ECLI:NL:RBGEL:2024:4583
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling ex-militair voor drugsbezit en vrijspraak voor drugshandel
Op 15 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een ex-militair, die werd beschuldigd van het bezit van drugs en de handel daarin. De verdachte, geboren in 1995, werd aangeklaagd voor het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verkopen en aanwezig hebben van MDMA (XTC) en hennep. De tenlastelegging omvatte feiten die zich afspeelden tussen 24 november 2021 en 10 november 2022, zowel in Nederland als op Sint Maarten. De zaak kwam aan het licht na de aanhouding van een medeverdachte op Curaçao, wat leidde tot een breder onderzoek naar de verdachte en andere militairen.
De verdediging voerde aan dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim tijdens het voorbereidend onderzoek, omdat de observatie van de medeverdachte zonder redelijk vermoeden van schuld zou zijn uitgevoerd. De militaire kamer oordeelde echter dat er voldoende objectieve gegevens waren om de verdenking te onderbouwen. De militaire kamer verwierp het verweer van de verdediging en concludeerde dat er geen sprake was van een vormverzuim.
Wat betreft het bewijs, oordeelde de militaire kamer dat er voldoende bewijs was voor het bezit van MDMA en hennep, maar dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van drugshandel. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van €675 voor het bezit van MDMA en €75 voor het bezit van hennep, met vervangende hechtenis bij gebreke van betaling. De militaire kamer benadrukte de ernst van de feiten en de impact van drugscriminaliteit op de samenleving, vooral gezien de status van de verdachte als militair.