ECLI:NL:RBGEL:2024:4764

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
05-202470-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verboden wapenbezit met DNA-bewijs

Op 12 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verboden wapenbezit. De zaak betreft twee incidenten waarbij de verdachte op verschillende data in 2022 in Nederland vuurwapens en munitie in zijn bezit had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 januari 2022 een Glock 26 pistool en bijbehorende munitie in zijn woning had, en op 3 maart 2022 een omgebouwde gasrevolver van het merk Arminius. Tijdens het onderzoek zijn er DNA-sporen aangetroffen die aan de verdachte konden worden gekoppeld, wat leidde tot de conclusie dat hij de feitelijke macht over de wapens had en deze bewust aanwezig had. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van vuurwapens van categorie III, zoals gedefinieerd in de Wet wapens en munitie. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, maar de rechtbank legde een straf op van 4 maanden, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het schenden van de redelijke termijn. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 4 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05.202470.22; 05.055219.23 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 12 juli 2024
Tegenspraak (art. 279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats] ,
op dit moment uit anderen hoofde gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. T. Scheffer, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd:
onder parketnummer 05.202470.22 dat:
hij op of omstreeks 26 januari 2022 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een wapen en/of een onderdeel van een vuurwapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool, van het merk Glock, type/model 26, kaliber 9mm Luger (= 9 x 19mm)
- een voor dat wapen bedoeld en bestemd patroonmagazijn zijnde (een onderdeel en/of hulpstuk welke van wezenlijke aard is en/of specifiek bestemd is voor) een vuurwapen in de vorm van een pistool, en/of
(daarbij behorende) munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 9 kogelpatronen, kaliber 9mm Luger (= 9 x 19mm) voorhanden heeft gehad;
onder parketnummer 05.055219.23 dat:
hij op of omstreeks 3 maart 2022 te [plaats] een wapen van categorie III, onder 1
van de Wet Wapens en Munitie, te weten een (omgebouwde) gasrevolver van het
merk Arminius, type Hw1g, kaliber 9mm k Knal, zijnde een vuurwapen voorhanden
heeft gehad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

05.202470.22 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken, omdat hij niet wist van de aanwezigheid van het vuurwapen.
Beoordeling door de rechtbank
Op 26 januari 2022 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in onder andere de woning aan de [adres 1] in [plaats] . In deze woning is op een (kinder)slaapkamer op een plank van een openstaande kast een vuurwapen met bijbehorend patroonmagazijn aangetroffen. [2] Tijdens de doorzoeking werden een doorgeladen vuurwapen, type Glock 26 9x19 en een patroonhouder inclusief 9 patronen 9x19 in beslag genomen. [3] Het vuurwapen, de patroonhouder en de kogelpatronen zijn onderzocht door de politie. Uit dat onderzoek volgt dat het inbeslaggenomen pistool een vuurwapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie betreft. De 9 inbeslaggenomen kogelpatronen betreft munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie. [4]
Het aangetroffen vuurwapen en de patroonhouder zijn bemonsterd en die bemonsteringen zijn door het TMFI onderzocht op DNA-sporen. Onder meer de volgende DNA-sporen zijn aangetroffen.
- Uit de bemonstering van de binnenzijde van de loop van het inbeslaggenomen vuurwapen is een DNA-mengprofiel aangetroffen van celmateriaal van minimaal drie donoren van wie zeker één man. Er is een onvolledig DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het uit celmateriaal verkregen DNA-hoofdprofiel is [verdachte] .
- Uit de bemonstering van de ruwe delen, de trekker en de trekkerbeugel van het inbeslaggenomen vuurwapen is een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren aangetroffen, van wie zeker één man. Er is een onvolledig DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard. De mogelijke donor van het uit celmateriaal verkregen DNA-hoofdprofiel is [verdachte] .
- Van de patroonhouder ( [nummer 1] ) werd de "gehele patroonhouder" ( [nummer 2] ) en de "bodemplaat patroonhouder" ( [nummer 3] ) bemonsterd. [5] Uit de bemonstering van het spoor “gehele patroonhouder” is een DNA-profiel verkregen van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan een op een miljard. De mogelijke donor van het celmateriaal is [verdachte] . [6] Uit de bemonstering van de “bodemplaat” is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal 4 personen. Uit het DNA-mengprofiel kunnen geen DNA-profielen van individuele personen worden afgeleid. Wel kan worden geconcludeerd dat ten minste twee donoren relatief meer DNA hebben bijgedragen dan de overige donoren. Op grond van het vergelijkend DNA-onderzoek is onder meer geconcludeerd dat [verdachte] één van de donoren kan zijn van de relatief grote hoeveelheid DNA. Volgens het NFI is DNA-mengprofiel [nummer 2] ongeveer 73 miljoen keer waarschijnlijker wanneer
de bemonstering DNA bevat van [verdachte] en drie willekeurige onbekende personen,
dan wanneer de bemonstering DNA bevat van vier willekeurige onbekende personen. [7]
[getuige] heeft verklaard dat hij sinds 24 januari 2022 staat ingeschreven aan de [adres 1] in [plaats] en dat hij daar die week daarvoor al woonde. De zoon van [naam] - [verdachte] - kwam daar vaak. [getuige] zag [verdachte] daar wel veel. [8]
Uit voorgaande zeldzaamheidswaarde, de verschillende plekken van de bemonsteringen en de omstandigheid dat verdachte toegang had tot de woning, concludeert de rechtbank dat verdachte de hoofddonor is van het celmateriaal in de bemonsteringen en de gebruiker van het aangetroffen vuurwapen en de patroonhouder.
Verdachte had dus de feitelijke macht over het wapen en heeft het wapen daarmee bewust aanwezig gehad. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het wapen en de patroonhouder met munitie voorhanden heeft gehad. Voor medeplegen bevat het dossier onvoldoende bewijs zodat verdachte hiervan partieel wordt vrijgesproken.
05.055219.23 [9]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken nu het dossier meerdere indicaties bevat die erop wijzen dat de gasrevolver niet van verdachte was. Daarnaast kan het aangetroffen DNA dat matcht met het profiel van verdachte via secundaire overdracht op het wapen terecht zijn gekomen. Subsidiair heeft de raadsman een voorwaardelijk verzoek gedaan om [medeverdachte] als getuige te horen.
Beoordeling door de rechtbank
Op donderdag 3 maart 2022 kwam [verbalisant 1] ter plaatse op [adres 2] in [plaats] . Verbalisant zag twee personen staan die schrokken van zijn aanwezigheid en een persoon ging er direct vandoor. De tweede persoon zei dat hij [verdachte] was. Verdachte verklaarde dat hij al enkele dagen werd afgeperst, dat hij een kogelwereld vest droeg en dat hij beschoten was de dag daarvoor. Op de [adres 3] tegenover perceel [huisnummer] trof de verbalisant een vuurwapen aan. [10] Het perceel van de [adres 3] bevindt zich vrijwel direct achter het perceel [adres 2] , waar verdachte woont. [11]
Het inbeslaggenomen vuurwapen is onderzocht door de politie. Uit dit onderzoek blijkt dat het aangetroffen vuurwapen een omgebouwde gasrevolver van het merk Arminius, model HW1G, kaliber 9 mm k Knal, betreft. Dit wapen is daarmee een vuurwapen van categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. [12]
Het aangetroffen wapen is bemonsterd en die bemonsteringen zijn door het NFI onderzocht op DNA-sporen. Op de ruwe delen, de trekker, de trekkerbeugel, de haan en de trommel is een DNA-mengprofiel aangetroffen minimaal twee personen. Het DNA kan afkomstig zijn van [verdachte] en één onbekend persoon. Dit DNA-profiel is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van [verdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen, waarbij voor de berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van twee niet-verwante personen. [13]
Uit voorgaande zeldzaamheidswaarde en de plaats waar het wapen is aangetroffen, namelijk in de nabijheid van verdachte ten tijde van zijn aanhouding en in de nabijheid van zijn woning, concludeert de rechtbank dat verdachte de donor is van het celmateriaal in de bemonsteringen van de ruwe delen, de trekker, de trekkerbeugel, de haan en de trommel van de inbeslaggenomen gasrevolver alsmede dat verdachte de gebruiker van het aangetroffen vuurwapen was en daar dus de feitelijke macht over had.
Verdachte heeft op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat het wapen niet aan hem toebehoort danwel dat sprake zou zijn van secundaire overdracht van zijn celmateriaal. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde wapen voorhanden heeft gehad.
Voorwaardelijk verzoek
De rechtbank zal het voorwaardelijk verzoek tot het horen van getuige [medeverdachte] afwijzen. [medeverdachte] heeft geen belastende verklaring afgelegd en is derhalve geen Keskin-getuige. De rechtbank acht het horen van [medeverdachte] niet noodzakelijk voor beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank acht zich voldoende voorgelicht.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05.202470.22 en 05.055219.23 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
05.202470.22
hij op
of omstreeks26 januari 2022 te [plaats]
, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleeneen wapen en
/ofeen onderdeel van een vuurwapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistool, van het merk Glock, type/model 26, kaliber 9mm Luger (= 9 x 19mm)
- een voor dat wapen bedoeld en bestemd patroonmagazijn zijnde (een onderdeel en/of hulpstuk welke van wezenlijke aard is en/of specifiek bestemd is voor) een vuurwapen in de vorm van een pistool, en
/of(daarbij behorende) munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 9 kogelpatronen, kaliber 9mm Luger (= 9 x 19mm) voorhanden heeft gehad;
05.055219.23
hij op
of omstreeks3 maart 2022 te [plaats] een wapen van categorie III, onder 1
van de Wet Wapens en Munitie, te weten een (omgebouwde) gasrevolver van het
merk Arminius, type Hw1g, kaliber 9mm k Knal, zijnde een vuurwapen voorhanden
heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
05.202470.22
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie
05.055219.23
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, nu hij aan het re-integreren is na een detentie. Daarnaast is de eis van de officier van justitie te hoog gelet op de LOVS-oriëntatiepunten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen met een gevulde kogelpatroon met 9 patronen en het voorhanden hebben van een omgebouwd gaspistool. Het voorhanden hebben van dergelijke wapens en munitie is een ernstig feit dat een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengt. Daarnaast veroorzaakt het voorhanden hebben van zulke wapens maatschappelijke onrust en wordt de maatschappelijke veiligheid aangetast.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gelet op de LOVS-oriëntatiepunten. Op het voorhanden hebben van dergelijke wapens staat een gevangenisstraf van in totaal 5 maanden. De rechtbank zal in de strafmaat, in het voordeel van verdachte, rekening houden met het schenden van de redelijke termijn.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 4 maanden passend en geboden. Nu het onder meer gaat om het voorhanden hebben van een vuurwapen met munitie ziet de rechtbank geen ruimte voor een (deels) voorwaardelijke straf.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.H.S. Duinkerke (voorzitter), mr. M.C. van der Mei en
mr. T. Kok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.L. Goedheer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 juli 2024.
mr. W.H.S. Duinkerke en mr. T. Kok zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, met nr. 202201311400. REL (OZ Radon), gesloten op 20 juli 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 73-76.
3.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 77-78.
4.Proces-verbaal Onderzoek wapen, p. 301-303.
5.Proces-verbaal relaas pv, p. 102.
6.TMFI deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van 24 maart 2022, p. 170-173.
7.Rapport NFI d.d. 6 juli 2022, p. 230 e.v.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 237-239.
9.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] , hoofdagent van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022096003, gesloten op 1 oktober 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 21.
12.Proces-verbaal Onderzoek wapen, p. 35.
13.NFI rapport 29 juni 2022, p. 48-51.