze rechtszaak.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim verkeert, omdat hij de werkzaamheden niet heeft afgerond en de gemaakte afspraken niet is nagekomen. De rechter heeft geoordeeld dat de eisers recht hebben op een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst en dat de gedaagde een bedrag van € 561,02 aan de eisers moet betalen, inclusief wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 727,84. De rechter heeft de vordering van de eisers tot aanvullende schadevergoeding afgewezen, omdat de gedaagde niet meer verplicht was om het onafgemaakte werk te voltooien na de ontbinding van de overeenkomst.
De uitspraak benadrukt het belang van het nakomen van afspraken in contractuele relaties en de gevolgen van niet-nakoming, waaronder de mogelijkheid van ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding.