In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 19 juli 2024 een beschikking gegeven over de vervangende toestemming voor de aanvraag van een reisdocument voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De kinderrechter verleent deze toestemming aan de gecertificeerde instelling (GI), Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die gevestigd is te Arnhem. De kinderrechter heeft in een andere procedure de betrokken GI vervangen, waardoor de toestemming ook aan de nieuwe GI, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, wordt verleend.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 15 juli 2024 is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 juli 2024, waarbij de vader, zijn advocaat en twee vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader en de moeder gezamenlijk het ouderlijk gezag over [de minderjarige] uitoefenen, die momenteel in een pleeggezin verblijft. De kinderrechter heeft eerder al maatregelen genomen, waaronder een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing.
De GI heeft verzocht om vervangende toestemming voor de afgifte van een Nederlands reisdocument, omdat [de minderjarige] nog geen paspoort of ID-kaart heeft. De kinderrechter oordeelt dat het in het belang van [de minderjarige] is om een reisdocument te verkrijgen, zodat hij met zijn pleegouders op vakantie kan. De kinderrechter heeft de belangen van de ouders afgewogen en geconcludeerd dat deze niet zwaarder wegen dan het belang van [de minderjarige]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.