ECLI:NL:RBGEL:2024:4862

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juli 2024
Publicatiedatum
29 juli 2024
Zaaknummer
05-173185-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en aanranding door masseur tijdens massagesessies

Op 29 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 34-jarige man, werkzaam als masseur, die beschuldigd werd van twee aanrandingen en een verkrachting. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De feiten vonden plaats op 29 januari 2023, toen de verdachte als enige mannelijke masseur werkzaam was bij een massagebedrijf. Tijdens de massages heeft hij de slachtoffers, die naakt op de massagetafel lagen, ongepaste en seksuele handelingen verricht zonder hun toestemming. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn gezag als masseur misbruikte en de slachtoffers in een weerloze positie bracht, waardoor zij zich niet konden verzetten tegen zijn handelingen. De rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers en getuigen betrouwbaar en consistent, en concludeerde dat de verdachte opzettelijk handelde. De rechtbank heeft de verdachte ook een beroepsverbod opgelegd voor de duur van vijf jaar, gezien de ernst van de feiten en het feit dat deze tijdens zijn werk als masseur zijn gepleegd. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers voor zowel materiële als immateriële schade, met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.173185.23
Datum uitspraak: 29 juli 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1990 in [geboorteplaats] , wonende aan het [adres] , [postcode] [woonplaats] .
raadsvrouw: mr. L. Noordanus, advocaat in Lelystad.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op 15 juli 2024.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 januari 2023 te [plaats] , door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het meermaals, althans eenmaal,
- brengen en/of duwen van een of meer vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of
- aanraken en/of betasten van de schaamlippen en/of vulva en/of schaamstreek van die [slachtoffer 1] en/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 1] en/of
- leggen en/of duwen van zijn, verdachtes, penis in/tegen de hand van die [slachtoffer 1] , althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 1] met zijn, verdachtes, penis, waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een behandeling/massage die [slachtoffer 1] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 1] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon of durfde te onttrekken en/of
- voornoemde ontuchtige/seksuele handelingen onverhoeds heeft verricht en/of die
[slachtoffer 1] hiermee heeft overrompeld;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 januari 2023 te [plaats] , door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermaals, althans eenmaal,
- aanraken en/of betasten van de schaamlippen en/of vulva en/of schaamstreek van die [slachtoffer 1] en/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 1] en/of
- leggen en/of duwen van zijn, verdachtes, penis in/tegen de hand van die [slachtoffer 1] , althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 1] met zijn, verdachtes, penis, waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een behandeling/massage die [slachtoffer 1] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 1] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon of durfde te onttrekken en/of
- voornoemde ontuchtige/seksuele handelingen onverhoeds heeft verricht en/of die [slachtoffer 1] hiermee heeft overrompeld;
2
hij op of omstreeks 29 januari 2023 te [plaats] , door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermaals, althans eenmaal,
- aanraken en/of betasten van de schaamlippen en/of vulva en/of schaamstreek van die [slachtoffer 2] en/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 2] en/of
- leggen en/of duwen van zijn, verdachtes, penis in/tegen de hand van die [slachtoffer 2] , althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 2] met zijn, verdachtes, penis, waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld
en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een behandeling/massage die [slachtoffer 2] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 2] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon of durfde te onttrekken
en/of
- voornoemde ontuchtige/seksuele handelingen onverhoeds heeft verricht en/of die [slachtoffer 2] hiermee heeft overrompeld;
3.
hij op of omstreeks 29 januari 2023 te [plaats] , door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 3] heft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermaals, althans eenmaal,
- aanraken en/of betasten van de schaamlippen en/of vulva en/of schaamstreek van die [slachtoffer 3] en/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 3] en/of
- leggen en/of duwen van zijn, verdachtes, penis in/tegen de hand van die [slachtoffer 3] , althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 3] met zijn, verdachtes, penis, waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld
en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een behandeling/massage die [slachtoffer 3] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 3] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon of durfde te onttrekken
en/of
- voornoemde ontuchtige/seksuele handelingen onverhoeds heeft verricht en/of [slachtoffer 3] hiermee heeft overrompeld.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte was op 29 januari 2023 als enige (mannelijke) masseur ter plaatse aan het werk bij [bedrijf] te [plaats] . Verdachte heeft aangeefster [slachtoffer 1] na afloop van haar massage zijn visitekaartje gegeven.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van de feiten 1 primair, 2 en 3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wegens het ontbreken van voldoende bewijs dient te worden vrijgesproken van alle aan hem tenlastegelegde feiten. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de opzet op het ontuchtige karakter van de handelingen ontbreekt. De raadsvrouw heeft voorts gesteld dat er geen sprake is van binnendringen als tenlastegelegd onder feit 1 primair.
Beoordeling door de rechtbank
De bewijsmiddelen
De rechtbank gaat uit van de volgende bewijsmiddelen uit het dossier.
Ten aanzien van de feiten 1 primair, 2 en 3
Aangeefster [slachtoffer 2] en [getuige 1] verklaren dat zij op 29 januari 2023 bij [bedrijf] in [plaats] ter plekke ieder een massage van 25 minuten hebben geboekt. [slachtoffer 2] massage is om 12.30 uur en die van [getuige 1] om 13.00 uur.
Ook aangeefsters [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] boeken die dag bij [bedrijf] een massage van 25 minuten, [slachtoffer 3] om 18.30 uur en [slachtoffer 1] om 19.00 uur.
Ontuchtige handelingen
Aangeefsters en getuige [getuige 1] verklaren over de massagebehandeling die zij achtereenvolgens van verdachte krijgen ieder het volgende.
Bij binnenkomst in de massagekamer gaat telkens een van de vrouwen naakt op haar buik op de massagetafel liggen. Verdachte legt vervolgens een kleine handdoek over haar billen en zegt tegen haar dat zij haar benen verder uit elkaar moet leggen. Verdachte start de massage vanaf de onderkant van de benen naar boven richting schaamstreek. Tijdens het masseren haalt verdachte, zonder dit te vragen, de handdoek van haar billen. Verdachte masseert de billen van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [getuige 1] zonder daarvoor toestemming te vragen.
Wanneer verdachte bij de schaamstreek is aangekomen raakt hij met zijn hand de schaamlippen van de vrouwen aan. Bij [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [getuige 1] doet hij dit meerdere keren, bij [slachtoffer 3] eenmaal. Verdachte verontschuldigt zich hiervoor niet en hij maakt ook niet op andere wijze duidelijk dat het aanraken van de schaamlippen een vergissing is.
De vrouwen verklaren dat zij tijdens het masseren het geslachtsdeel van verdachte tegen hun handen of arm voelen. Verdachte duwt daarbij meerdere keren met zijn geslachtsdeel tegen de handen of arm van de vrouwen. [2]
[slachtoffer 1] verklaart aanvullend dat zij merkt dat verdachte op een bepaald moment zijn broek naar beneden trekt en dat zij voelt dat hij zijn geslachtsdeel in haar hand legt. Zij trekt haar hand weg.
[slachtoffer 1] verklaart dat verdachte bij haar hoofd komt staan en haar hoofd uit het gat van de massagetafel tilt. Zij ziet dat verdachte zijn broek naar beneden heeft en dat verdachte een erectie heeft.
[slachtoffer 1] verklaart dat verdachte aan het eind van de behandeling tegen haar zegt: ‘Je laat me nu hier zo achter. Je was m’n laatste special treatment. Hij zei wacht even, ik geef je m’n kaartje. Dan kunnen we afspreken in Lelystad bij jou of bij mij thuis.’ Vervolgens overhandigt verdachte haar zijn visitekaartje. [3]
Bij de rechter-commissaris verklaart zij aanvullend dat verdachte op dat moment zijn broek nog naar beneden heeft terwijl hij tegen haar spreekt. [4]
Verkrachting
[slachtoffer 1] verklaart dat zij voelt dat verdachte meerdere keren met zijn vingers tussen haar schaamlippen zit en aan haar clitoris zit. [5]
Gezag, overwicht en onverhoeds handelen
[slachtoffer 2] verklaart dat haar hele lichaam gelijk in opstand kwam toen verdachte haar schaamlippen aanraakte. Zij spande haar beenspieren aan zodat haar benen strak tegen elkaar aan kwamen zodat hij dat niet weer kon doen. Aan de andere kant was het een ontspanningsmassage en probeerde zij daarna weer te ontspannen en toen deed hij dat weer. Ook het masseren van haar billen vond [slachtoffer 2] geen fijn gevoel. Zij verklaart dat zij verstijfd raakte. Zij wilde wel wat zeggen maar het kwam er niet uit. Zij voelde zich geïntimideerd omdat zij alleen was met die man in die kamer. Ze vond het een nare beleving en zij voelde zich heel kwetsbaar. [6]
[getuige 1] verklaart aanvullend dat zij zag dat [slachtoffer 2] echt van slag was, dat haar gezicht een beetje wit was en dat ze zei dat het heel ongemakkelijk was en dat ze onder de indruk was dat hij dit had gedaan. Ze had verdachte omschreven als een vies mannetje. [7]
[getuige 1] verklaart bij de rechter-commissaris dat de masseur veel te ver ging en dat de massage seksueel getint was. [8]
[slachtoffer 3] verklaart dat zij eerst zichzelf de schuld gaf van het feit dat verdachte met zijn geslachtsdeel meerdere keren tegen haar hand aankwam, omdat ze misschien verkeerd op de tafel lag. Ook dacht ze dat verdachte per ongeluk uitgeschoten was toen hij haar schaamlip aanraakte. Verdachte maakte nergens excuses voor en zij voelde zich heel ongemakkelijk tijdens de massage. [slachtoffer 3] verklaart over [slachtoffer 1] dat zij toen zij terugkwam van de massage er niet zo vrolijk uitzag en eerst ontwijkend antwoordde op de vraag hoe het was geweest. [9]
[slachtoffer 1] verklaart dat zij alleen maar dacht: ‘ik hoop dat het zo snel mogelijk over is.’ Zij verklaart dat zij verstijfde en steeds krampachtiger werd. Ze wilde er wel uit maar ze kon niet bewegen. Ze voelde zich heel vies. Zij verklaart dat zij haar benen steeds verder dicht deed en haar handen verkrampte tot vuisten. Daarmee gaf zij naar haar mening signaal af dat zij het raar en niet fijn vond. [10] [slachtoffer 1] verklaart bij de rechter-commissaris aanvullend dat zij verkrampte en steeds meer in zichzelf keerde tijdens de behandeling. Zij verklaart dat [slachtoffer 3] en zij huilend met elkaar aan de telefoon hebben gehangen terwijl zij bespraken wat hen is overkomen. [11]
Melding bij [bedrijf]
[slachtoffer 2] en [getuige 1] , alsmede [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] doen tijdens het uitchecken die dag een melding bij de receptie van [bedrijf] over de massage. [12] [slachtoffer 1] belt die avond vanuit de auto de politie en [slachtoffer 3] belt de politie twee dagen na de massage. [13] [slachtoffer 2] mailt 3 februari 2023 met [bedrijf] waarin zij uitlegt wat er op 29 januari 2023 tijdens de massage is gebeurd. [14]
Getuigenverklaringen
[getuige 2] , vestigingsmanager bij [bedrijf] , verklaart op de vraag van de politie waaruit een massage van 25 minuten bij [bedrijf] bestaat het volgende. Het lijf van degene die gemasseerd wordt, wordt afgedekt met een handdoek van de billen tot de borsten en de benen, schouders, rug en het borstgedeelte worden gemasseerd.
Hij verklaart dat hem uit de omschrijving van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] bleek dat verdachte de masseur was die dag.
Hij heeft verdachte 'op het matje geroepen' en hem geconfronteerd met de klachten die hij over verdachte binnen had gekregen. Verdachte heeft daarop gereageerd door te huilen. Verdachte heeft tegen hem gezegd dat hij het heel vervelend vond en dat hij niet wist hoe het had kunnen gebeuren. Verdachte heeft aangegeven dat het druk was en dat de handdoeken op waren. Verdachte heeft tegen hem gezegd dat hij misschien uitgeschoten was. [15]
Verklaring verdachte
Verdachte verklaart dat hij niet langer bij [bedrijf] werkt omdat er wat klachten waren binnen gekomen. Hij verklaart dat hij daarvoor op kantoor is geweest en heeft gezegd dat hij het super vervelend vond. Hij voelde zich niet goed. Hij heeft in dat gesprek verklaard dat hij geen intentie had daarbij en dat hij zijn excuses graag wilde maken. Dat hij geen foute intenties had.
Op de vraag van de politie wat hij bedoelde met dat hij zich niet goed voelde verklaart verdachte: ‘Dat ik als de boosdoener werd gezien. ik had geen foute intentie, ik wil altijd de klant tevreden stellen.
Misschien is er die dag wat vervelens gebeurd maar dat was echt niet de bedoeling. Het was een hectische
dag.’
Verdachte verklaart ter zitting wat het betekent als je tijdens de behandeling als masseur uitschiet. ‘Uitschieten betekent dat je met bewegingen in de no-zone komt. Dan ga je direct naar de andere kant van het lichaam. Het zou kunnen dat het zo is gegaan. Ik durf niet te zeggen of het bij alle vier is gebeurd. Als het opvallend fout gaat zeg je excuses. Het kan eigenlijk niet zijn dat je meer keren uitschiet.’ [16]
De beoordeling van het bewijs
In alle strafzaken dienen aangiftes kritisch, zorgvuldig en behoedzaam te worden bezien. Dit geldt temeer in zedenzaken, waarin doorgaans geen verklaringen voorhanden zijn van getuigen die bij de tenlastegelegde handelingen aanwezig zijn geweest en daarover uit eigen waarneming kunnen verklaren. In de onderhavige zaak is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van aangeefsters en [getuige 1] betrouwbaar zijn. Aangeefsters hebben na een informatief gesprek bij de politie aangifte gedaan en zijn nadien nogmaals gehoord bij de rechter-commissaris. Ook [getuige 1] is bij de rechter-commissaris gehoord.
Voor de aangeefsters en [getuige 1] geldt bovendien dat op geen enkele wijze is gebleken van een motief of aanleiding om jegens verdachte valse verklaringen af te leggen.
Aangeefsters en getuige verklaren over en weer over de emotie die bij henzelf en bij de ander ontstond naar aanleiding van de massages. Deze emoties bestonden onder andere uit het verstijfd raken, kwetsbaar voelen en geen actie kunnen ondernemen.
De verklaringen van aangeefsters zijn elk voor zich gedetailleerd en consistent en worden op essentiële onderdelen ondersteund door de inhoud van de verklaringen van de andere aangeefsters en de getuigenverklaring van [getuige 1] . Uit hun verklaringen blijkt dat de werkwijze van verdachte tijdens de massage op essentiële punten overeenkomt. Verdachte masseerde alle vier telkens vanaf de onderkant van de benen richting de schaamstreek en haalde vervolgens de handdoek die op de billen lag weg. Hij masseerde de billen van drie van de vier vrouwen en raakte tijdens het masseren de schaamlippen aan van alle vier de vrouwen. Daarnaast drukte verdachte telkens zijn geslachtsdeel tegen de hand of de arm van de vrouwen. Verdachte heeft voor het aanraken van de schaamlippen geen verontschuldiging geuit en voor het masseren van de billen geen toestemming gevraagd.
De rechtbank is van oordeel dat de aangiftes en getuigenverklaring tegen dezelfde verdachte van vergelijkbare ontuchtige handelingen die in een vergelijkbare context hebben plaatsgevonden, elkaar over en weer, ook in bewijstechnische zin, ondersteunen.
De rechtbank is van oordeel dat er ten aanzien van het tenlastegelegde sprake is van dwang door het aanwenden van gezag en overwicht en onverhoeds handelen. Aangeefsters lagen naakt op de behandeltafel in een massageruimte waarvan de deur gesloten was. Er was geen sprake van vrijwilligheid of instemming van aangeefsters. Verdachte was als masseur werkzaam in het saunacomplex en had vanuit die functie gezag en overwicht. Dit had hij ook omdat hij naast de behandeltafel stond en aangeefsters daar naakt op lagen. Uit de verklaringen van aangeefsters blijkt dat zij tijdens de massage werden overvallen door verdachte met zijn ontuchtige handelingen. Hierdoor is er sprake van onverhoeds handelen en door dit onverhoeds handelen is verzet voorkomen.
Dat verdachte opzet had op het ontuchtige karakter van de aan hem tenlastegelegde handelingen blijkt volgens de rechtbank uit het aantal ongepaste aanrakingen. De rechtbank ziet hierin redenen om aan te nemen dat de handelingen met opzet zijn gepleegd en niet per ongeluk gingen. Daarbij neemt de rechtbank mee dat verdachte tijdens de massages nimmer verontschuldigingen heeft aangeboden voor zijn ongepaste aanrakingen, terwijl verdachte de rechtbank ter zitting heeft laten weten dat, wanneer het opvallend fout gaat, je als masseur excuses maakt en dat het eigenlijk niet kan dat een masseur meer keren uitschiet.
Ten aanzien van de onder feit 1 primair tenlastegelegde verkrachting oordeelt de rechtbank als volgt. De rechtbank is van oordeel dat de ontuchtige handelingen bij [slachtoffer 1] , met uitzondering van het bij haar binnendringen, niet afwijken van de ontuchtige handelingen die bij [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [getuige 1] zijn gepleegd. De rechtbank ziet evenwel dat verdachte bij [slachtoffer 1] , zijn laatste klant, verder gaat dan bij de andere drie vrouwen. Zo verklaart [slachtoffer 1] dat verdachte zijn broek naar beneden deed, haar hoofd optilde en daarbij aan haar zijn geslachtsdeel in erectie liet zien.
Vervolgens deed verdachte zijn vingers tussen de schaamlippen van [slachtoffer 1] en zat aan haar clitoris. Dit laatste kwalificeert de rechtbank als verkrachting.
Al het voorgaande brengt de rechtbank tot het oordeel dat de feiten 1 primair, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1 primair, 2 en 3 heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks29 januari 2023 te [plaats] , door
geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten het meermaals, althans eenmaal,
- brengen
en/of duwenvan
een of meervinger
(s
)tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en
/of
- aanraken
en/of betastenvan de schaamlippen
en/of vulvaen
/ofschaamstreek van die [slachtoffer 1] en
/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 1] en
/of
- leggen
en/of duwenvan zijn, verdachtes, penis in
/tegende hand van die [slachtoffer 1] ,
althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 1] met zijn, verdachtes, penis,waarbij
dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of metdie andere feitelijkheid er in heeft
/hebbenbestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een
behandeling/massage die [slachtoffer 1] in een zodanig
weerloze en/ofafhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 1] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige
/seksuelehandelingen kon of durfde te onttrekken en
/of
- voornoemde ontuchtige
/seksuelehandelingen onverhoeds heeft verricht en
/ofdie
[slachtoffer 1] hiermee heeft overrompeld;
2.
hij op
of omstreeks29 januari 2023 te [plaats] , door
geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermaals,
althans eenmaal,
- aanraken
en/of betastenvan de schaamlippen en
/of vulva en/ofschaamstreek van die [slachtoffer 2] en
/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 2] en
/of
-
leggen en/ofduwen van zijn, verdachtes, penis
in/tegen de hand van die [slachtoffer 2] , althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 2] met zijn, verdachtes, penis, waarbij
dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld
en/of metdie andere feitelijkheid er in heeft
/hebbenbestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een
behandeling/massage die [slachtoffer 2] in een zodanig
weerloze en/ofafhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 2] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige
/seksuelehandelingen kon of durfde te onttrekken
en
/of
- voornoemde ontuchtige
/seksuelehandelingen onverhoeds heeft verricht en
/ofdie [slachtoffer 2] hiermee heeft overrompeld;
( art 246 Wetboek van Strafrecht )
3.
hij op
of omstreeks29 januari 2023 te [plaats] , door
geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen andere feitelijkheid [slachtoffer 3] heft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermaals, althans eenmaal,
- aanraken
en/of betastenvan de schaamlippen en
/of vulva en/ofschaamstreek van die [slachtoffer 3] en
/of
- masseren van de billen van die [slachtoffer 3] en/of
-
leggen en/ofduwen van zijn, verdachtes, penis
in/tegen de hand van die [slachtoffer 3] , althans het aanraken van de hand van die [slachtoffer 3] met zijn, verdachtes, penis, waarbij
dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld
en/of metdie andere feitelijkheid er in heeft
/hebbenbestaan dat verdachte
- als masseur in het kader van een
behandeling/massage die [slachtoffer 3] in een zodanig
weerloze en/ofafhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer 3] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige
/seksuelehandelingen kon of durfde te onttrekken en
/of
- voornoemde ontuchtige
/seksuelehandelingen onverhoeds heeft verricht en
/of[slachtoffer 3] hiermee heeft overrompeld;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
Verkrachting
feit 2 en 3:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, alsmede oplegging van een locatie- en contactverbod met aangeefster [slachtoffer 1] op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van 3 jaar, waarbij 1 week hechtenis wordt toegepast voor iedere keer dat verdachte zich niet aan het contactverbod houdt. De officier van justitie heeft gevorderd dat het contactverbod dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard. De officier van justitie verzoekt de rechtbank aan verdachte een beroepsverbod op te leggen voor uitoefening van het beroep van masseur.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft algehele vrijspraak bepleit. De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht de door de officier van justitie gevorderde maatregel 38v niet op te leggen wegens het ontbreken van noodzaak hiertoe.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van aangeefsters. Hoewel de ontuchtige handelingen van verschillende aard en ernst zijn heeft verdachte bij alle drie de vrouwen, door zijn onverhoeds en grensoverschrijdend handelen, het in hem gestelde vertrouwen als masseur ernstig beschaamd en heeft hij geen oog gehad voor de gevolgen die zijn gedrag zou kunnen hebben voor deze vrouwen. Hij heeft inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers als gevolg waarvan zij, gezien hun slachtofferverklaringen, nog altijd last hebben van psychische problemen.
Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 juni 2024 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsrapport d.d. 2 januari 2024 en van hetgeen ter terechtzitting van de rechtbank naar voren is gebracht. Uit het reclasseringsrapport blijkt dat er geen risico inschatting gemaakt kan worden omdat verdachte de feiten ontkent. De reclassering adviseert om verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met een proeftijd, zonder bijzondere voorwaarden.
Verdachte heeft ter zitting gezegd dat hij door de aangiftes teleurgesteld is in de mensheid en dat hij besloten heeft zijn baan als masseur op te zeggen.
Gelet op het vorenstaande en op de ernst van de feiten acht de rechtbank oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaar de enige passende sanctie. Met betrekking tot de duur daarvan zal de rechtbank aansluiten bij hetgeen door de officier van justitie is geëist.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte als bijkomende straf een beroepsverbod opleggen om als masseur (in brede zin) werkzaam te zijn, nu de bewezenverklaarde feiten tijdens de uitoefening van zijn beroep als masseur zijn begaan. Deze bijkomende straf wordt, uit een oogpunt van preventie en om mogelijke recidive te voorkomen, opgelegd voor een termijn van vijf jaren, waarbij de rechtbank in aanmerking heeft genomen dat verdachte zijn werkzaamheden als masseur inmiddels heeft gestaakt en momenteel werkzaam is in een andere branche.
Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, zal de rechtbank geen vrijheidsbeperkende bijzondere voorwaarden of maatregel in de zin van artikel 38v Sr opleggen, nu de rechtbank onvoldoende is gebleken dat de noodzaak hiertoe aanwezig is. Verdachte heeft in de tussenliggende periode geen contact opgenomen met aangeefster [slachtoffer 1] en zij zijn elkaar ook niet op andere wijze tegen gekomen. De vordering wordt afgewezen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben in verband met respectievelijk de feiten 1 primair, 2 en 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert € 3.485,- aan materiële schade en € 5.000,- aan smartengeld. De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert € 3.000,- aan smartengeld. De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert € 131,75 aan materiële schade en, na vermeerdering van het bedrag ter zitting, € 3.000,- aan smartengeld. Verder is door alle benadeelde partijen om vermeerdering van de bedragen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering moeten worden verklaard gelet op de bepleite vrijspraken.
Overweging van de rechtbank
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partijen door het bewezenverklaarde materiële en immateriële schade hebben geleden die binnen een van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Met het bewezenverklaarde handelen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op het recht op eerbiediging van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partijen en zijn de benadeelden op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij immateriële schade vaststellen op de door aangevers gevorderde bedragen vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 29 januari 2023. Ten aanzien van de gevorderde materiële schadevergoeding oordeelt de rechtbank als volgt.
Door [slachtoffer 1] is een vergoeding gevraagd voor het betaalde eigen risico in de jaren 2023 en 2024 ad totaal € 770,-. Verdachte heeft gesteld dat de in 2023 ondergane MRI scan en behandeling door de specialist longziekte geen verband houden met de tenlastegelegde feiten. Benadeelde partij heeft in antwoord daarop toegelicht dat die behandelingen wel verband houden met de tenlastegelegde feiten. Verdachte heeft hier niet meer op gereageerd. De rechtbank gaat uit van de onderbouwing van benadeelde partij die door verdachte onvoldoende is betwist en wijst € 770,- wegens betaalde eigen risico toe. [slachtoffer 1] vordert voorts € 327,- wegens reiskosten en € 2.357,56 wegens het opnemen van verlofuren in verband met medische behandelingen en de rechtszaak. Verdachte heeft zich ter zake van deze posten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank zal de posten toewijzen, de posten zijn voldoende onderbouwd en komen de rechtbank redelijk over. Voorts wordt de wettelijke rente over de materiële schade toegekend met ingang van 10 juli 2024, zijnde de datum van het verzoek tot schadevergoeding.
Door [slachtoffer 3] is een vergoeding gevraagd van opgenomen verlofuren en parkeerkosten die verband houden met het doen van aangifte ad totaal € 51,85. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen deze kosten worden beschouwd als directe schade ten gevolgen van het tenlastegelegde feit en zijn het geen proceskosten. Verdachte heeft zich gerefereerd. Om die reden zal de rechtbank de vordering toewijzen. Voorst heeft [slachtoffer 3] vergoeding gevraagd van de betaalde massage voor zichzelf en voor [slachtoffer 1] , nu zij voor beide massages heeft betaald. Hoezeer de rechtbank ook begrijpt dat [slachtoffer 3] meent dat deze uitgaven wegens de tenlastegelegde feiten om “restitutie” vragen, vormen zij daarmee nog geen schade. [slachtoffer 3] zal daarom voor dit deel van de vordering niet ontvankelijk worden verklaard. De materiële schadevergoeding wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 4 januari 2024 zijnde de datum van het verzoek tot schade vergoeding.
De materiele schade en het smartengeld wordt vastgesteld op de volgende bedragen:
Benadeelde partij materiële schade immateriële schade
[slachtoffer 1] € 3.454,56 € 5.000,-
[slachtoffer 2] € 3.000,-
[slachtoffer 3] € 51,85 € 3.000,-
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 12 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 veroordeelt verdachte in verband met de bewezenverklaarde feiten tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2023 over de immateriële schade en met ingang van 4 januari 2024 over de materiële schade van [slachtoffer 3] en met ingang van 10 juli 2024 over de materiële schade van [slachtoffer 1] , tot aan de dag dat de bedragen zijn betaald;
 De materiële schade en het smartengeld wordt vastgesteld op de volgende bedragen:
Benadeelde partij materiële schade immateriële schade
1. [slachtoffer 1] € 3.454,56 € 5.000,-
2. [slachtoffer 2] € 3.000,-
3. [slachtoffer 3] € 51,85 € 3.000,-
 Veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 Legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag Vervangende hechtenis
1. [slachtoffer 1] € 8.454,56 77 dagen;
2. [slachtoffer 2] € 3.000,- 40 dagen;
3. [slachtoffer 3] € 3.051,85 40 dagen;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.M. Bögemann (voorzitter), mr. J.M.J.M. Doon en mr. Y. Yeniay-Cenik, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Erp-Noordenbos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door inspecteur [verbalisant] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer: PL0600-2023047659-12, gesloten op 13 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Processen-verbaal van aangiftes [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en getuigeverklaring [getuige 1] , respectievelijk p. 47-54, p. 95-104, p. 135-139 en p. 60-63 zaaksdossier
3.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] , p. 97 en p. 102 zaaksdossier
4.Proces-verbaal verklaring [slachtoffer 1] van 6 maart 2024 bij de rechter-commissaris
5.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] , p. 97, 99 en 100 zaaksdossier
6.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] , p. 51 en 52 zaaksdossier
7.Proces-verbaal verklaring [getuige 1] bij de rechter-commissaris op 31 maart 2023
8.Proces-verbaal verklaring [getuige 1] bij de rechter-commissaris.
9.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] , p. 136 en p. 137 zaaksdossier en procesverbaal bij de rechter-commissaris
10.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] , p. 99 en p. 102 zaaksdossier
11.Proces-verbaal verklaring [slachtoffer 1] van 6 maart 2024 bij de rechter-commissaris
12.Processen-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , [getuige 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] , respectievelijk p. 49, p. 62, p. 138 en p. 102 zaaksdossier
13.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] , p. 138 zaaksdossier
14.Proces-verbaal mailcontact [slachtoffer 2] en [bedrijf] , p. 56 – 59 zaaksdossier
15.Proces-verbaal verklaring [getuige 2] , p. 108 en 109 zaaksdossier
16.Proces-verbaal verklaring verdachte ter zitting 15 juli 2024