ECLI:NL:RBGEL:2024:4604
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen van een personenauto en de bewijsvoering rondom de herkomst van de gelden
Op 9 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen van een personenauto, specifiek een Mercedes Benz. De tenlastelegging omvatte ook betrokkenheid bij de handel in amfetamine en cocaïne. De officier van justitie eiste een taakstraf van 80 uren, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak van beide feiten. De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig onderzocht en kwam tot de conclusie dat het eerste feit, het witwassen, niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de gelden waarmee de auto was aangeschaft van misdrijf afkomstig waren. De verdediging stelde dat de auto door de vader van de verdachte was aangeschaft, maar dit was niet relevant voor de vraag of de verdachte zelf betrokken was bij het witwassen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel het eerste als het tweede feit, omdat er geen overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak voor de aanklager om overtuigend bewijs te leveren voor elke beschuldiging.