In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland op 18 juli 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de opgelegde bestuurlijke boetes voor het handelen in strijd met de Geneesmiddelenwet (Gnw) beoordeeld. De rechtbank heeft in een eerdere tussenuitspraak geoordeeld dat eerst moet worden vastgesteld of het product AOV 1121 Glucosamine Chondroïtine 180 capsules onder de definitie van een voedingssupplement valt. Partijen zijn het erover eens dat aan de voorwaarden van het Warenwetbesluit, zoals genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, sub 2 en 3, is voldaan. De discussie betreft of het product bedoeld is als aanvulling op de normale voeding, zoals vereist in sub 1.
De rechtbank concludeert dat het product inderdaad bedoeld is als aanvulling op de normale voeding, en dat het daarom voldoet aan de definitie van een voedingssupplement. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit van de minister niet is gebaseerd op een juiste wettelijke grondslag, omdat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het product niet als voedingssupplement kan worden aangemerkt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij de boete is opgelegd. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht vergoed en de minister wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres.
De uitspraak benadrukt het belang van de juridische status van producten en hoe deze door de fabrikant wordt bepaald. De rechtbank stelt dat de beoordeling van de productcategorie niet afhankelijk kan zijn van externe factoren, zoals de manier waarop het product door derden wordt gepresenteerd. Dit is cruciaal voor de rechtszekerheid en de bescherming van consumenten.