ECLI:NL:RBGEL:2024:4603
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van witwassen van een personenauto en een geldbedrag
Op 9 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen van een personenauto en een geldbedrag van € 133.979,00. De rechtbank heeft geoordeeld dat uit het dossier niet blijkt dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de gelden waarmee de personenauto was aangeschaft, afkomstig waren van enig misdrijf. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, maar de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.
De tenlastelegging omvatte onder andere het verwerven en voorhanden hebben van een Audi, een Mercedes Benz, en verschillende geldbedragen, waarbij de verdachte zou hebben geweten dat deze afkomstig waren uit misdrijf. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de auto was aangeschaft door de ex-partner van de verdachte en dat er onvoldoende bewijs was dat de gelden een criminele herkomst hadden. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet schuldig kon worden bevonden aan de beschuldigingen van gewoontewitwassen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was en dat de verdachte daarom van alle beschuldigingen moest worden vrijgesproken. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.